tweevoudige spiegeling hoeken van 45°, resp. 60° worden uitgezet en met een w'ervoudige spiegeling hoeken van 90° en 120°. Het stel spiegels met een hoek van 90° werd gebruikt voor hoeken van 180°, m.a.w. voor het zichzelf in een lijn plaatsen. De vraag rijst natuurlijk waar al deze hoeken voor nodig zouden zijn, maar als men bedenkt dat Lipkens in Frankrijk een mili taire opleiding heeft gehad en dat deze hoeken veelvuldig voorkwamen bij de vestingbouw van die tijd, met zijn bastions, ravelijnen, kroon werken, halve manen enz., dan is het antwoord duidelijk. Een ander door hem uitgevonden instrument is de spiegelpasser. Deze bestaat uit een steek- passer met aan de andere kant van het draai punt, in het verlengde van de benen, twee naar elkaar gekeerde spiegels. Met deze passer wer den op dezelfde wijze als bij de sextant hoeken gemeten, de hoek tussen de passerbenen was dan de helft van de gemeten hoek. Deze hoek kon dan bij planchetmetingen gemakkelijk gete kend worden, dit gebeurde door eerst een cirkel te tekenen met een straal gelijk aan de lengte van de benen en vervolgens op de cirkelomtrek twee maal de afstand van de passerbenen uit te passen. Deze nu geheel vergeten hulpmiddelen zijn in de collectie aanwezig. Zij zijn speciaal voor de Delftse TH zo belangwekkend, omdat het uit vindingen zijn van de eerste voorganger van de huidige Rector Magnificus! In 1864 werd de academie omgezet in een Poly technische School. De eerste hoogleraar-direc teur was dr. L. Cohen Stuart, wederom iemand met een grote belangstelling voor de geodesie. Hij was later de grote stuwkracht achter de in 1875 begonnen eerste nauwkeurigheidswater passing van Nederland. Speciaal hiervoor werden op zijn aanwijzingen door de gebroe ders Caminada te Rotterdam waterpasinstru menten vervaardigd. Maar al eerder had het waterpasinstrument zijn belangstelling, want in 1864 werd op de jaar vergadering van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs door hem een, op zijn aanwijzingen, door Caminada gewijzigd instrument van Gravatt getoond. Gravatt had in 1848 in Enge land een waterpasinstrument uitgevonden, dat later bekend werd onder de naam Dumpy level". Dit instrument was een aanmerkelijke verbetering t.o.v. de tot die tijd gangbare typen. Het is een soort type „alles vast" met kompas- rand. Verder verkreeg men er een omgekeerd beeld mee, een unicum voor die tijd, waardoor de kijkerlengte verkort kon worden. Het instru ment werd vooral gebruikt bij de toen sterk in opkomst zijnde spoorwegbouw in Engeland. Eén van de wijzigingen van Cohen Stuart was de vervanging van de kompasrand door een gewone horizontale rand. Zowel het instrument van Gravatt, het gewijzigde model van Cohen Stuart, als twee instrumenten gebruikt bij de nauwkeurigheidswaterpassing zijn in de verza meling opgenomen. De Rijkscommissie voor graadmeting en water passen, opgericht in 1879, heeft vanaf de op richting sterke banden met „Delft" gehad. Toen het oude Geodesiegebouw aan de Kanaal- weg nog gloednieuw was en in 1895 werd over gedragen, werd het tevens bestemd „...ten dienste der commissie voor graadmeting". Deze band is blijven bestaan, want ook nu nog is het secretariaat van de Rijkscommissie voor Geodesie (zoals de naam nu luidt) gevestigd in het Geodesiegebouw. Het is dan ook niet te ver wonderen dat instrumenten en hulpapparatuur van de commissie in de verzameling zijn terecht Repetitiecirkel van Borda i±_ 1800), hoogte 92 cm. 6

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1979 | | pagina 6