356
d. Ondergrond voor het uitwerken van bestem
mingsplannen
Hoewel in deze opsomming als laatste ge
noemd, is de toepassing van de GBKN als
ondergrond voor het uitwerken van bestem
mingsplannen waarschijnlijk wel de belang
rijkste toepassing bij de gemeente Barneveld.
Het is wellicht interessant na te gaan hoe dat
gebruik is ontstaan. De gemeente Barneveld
bestaat uit een achttal kernen verspreid over
het gehele grondgebied van de gemeente. De
grootste kern is Barneveld met 15.000
inwoners, de kleinste kern Kootwijk met
100 inwoners.
In het verleden werden de bestemmingsplan
nen uitgetekend op de kadastrale kaart als
ondergrond. Door het gemis van topografische
informatie en de vaak wat kleine schaal van
deze kaarten (1 2500), zijn er bij de realisering
van de op deze kaarten uitgetekende plannen
wel eens de nodige problemen gerezen.
Het gevolg hiervan was dat van een plangebied,
waarvoor een nieuw bestemmingsplan ge
maakt moest worden, een speciale ondergrond
werd gevraagd door de stedebouwkundigen.
Aangezien bij het maken van deze onder
gronden de factor tijd zwaar ging meespelen,
werd per plan vaak bepaald in welke schaal de on
dergrond gemaakt moest worden. Van groot be
lang was hierbij natuurlijk in welke schaal er al
wat kaartmateriaal beschikbaar was. Hierdoor
ontstonden wat onoverzichtelijke situaties.
Binnen een plangebied van 200 ha, uit
getekend op een ondergrond in de schaal
1 2000, waren bijvoorbeeld door een aantal
wijzigingen andere plannen ontstaan in de
schalen 1 1000 en 1 500. Hierdoor was één
en ander natuurlijk zeer onoverzichtelijk gewor
den. In overleg met het Stedebouwkundig
Adviesbureau, dat de uitwerking van bestem
mingsplannen voor de gemeente verzorgd, is
toen besloten voor alle toekomstige plannen de
kaartschaal 1 1000 toe te gaan passen. Door
die keus is het echter niet meer mogelijk elk
plan op één afzonderlijk kaartblad te gaan uit
tekenen, gezien de omvang van de plannen.
Uitgaande van het standpunt dat veel plannen
dus toch niet meer op één kaart uitgewerkt
kunnen worden, is toen besloten de nieuwe
bestemmingsplannen uit te tekenen op kaart-
bladen volgens het GBKN-systeem.
Op kaartfragment 3 is de realisering van dit
besluit te zien. Het betreffende bestemmings
plan was hiervoor eigenlijk zeer ongelukkig
gesitueerd, namelijk op vier kaartbladen. Door
aan de bladen echter een zodanige vormgeving
te geven dat de noord- en westkant van het
GBKN-blad overeenkomen met de begrenzing
van het papier kunnen de vier bladen op een
voudige wijze tegen elkaar aangelegd worden,
waardoor het plan toch als één geheel gepre
senteerd kan worden. Inmiddels is één plan op
deze wijze in procedure gebracht.
Voor het invoeren van een dergelijke werkwijze
is het natuurlijk van groot belang dat de
collega's belast met de voorlichting aan het
publiek bij de ter inzage legging van het
bestemmingsplan achter de werkwijze staan,
een omstandigheid die in onze gemeente
gelukkig aanwezig is.
Vanzelfsprekend wordt ook in dit geval het oor
spronkelijke GBKN-blad weer aangevuld met de
noodzakelijke gegevens, zoals kadastrale aan
duidingen, voordat het plan wordt uitgetekend.
Standpunt van de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten t.a.v. de vervaardiging van GBKN-
bladen
In de hierboven genoemde voorbeelden is
aangegeven op welke wijze er in de gemeente
Barneveld gebruik wordt gemaakt van de
GBKN. Voordat wij de beschikking hadden
over deze kaarten is er gewerkt aan de syste
matische opbouw van een kaarten bestand voor
onze gemeente. Deze opbouw ging echter niet
snel genoeg, omdat de bezetting van de land
meetkundige dienst niet van dien aard is dat
aan de vraag van de gebruikers kon worden
voldaan. In een gemeente van ongeveer 17.000
ha kan die vraag namelijk tamelijk groot zijn.
Voordat een contract is gesloten met het
Kadaster om van een gedeelte van de gemeente
GBKN-bladen te vervaardigen, is nagegaan of
de benodigde kaarten ook geheel op kosten van
de gemeente vervaardigd konden worden. De
kosten hieraan verbonden waren natuurlijk erg
hoog. Door samen te werken met het Kadaster
kon voor minder geld en in een kortere tijd het
gevraagde kaartmateriaal worden vervaardigd.
In dit verband is de houding van de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten, zoals vastgelegd
in haar schrijven van 3 maart 1978 aan al haar
leden, voor mij onbegrijpelijk. In dit schrijven
wordt geadviseerd, zolang er onvoldoende dui
delijk is wat de concrete voordelen en de finan
ciële consequenties voor de gemeenten zijn
van de basiskaart, geen definitieve beslissin
gen te nemen omtrent deelname aan projecten
ter vervaardiging van een basiskaart.
Dit schrijven was dus gericht aan alle leden van
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten;
aan deze leden werdI zonder voorbehoud een
zeer hard advies gegeven. De gemeente Barne
veld dacht anders over deze materie en had
zelfs reeds gehandeld in strijd met dat advies.
Zij heeft haar bezwaren tegen dit standpunt dui-