Inzicht in effecten van ruilverkavelingen nodig*) „Voor de onderlinge vergelijking van ruilver kavelingsplannen, voor de toetsing van plan nen bij de goedkeuring in de Centrale Cultuur technische Commissie en bij de bepaling van het landinrichtingbeleid voor de toekomst is het belangrijk een zo goed mogelijk inzicht te verkrijgen in de effecten van ruilverkavelingen". Dit o.m. merkte minister Van der Stee (Land bouw en Visserij) op bij de studies naar het effect van de uitgevoerde ruilverkavelingen, die hij tezamen met de „Instructie inzake de uit voering van de procedure en de regelingen met betrekking tot kavelruil en perceelsvergroting door middel van ruilverkaveling bij overeen komst" de Vaste Tweede Kamercommissie voor Landbouw en Visserij begin november heeft doen toekomen. Nacalculaties van de uitgevoerde ruilverkave lingen kunnen een belangrijke bijdrage aan dit inzicht leveren. Nacalculaties op grond van feitelijke gegevens uit de bedrijfsboekhou- dingen zijn echter zeer arbeidsintensief, terwijl in het bijzonder de bepaling van de ontwik keling, zoals die zou zijn geweest zonder ruil verkaveling, grote moeilijkheden met zich meebrengt. De studies hebben betrekking op de ruilverkavelingen Broekhuizen, Linde-Zuid en Meeden-Scheemda. Ruilverkaveling Broekhuizen" Het Instituut voor Cultuurtechniek en Water huishouding (ICW) heeft voor de ruilverkave ling „Broekhuizen" (685 ha) een eerste poging gedaan de baten te kwantificeren op grond van boekhoudcijfers uit het gebied en een pro grammatisch opgestelde prognose van de toe komstige economische ontwikkeling. Het gaat om een gebied in Noord-Limburg met voor namelijk gemengde bedrijven, enige boomkwe kerijen en tuinbouwbedrijven en een geringe gemiddelde bedrijfsgrootte (6,5 ha in 1962). Uit de nacalculatie volgt een rendement van 6,2%-6,5%De geringe oppervlakte van deze ruilverkaveling heeft het niet gemakkelijk ge maakt de effecten van de ruilverkaveling te iso leren. RuilverkavelingLinde-Zuid" Het meest uitgebreide onderzoek naar de effecten van een ruilverkaveling heeft het ICW verricht in de ruilverkaveling „Linde-Zuid" in Persbericht van het Ministerie van Landbouw en Visserij, d.d. 2 november 1978. Zuidoost-Friesland (7.600 ha) met voornamelijk grasland op zandgrond. De nacalculatie komt voor wat betreft het rendement voor de landbouw, dat wil zeggen van de toe name van de arbeidsopbrengst als gevolg van de voor de landbouw gedane investeringen, uit op 8,17%. Dit cijfer geeft een minimumschat ting uitgaande van constante prijzen, dus inflatievrij en gebaseerd op zeer voorzichtige uitgangspunten. Bij de berekening is een methode gevolgd, die relatieve prijsdalingen van agrarische produkten incalculeert. Behalve aan de landbouwkundige aspecten is bij deze nacalculatie ook aandacht geschonken aan de natuur, het landschap, de recreatie en de leefbaarheid. Ten aanzien van de natuur wordt geconstateerd, dat in vochtige terreinen petgaten (vochtige heide en drasland) een zekere teruggang valt te constateren. Hier tegenover staat onder andere een belangrijke toename van de beplanting en een toedeling aan natuurbeschermingsinstanties van een belangrijke oppervlakte petgatencomplexen. In hoeverre zonder ruilverkaveling dergelijke ont wikkelingen eveneens dan wel in mindere of in sterkere mate hadden plaatsgevonden, blijft een zeer speculatieve zaak. Nieuwe beplan tingen zouden zeer waarschijnlijk in veel mindere mate zijn aangebracht. Het landschap van „Linde-Zuid" heeft ten gevolge van de ruilverkaveling geen belangrijke verandering ondergaan. Voor de recreatie heeft de ruilverkaveling een positieve bijdrage gele verd, onder andere door het aanleggen van fietspaden, waarvan druk gebruik wordt ge maakt. De leefbaarheid in het gebied is, blij kens twee onderzoekingen, duidelijk toege nomen. Naast de verbeteringen samenhangend met de hogere inkomsten en de vermindering van het aantal arbeidsuren wordt vooral de ver betering van de ontsluiting genoemd. Ruilverkaveling Meeden-Scheemda" Voor de bepaling van de effecten van de ruil verkaveling „Meeden-Scheemda" (3.413 ha) is een eenvoudiger en minder tijdrovende bena dering gevolgd dan voor „Broekhuizen" en „Linde-Zuid". Deze studie is daardoor minder diepgaand, maar geeft desalniettemin een antwoord of de investering in deze ruilverkaveling een ver antwoorde besteding van overheidsgelden is geweest. De ruilverkaveling „Meeden-Scheemda" be-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1979 | | pagina 19