e Wanneer 0 eenmaal in radialen is uitgedrukt, wordt 2 7r bij herhaling van I 0 I afgetrokken, totdat de absolute waarde van de rest tussen 0 en 2 7t ligt. Draaiing van een vector Het is mogelijk een hoek uit te drukken als vector, bepaald door x en y, waarvan R de resultante is. (Zie figuur 1 Indien R de vectoreenheid voorstelt, is in de tra ditionele goniometrie x cos 0 en y sin 0. Niettemin, wat de lengte van R ook moge zijn, y/x tan 0 en x/y cot 0. Dit geldt voor alle waarden voor 0 van 0 tot 2vr. Men heeft een methode gevonden om voor een gegeven hoek 0 x en y te ontwikkelen, zodat alle trigono metrische functies berekend kunnen worden. R J r Fig. 1. Draairichting Deze formule ontstaat als een vector over een gegeven hoek wordt gedraaid. (Zie figuur 2). Een vector bijvoorbeeld, waarvan de hoek 0, wordt bepaald door x, en y,. Draait de vector verder over een aanvullende hoek 02, dan ver schaffen de volgende formules een x2 en y2: x2 x, cos 02 y, sin 02 en y2 y, cos 02 x, sin 02. Worden beide zijden van deze vergelijkingen door cos 02 gedeeld, dan ontstaan x? x, y, tan 02 x2 en cos 02 y2 cos 0, y, x tan 02 y2'. (1) Fig. 2. Men bedenke dat x2' en y2' beide met dezelfde factor (cos 02) van resp. x2 en y2 verschillen. Daarom is y2'/x2' y2/x2. Figuur 2 toont aan dat het quotiënt y2'/x2' gelijk is aan tan (0, 02). De tangens van een grote hoek kan dus bepaald worden met behulp van een aantal kleinere hoe ken, waarvan de som gelijk is aan de oorspron kelijke hoek. Volgens vergelijking (1) hierboven, kunnen x2' en y2' bepaald worden door x, en y, met tan 02 te vermenigvuldigen en deze waarden naar behoefte op te tellen of af te trekken. De hoek 02 wordt zodanig gekozen dat tan 02 een macht van 10 is (b.v. 1; 0,1; 0,01het ver menigvuldigen komt neer op het verplaatsen van x, en y,. Een verplaatsing en een optelling of aftrekking zijn slechts nodig om x2' en y2' te ontwikkelen. Pseudodelen De tangens van de hoek 0 wordt gevonden door de hoek 0 te verdelen in een aantal kleinere hoeken waarvan de tangenten machten van 10 zijn. De hoeken zijn tan-1 (1) 45°, tan~1 (0,1) 5,7°, tan-1 (0,01) w 0,57°, tan"1 (0,001) 0,057°, tan-1 (0,0001) 0,0057°, enz. Deze bewerking wordt „pseudodelen" ge noemd. 45° wordt allereerst een aantal malen van 0 afgetrokken, totdat een negatieve waarde verkregen wordt, waarbij het aantal aftrekkin gen geteld wordt. Het restant wordt tot een positieve waarde hersteld door 45° op te tellen. Deze bewerking wordt herhaald met steeds klei ner wordende hoeken, te beginnen bij 5,7°, tot de resterende hoek r overblijft. Op deze wijze ontstaat: 0 q0 tan"1 (1) q, tan"1 (0,1) q2 tan-1 (0,01)r. De coëfficiënten q, (i 1, 2, 3, n) hebben betrekking op het aantal mogelijke aftrekkingen. Iedere q; is gelijk aan of minder dan 10, zodat 55

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1979 | | pagina 11