92
6.2. Opsomming van mogelijke onderwijs
vormen:
a. zelfstudie (met studiehandleiding);
b. videobanden;
c. geprogrammeerde instructie;
d. hoorcolleges (grotere groepen);
e. studiereizen, excursies;
f. vragenuurtje;
g. geleide discussie;
h. buzz-groups" (discussie in kleine groepjes);
i. werkgroepen (oplossen van problemen in
kleine groepen);
j. geleid prakticum;
k. vrije groepsdiscussie;
I. praktijkstage;
m. sensivity training;
n. demonstratie;
o. rollenspel;
p. simulatie;
q. groepswerk (werkdagen, -weken);
r. scriptie;
s. blokonderwijs.
7. DOELSTELLINGEN, LEERINHOUD EN
WERKVORMEN PER VAK EN PER
LEERJAAR
7.1. Inleiding
Hoofdstuk 7 van het schoolwerkplan is het
grootste hoofdstuk; van de 127 pagina's van het
rapport zijn 86 pagina's hieraan gewijd. Dit
hoofdstuk heeft de werkgroep de meeste tijd
gevergd, hetgeen niet verwonderlijk is, omdat
het per vak en per leerjaar bevat:
de totaaldoelstelling voor dat leerjaar;
de subdoelstellingen;
de uitwerking van de subdoelstellingen naar
leerinhouden met een schatting van het aan
tal te besteden lesuren aan dit onderwerp.
Ter illustratie zijn in de staten 1 en 2 de om
schrijvingen voor het keuzevak Landmeetkunde
II voor het 4e studiejaar afgedrukt. In dit hoofd
stuk van de samenvatting wordt alleen een op
somming gegeven van de belangrijkste veran
deringen, die zijn ingevoerd bij de verschillende
vakken.
7.2. Algemene vakken
In deze groep komt het vak Handvaardigheid
(i.e. houtbewerking) te vervallen. De vakken li
chamelijke oefening, Nederlands, Duits en
Engels blijven in lesuren nagenoeg ongewijzigd.
Bij Engels en Duits wordt gestreefd naar verbe
tering van de mondelinge uitdrukkingsvaardig
heid. Bij Nederlands ligt het zwaartepunt op:
verbetering van het schriftelijk taalgebruik
(correspondentie, rapportage e.d.);
het kritisch en begrijpend kunnen lezen van
teksten;
vaardigheid in het samenvatten van gespro
ken of geschreven teksten, zowel schrifte
lijk als mondeling;
vaardigheid in het mondeling formuleren in
communicatieve situaties.
De uitbreiding van de stof bij het vak Bedrijfs
kunde richt zich vooral op het verkrijgen van in
zicht in het bedrijfsgebeuren t.a.v.:
de historische ontwikkeling en structurele
opbouw;
het sociale- en organisatorische functione
ren;
de economische- en juridische aspecten.
In het vierde leerjaar wordt dit inzicht verbreed/
verdiept aan de hand van cases in discussie
groepen. Hierbij wordt tevens ervaring opge
daan t.a.v. communicatieve aspecten (schrifte
lijke en organisatorische voorbereiding, voor
dracht, discussieleiding, rapportage, observa
tie).
7.3. Exacte vakken
Deze hebben een ondersteunende functie voor
de beroepsgerichte vakken en worden uitslui
tend in de eerste twee studiejaren gegeven. Het
totaal aantal beschikbare uren is ongewijzigd.
Inhoudelijk zijn er wel wijzigingen aangebracht.
Hogere wiskunde: Het programma wordt aan
gevuld met de beginselen van de vector- en
matrixrekening, t.b.v. het vak Waarnemings
rekening en het werken met complexe getallen.
In het nieuwe vak Statistiek wordt de student
vertrouwd gemaakt met fundamentele begrip
pen uit de beschrijvende statistiek, de waar
schijnlijkheidsrekening en de mathematische
statistiek.
Computerkunde: Dit vak behandelt de werking
van de computer, de programmeertaal BASIC,
het beheersen van de verschillende methoden
uit de numerieke wiskunde en het kunnen toe
passen van BASIC in o.a. de landmeetkundige
vraagstukken.
Natuurkunde: Dit vak vertoont een duidelijke
accentverschuiving van de optica naar de elek
tronica. In het eerste halfjaar worden de belang
rijkste grondslagen van de geometrische optica
en hun toepassingen in landmeetkundige instru
menten behandeld. De resterende tijd wordt be
steed aan de belangrijkste definities en wetten
van het magnetisme en de elektriciteit (bv. de
wisselstroomtheorie), een nauwkeurige be
schrijving van de methode ter bepaling van de
voortplantingsnelheid van elektromagnetische
golven, alsmede een analyse yan mogelijke fou
ten die bij metingen m.b.v. elektromagnetische
golven kunnen ontstaan. Verder een bespreking