unnnnhU'i'iVifüi'iMüimHunHïj Waterpasinstrument vervaardigd door de Deiftse instru mentmaker Onderdewyngaard Canzius (jL 18001, met certi ficaat van Krayenhoff. gekomen. Hierbij zijn instrumenten gebruikt bij de driehoeksmeting van Stamkart en verder Wanschaff-theodolieten gebruikt bij de rijks driehoeksmeting. De afdeling bezit ook een repetitiecirkel van Borda, die met grote waarschijnlijkheid gebruikt is bij de rond 1800 uitgevoerde driehoeksmeting van Krayenhoff. Alhoewel niet het zwaarste is dit wel het hoogste instrument dat te zien is. Een ander bijzonder instrument is een waterpas instrument vervaardigd door de Deiftse instru mentmaker Onderdewyngaart Canzius, dat voorzien is van een certificaat met als tekst: „Nagezien en goedbevonden door mij onder getekende C. R. T. Krayenhoff, Lt.Coll. Direc teur". Dit certificaat is voorzien van een zegel gemerkt: „Hollandsche Fortificatiën". De eerste grote systematische waterpassingen in Neder land zijn van 1797 tot 1812 uitgevoerd onder lei ding van Krayenhoff, hierbij werden o.a. water pasinstrumenten van Ramsden gebruikt. Bo vengenoemd instrument is een dergelijk type. Verder was Krayenhoff luitenant-kolonel van 1798 tot 1806, daarna werd hij bevorderd tot kolonel. Dit certificaat kan er op wijzen dat dit instrument gebruikt is bij deze waterpassingen. Al met al kan gesteld worden dat instrumenten, gebruikt bij alle belangrijke metingen die vanaf ca. 1800 in ons land zijn uitgevoerd, in de collec tie aanwezig zijn en dat daarmee een stuk ge schiedenis van de geodesie in Nederland voor het nageslacht bewaard is gebleven. Belangwekkend is verder de verzameling op tische afstandmeters en tachymeters. Het oud ste instrument is de dubbelbeeldafstandmeter van Rochon, uitgevonden in 1777. Dit is een handinstrument dat berust op de eigenschap van de dubbelbreking van lichtstralen bij kwartskristallen. Hierdoor ontstaan van een voorwerp twee beelden. Door verschuiving in de kijkerbuis van een lens, gemaakt van kwarts, kunnen beelden van b.v. een baak of meetlat in eikaars verlengde gebracht worden. Deze ver schuiving is gekoppeld aan een aflezing op een cotangentenschaal aan de buitenkant van de kijker, waarmee de afstand berekend kan wor den. Dit principe is later nooit meer toegepast, waar schijnlijk omdat de beelden last hebben van kleurschifting. In de tweede helft van de 19e eeuw begon de opkomst van de tachymetrie. Het waren vooral de Fransen die hierbij de voorlopers waren. In 1865 schreef Moinot een boek over tachy- metrische opnamen en ontwierp een speciale tachymeter-theodoliet, die door Richer ge bouwd werd. Gelijktijdig kwam Sanguet met zijn contact-tachymeter. Dit laatste instrument heeft vooral in Frankrijk veel opgang gemaakt en is daar tot omstreeks 1940 gebruikt en ver vaardigd. Ook in Duitsland en elders ontston den diverse typen afstandmeters, zoals de schuiftachymeter van Wagner-Fennel en die van Puller-Breithaupt en de diagramtachymeter van Hammer-Fennel. Vanaf ca. 1920 kwamen hierbij nog diverse modellen van dubbelbeeld- afstandmeters, waaronder de Bosshardt-Zeiss wel de bekendste is. Schuiftachymeter van Puller-Breithaupt. De horizontale schijf dient voor gelijktijdige kaartering. Bij vele van de ontworpen instrumenten be hoorden vaak speciale afstandbaken. Hierbij is wel de meest gecompliceerde de Werffeli-baak van Kern. 3355779S2143658709315 |«3 8 i 7 i Z J jJt 2 8 5 4 2 Plyjyi Ia2|fIifilm103254753n'iilii2 Detail van de Werffeli-baak van Kern.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1979 | | pagina 7