lijke naties besteed om die twee getallen te be palen. Natuurlijk hadden die graadmetingen en driehoeksmetingen ook een praktische beteke nis, n.l. het verkrijgen van een betrouwbare grondslag voor kaarten en vaste-punten syste men; iedere landmeetkundige dienst maakt daar gebruik van. Maar de wetenschappelijke taak was toch het bepalen van de afmetingen van de aarde. Toen kwam het historische moment, 4 oktober 1957, dat de kunstmaan Spoetnik werd gelan ceerd, daarna gevolgd door vele andere kunst manen. Uit de banen die deze satellieten om de aarde beschrijven, kan men veel meer gedetail leerde uitspraken doen over de vorm van de aarde. Uit de variaties in de banen, die het ge volg zijn van onregelmatigheden van het zwaar- tekrachtsveld van de aarde die op hun beurt weer het gevolg zijn van de onregelmatige massaverdeling in de aarde worden nu reeds 400 500, inplaats van 2 getallen, afgeleid die de vorm van de aarde, of liever van de potentiaal van het zwaartekrachtsveld van de aarde, be schrijven. Deze ontwikkeling heeft de Rijkscom missie toch wel op de voet gevolgd. Mede op haar advies en dat van de Afdeling Geodesie van de Technische Hogeschool is thans te Kootwijk het observatorium voor satelliet- geodesie gevestigd, waarvan dr. Aardoom groepsleider is. De nieuwste ontwikkelingen op het gebied van metingen naar satellieten wor den daar op de voet gevolgd en toegepast. Wie had deze ontwikkeling 25 jaar geleden kunnen voorspellen? Wat de zwaartekrachtsmetingen te land en vooral ter zee betreft, daarover is in de laatste vijftig jaren in de Rijkscommissie erg veel ge sproken. Dit hield natuurlijk verband met de grote wetenschappelijke betekenis van prof. Vening Meinesz, die als eerste de zwaarte krachtsmeting op zee, met een voor de geodesie aanvaardbare nauwkeurigheid, ontwikkelde. Het instrument dat hij daarvoor heeft gebouwd is wereldberoemd geworden. De metingen zijn vastgelegd in de door de Rijkscommissie uit gegeven serie „Gravity Expeditions at Sea, I t.m. V". De traditie van zwaartekrachtsmetin gen, mede onder de auspiciën van de Rijks commissie, zet zich tot heden voort. Uiteraard met moderne instrumenten. A.s. zomer zullen aan boord van het opnemingsvaartuig van de Dienst der Hydrografie Hr. Ms. „Buyskes" weer gedurende enkele weken zwaartekrachts waarnemingen op de Noordzee worden ver richt. In de internationale samenwerking op geode tisch en aanverwant gebied bestaan verschil lende organisaties [7J. Allereerst de UGGI Union Géodésique et Géophysique Internatio nale), welke unie een overkoepeling is van zeven associaties. De AIG Association Interna tionale de Géodésie) is hiervan de grootste en de belangrijkste. Naast deze associatie van de geodesie zijn er nog associaties van o.m. de geofysica, de vulcanologie, de meteorologie en de hydrologie. De AIG is opgebouwd uit vier secties, namelijk op het gebied van de mathe matische geodesie, de fysische geodesie, de satelliet geodesie en de mariene geodesie. Onder die secties ressorteren weer commissies en onder die commissies studiegroepen, de z. g. special study-groups Wat is nu de rol van de Rijkscommissie in die internationale samenwerking en bestaat er in andere landen (met Nederland vergelijkbaar) een soortgelijke organisatiestructuur als de Rijkscommissie Niet in alle landen natuurlijk. In Europa zijn dat bijvoorbeeld Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Denemarken, Italië en Griekenland, maar bij voorbeeld niet in Frankrijk en Engeland. Daar heeft men alleen een nationaal comité van de UGGI, dat als zodanig optreedt. Buiten Europa ken ik geen geodetische commissies, maar wel weer nationale comité's van de UGGI. Ook bij de internationale samenwerking op geo detisch gebied is de Rijkscommissie sterk be trokken. In de eerste plaats hebben verschillen de leden zitting in internationale commissies en studiegroepen, zij vertegenwoordigen Neder land dus in feite. Op die manier blijf je natuurlijk uitstekend op de hoogte van de inter nationale ontwikkelingen op geodetisch gebied. Verder zijn eigenlijk de vier-jaarlijkse, vroeger drie-jaarlijkse, internationale congressen, de z.g. „General Assemblies van de UGGI", de hoogtepunten van die internationale samenwer king. Dat zijn de samenkomsten waar de verte genwoordigers van de deelnemende landen el kaar spreken. Tussentijds vinden dan nog verschillende sym posia plaats, bijv. op het gebied van Doppler- satellietwaarnemingen of de mariene geodesie. In 1977 is zo in Wageningen een symposium ge houden over elektro-magnetische afstandme ting en de invloed van atmosferische refractie. De Rijkscommissie had aangeboden om dat symposium in Nederland te organiseren, waar na de AIG dat in haar kalender heeft ingepast. Zoals uit de taakopvatting van de Rijkscommis sie blijkt, geeft ze ook wetenschappelijke publi- katies uit, die wegens hun omvang niet in een 50

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1979 | | pagina 6