Een historische instrumenten
verzameling
door H. C. Pouls, technisch hoofdambtenaar I aan de Afdeling
der Geodesie van de Technische Hogeschool te Delft.
Op vrijdag 3 november 1978 heeft prof. ir. G. J.
Bruins de officiële opening verricht van de per
manente tentoonstellingsruimte voor histori
sche instrumenten in het Geodesiegebouw van
de TH-Delft.
Deze gebeurtenis, die onder grote belangstel
ling van vele aanwezigen, zowel van binnen als
buiten de geodetische wereld, heeft plaatsge
vonden, is een goede aanleiding om aandacht
te besteden aan deze, voor ons land, waarde
volle en in sommige opzichten zelfs unieke ver
zameling geodetische, wiskundige en kartogra-
fische instrumenten.
In het oude gebouw voor Geodesie aan de
Kanaalweg bevonden zich in de sfeervolle bi
bliotheek enige vitrines met een kleine veertig
oude landmeetkundige instrumenten. Daarnaast
waren er in de loop der jaren op diverse plaatsen
oude afgedankte instrumenten en andere hulp
middelen opgeborgen.
Het betrekken van het nieuwe gebouw voor
Geodesie in 1975 en de daarmee gepaard gaan
de verhuizing en leegruiming van het oude ge
bouw had mede tot gevolg dat op alle mogelijke
en onmogelijke plaatsen nog vele objecten te
voorschijn kwamen, waarvan men het bestaan
al lang vergeten was.
Het totaal aan voorwerpen bleek dermate be
langwekkend, dat met recht gesproken kon
worden van een unieke collectie, die vooral ook
met betrekking tot de historie van de geodesie
in Nederland van grote betekenis was. Het is
een geluk dat het kennelijk in het verleden erg
moeilijk was verouderde instrumenten af te
schrijven en af te voeren, waardoor ze maar
ergens opgeborgen werden. Hierdoor zijn waar
schijnlijk vele, nu in historisch opzicht, waarde
volle instrumenten bewaard gebleven.
In het nieuwe Geodesiegebouw is nu een ruimte
ingericht, waarin een belangrijk deel van de ver
zameling overzichtelijk staat opgesteld. De vitri
nes zijn in eigen werkplaats vervaardigd. Dit had
tot gevolg, dat het lang heeft geduurd voor het
geheel klaar en ingericht was. Het grote voor
deel was echter dat, door de geleidelijke op
bouw, de afmetingen aangepast konden
worden aan de beschikbare ruimte en dat er vrij
veel vitrines geplaatst konden worden, zonder
dat visueel de indruk werd verkregen dat het ge
heel overvol was. De foto's tonen duidelijk dat
de Afdeling der Geodesie met recht trots kan
zijn op deze permanente tentoonstellingsruimte.
Beziet men de rijke variatie aan instrumenten en
hulpmiddelen, dan vraagt men zich onwillekeu
rig af waar dit alles vandaan komt. Immers eerst
in 1935 is in Delft de opleiding voor civiel-land-
meter begonnen en de opleiding voor geode
tisch ingenieur is één van de jongste in Delft en
pas in 1948 gestart.
Het blijkt echter dat reeds vanaf het begin van
de technische opleidingen in Delft de geodesie
een belangrijk aspect van de opleiding was en
dat vooraanstaande geodeten betrokken waren
bij het onderwijs.
In 1842 werd in Delft de Koninklijke Academie
opgericht, met als eerste directeur Antoine
Lipkens (1782-1847). Deze, Maastrichtenaar
van geboorte, was in de Napoleontische tijd
werkzaam bij het Kadaster in Frankrijk, daarna
onder meer directeur van het Kadaster in
Luxemburg en vervolgens hoofdingenieur
belast met ,,de Generale Inspectie der geode
tische werkzaamheden in Nederland". Het zal
duidelijk zijn dat, met een directeur met zo'n
achtergrond, er bij de opleiding aandacht be
steed werd aan de landmeetkunde. Dit blijkt
onder meer uit het feit dat bij Koninklijk Besluit
van 7 april 1847 bepaald werd, dat er in Delft
examens voor landmeter konden worden afge
nomen.
Lipkens was bovendien nog de uitvinder van
enige praktische meetinstrumentjes, waaronder
het spiegelinstrument. Dit instrumentje bevatte
drie stellen spiegels, die respectievelijk een hoek
van 22,5°, 30° en 90° met elkaar maakten. Met
de eerste twee stellen konden door middel van
4