landmeetkundige opgaven 367 Opgave 5 Zie Geodesia juli/augustus, p. 195. De ingezonden oplossingen zijn globaal te on derscheiden in rechtstreekse oplossingen en be naderingsmethoden. Ik zal een rechtstreekse oplossing bespreken, die in grote lijnen ook door de meeste inzenders is gebruikt. Het gaat hier eigenlijk om twee pro blemen, die onafhankelijk van elkaar kunnen worden opgelost, n.l.: 1. de ligging van EF; 2. de ligging van GHKL. Voor de oppervlakteberekening van het hele ter rein berekenen we coördinaten, b.v. op de lijn SP. We vinden dan: X Y SO 0 R 0 97.73 Q 95.870 130.358 B 104.023 80.368 C 24.693 71.812 D 48.070 24.224 A 109.932 44.137 P 117.13 0 De oppervlakte van het terrein is 9152.04 m2. Met behulp van deze oppervlakte en de coördi naten zijn de (dubbele) oppervlakten van de tra pezia DDVEF en FECVC af te leiden 2 x opp. DDVEF 2276.50 2 x opp. FECVC 1186.10 tv. Cv Uit deze oppervlakten kunnen de meetcijfers bij E en F worden berekend volgens één van de vol gende methoden: 1Stel DVE h, dan is EF DVD - (DVD - CVC) 48-070 - 47 ggg x 23.377 48.070 -0.491237 h. 2 x opp. DDVEF 2276.50 h (DVD EF) h (96.140 - 0.491237 h). Dit leidt tot de vierkantsvergelijking 0.491237 h2 - 96.140 h 2276.50 0 De enige aanvaardbare oplossing is h 27.560. 2. Stel hoek DVDF a, dan is cotg a 0.491237. 2 x opp. DDVEF 2276.50 DDv2 Ep cotg a dus EF2 DDV2 - 2276.50 cotga. Substitutie van DDV 48.070 en cotgageeft EF 34.531. 3. In dit verband kan nog worden genoemd de z.g. methode-Hof, die te vinden is in A. C. J. Hof - Landmeten, 2e druk, blz. 120 e.v. Voor de oplossing van het tweede probleem, de ligging van GHKL, is het raadzaam eerst de hulplijn QV loodrecht op PS te trekken en deze lijn te snijden met de grenzen AD (snijpunt U) en BC (snijpunt T). De coördinaten van U en T in het al eerder gebruikte stelsel kunnen een voudig worden berekend. Zie voor de resultaten onderstaande schets. We vinden verder: 2 x opp. PVUA 1495.35 en 2 x opp. BTQ 414.74. Er moet nu gelden: 2 x opp. TKLQ 2 x opp. VGHU 1495.35 - 414.74 1080.61. Noemen we de gemeenschappelijke hoogte van de beide trapezia k en de hoeken bij U, T en Q resp. a |8 en 7 (zie figuur), dan geldt GH VU k cotga KL TQ k cotg k cotg y en verder 1080.61 k (2TQ k cotg j3 k cotgT) k (2VU k cotga).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1978 | | pagina 37