Teledetectie technisch bewonderenswaardig,
politiek onvoldoende doordacht*)
Openbare les prof. ir. S. A. Hempenius:
een buis gevuld met water en voorzien van twee
vizieren) werd ook vele malen verbeterd (buis
niveau). De theodoliet tenslotte, die door de
Engelsman Digges in 1571 voor het eerst wordt
genoemd, is een toestel met horizontale cirkel
voorzien van een quarré des ombres. Ook hier
volgen spoedig verschillende verbeterde uitvoe
ringen. Uit het jaar 1672 bestaat een schilderij
van Joh. Georg Hertel, waarop hij met zijn theo
doliet is afgebeeld. In België kwam dit instru
ment eerst na de hier bestudeerde periode in
gebruik.
Betreffende de landmetersexamens onderzoch
ten de samenstellers 30 dossiers in het Rijks
archief (uit de periode na 1705). De meeste kan
didaten kwamen uit het Land van Waes, maar
anderen kwamen uit Henegouwen, Namen en
zelfs uit Luxemburg. De benamingen van de ge
slaagden waren moderner, b.v. landt ende édifi-
ciemeters, maitre géomètre admis, arpenteur
juré en mesureur d'édifices. Edificiemeters
moesten ook gewelven berekenen en tevens
„lichamen in elkaar gemetst", schansen, volu
mes begrensd door vlakken in boogvorm etc.
Voor dat onderdeel slaagden er maar weinig.
Het metriek stelsel werd onmiddellijk in België
ingevoerd, doordat men in 1795 door de Fran
sen werd bezet. In 1816 werd het definitief be
vestigd.
Delambre, sedert de dood van Mechain in 1804
de held van de bepaling van de meterlengte,
ging de oprichting van een algemeen Kadaster
leiden. Helaas werden alle operaties afzonderlijk
per gemeente uitgevoerd, waardoor aan de ge
meentegrenzen vaak moeilijkheden ontstaan.
In 1804 werd een codificatie van de wetgeving
gerealiseerd door invoering van het Burgerlijk
Wetboek, waaraan Napoleon zijn naam heeft ge
geven. In 1808 begonnen, werden de kadastrale
opmetingen voortgezet onder Nederlands
bewind en voltooid in 1835, behalve voor Lim
burg en Luxemburg. De stopzetting in Limburg
werd noodzakelijk doordat de „Hollanders" de
kadastrale leggers hadden meegenomen. Pas in
1843 werden daar de werkzaamheden beëin
digd.
In hun studie hebben de samenstellers de evo
lutie van de landmeter gevolgd van 1451 af tot
bij het begin van de 19e eeuw. Het blijkt dat hij
steeds gewerkt heeft voor een betere identifica
tie van de onroerende eigendommen en een
juistere verdeling van de belastingen.
Het werk van Mosselmans en Schonaerts bevat
tevens de catalogus van de grote tentoonstel
ling te Brussel, waarvoor dit onderzoek is op
gezet. Hierin worden de bekende kartografen
en cosmografen en ook de voornaamste boeken
op landmeetkundig gebied omschreven. Hierna
volgt nog een opsomming van patenten, ordon
nanties, costuymen en plakkaten. Natuurlijk
kon in dit artikel slechts een kort overzicht
van de rijke inhoud worden gegeven. Men moet
wel respect hebben voor het vele vorserswerk,
dat met grote zorgvuldigheid is verricht.
De omvang van „De Landt-meeters" is 217
bladzijden plus 29 foto's. De prijs is 510 Bfr.
Het adres voor bestellingen: Commissie tot be
heer van het vermogen van de Koninklijke Bi
bliotheek van België, Keizers!aan 4 te Brussel.
Giro 000-0042130-32.
Bijzonder hoogleraar prof. ir. S. A. Hempenius
gebruikte op 2 november j.l. zijn inaugurele
rede onder andere om zijn leeropdracht uitvoe
rig te verklaren en te kritiseren. Die opdracht
luidt „de teledetectie: een non-destructieve
spectrale karakterisering van materialen onder
natuurlijke condities". Woord voorwoord pakte
Hempenius die omschrijving aan om te laten
zien dat deze beter had gekund, danwel dat hij
Overgenomen uit het Wagenings Hogeschoolblad van
3 november 1978.
zelf zich daarbuiten begeeft met zijn colleges.
„Het zal u duidelijk zijn", zo sloot Hempenius dit
deel van zijn rede af, „dat teledetectie nog niet
erg ver was toen enkele jaren geleden de leer
opdracht omschreven werd. Men was toen in
het „trial and error"-stadium, vandaar dat het
instellen van een bijzondere, maar tijdelijke
leerstoel een passende stap was. Of de
bestaande omschrijving t.z.t. zo getransfor
meerd kan worden dat deze acceptabel wordt
voor de vakmensen, is echter nog een open
vraag. Dit zit 'm vooral in het sleutelwoord
„karakterisering", dat een activiteit omschrijft
15