a Q CD waarop een hoeveelheid informatie staat, bij voorbeeld een leidingennet. Deze overlay wordt vervaardigd door een blanco maatvaste film op het GBKN-blad te leggen en op deze film de gewenste informatie b.v. een leidingennet te tekenen. Door nu het GBKN-blad en deze nieuw betekende film samen af te drukken in een vlakdrukraam ontstaat een nieuwe teke ning, een combinatie van het GBKN-blad en het leidingennet. Hierbij is het van belang dat tijdens het afdruk ken het GBKN-blad en de overlay op precies dezelfde wijze op elkaar liggen als bij het uit tekenen. Dit kan door middel van een register systeem. Aan één zijde van het GBKN-blad, bij voorkeureen lange zijde, dus aan de bovenkant of aan de onderkant, worden daartoe met een speciaal ponsapparaat een drietal gaten ge ponst volgens het hieronder aangegeven mo del. STANSSTEMPELS DOORLICHTVLAK PONSAPPARAAT of PERFORATOR 47 cm US cm I11 PONSGATEN REGISTERSYSTEEM Ook in de overlay worden op deze wijze een drietal gaten geponst. Door bij het tekenen een drietal pennen in deze gaten te zetten wordt er voor gezorgd dat het GBKN-blad en de overlay steeds gelijk blijven liggen. Bij het afdrukken wordt, door ook gebruik te maken van pennen of nokken, deze toestand weer bereikt en zo kan een kopie worden gemaakt van de twee films tezamen. Met hetzelfde GBKN-blad kunnen natuurlijk overlays met ver schillende informatie worden afgedrukt, waar door steeds andere kaarten ontstaan met het zelfde GBKN-blad als basis. Indien op het beschikbare GBKN-blad een wijziging is aangebracht, kan op eenvoudige wijze een nieuwe afdruk worden gemaakt van de gewijzigde GBKN en de overlay, waardoor ook de werktekening is aangepast. Over de meer verfijnde methode van muteren met toe passing van de meest geavanceerde technieken zal de heer Hoos straks wel meer vertellen. Werkwijze bij vervanging van het GBKN-blad De zojuist beschreven werkmethode zal voor u geen probleem opleveren, alles gaat waar schijnlijk eenvoudig en goed. Toch is het nodig dat u, voordat u op deze wijze gaat werken, nagaat wat er moet gebeuren als u een geheel nieuw GBKN-blad krijgt toegeleverd. Immers de gebruikers betrekken hun GBKN-bladen van het Kadaster, welke dienst ook belast is met de bijhouding van deze kaart. Er kan vanuit worden gegaan dat een gebruiker na enige tijd een nieuw GBKN-blad krijgt via het Kadaster. Het meest eenvoudige zou zijn als in alle door het Kadaster geleverde GBKN-bladen, dus de bladen uit de eerste produktie alsmede de later gewijzigde bladen, reeds ponsgaten van het eerder beschreven registersysteem aanwezig zouden zijn, overal op exact dezelfde plaats ten opzichte van het ruitennet, maar dat is niet zo. Dit is erg jammer want elke gebruiker stuit vroeg of laat op het inpasprobleem. Zolang er nog geen vernieuwd GBKN-blad is geleverd is er niets aan de hand, maar gebruikers die een vernieuwd blad krijgen aangeleverd moeten dan een methode ontwikkelen om ook in dit vernieuwde blad op precies dezelfde plaats de ponsgaatjes te krijgen. Nu zijn landmeetkundi gen van nature vindingrijk, men vindt er wel wat op, maar een ieder gaat nu weer een eigen systeem ontwikkelen! Ik wil nu in het kort schetsen op welke wijze wij in Barneveld dit probleem hebben opgelost. Eerst is er op een maatvaste film, welke verder aangeduid zal worden als het moederblad, een ruitennet getekend voor het GBKN-formaat, dus 50 x 100 cm. Langs de bovenzijde van dit ruitennet is er nog een ruimte van precies 5 cm tot de rand van de film. Op het reeds eerder genoemde ponsapparaat of perforator zijn ver volgens in deze bovenrand een drietal gaten geponst. Deze gaten worden nu gebruikt als referentiegaten. Naast destansstempels zijn er op de perforator op een afstand van precies 22 mm gaten aanwezig waarin pennen geplaatst kunnen worden. Het moederblad is daarna met de reeds gemaakte referentiegaten, met behulp van pennen, precies boven deze op de perfora- tor aanwezige gaten geplaatst, waarna er 351

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1978 | | pagina 21