van instrumenten die korte en lange radiogolven
gebruiken en instrumenten die zichtbaar licht of
infrarode straling gebruiken. Ook wordt een ver
klaring gegeven van de werking van een gyro-
kompas. Ter ondersteuning van de theorie wor
den praktische oefeningen in kleine groepen uit
gevoerd.
WaarnemingsrekeningDit vak is in zijn opzet
gericht op de moderne puntsbepaling. Na het
inschakelen van een kansmodel en een voor-
waardemodel wordt de toepassing van de
voortplantingswetten voor midwaarden en va
riances behandeld. Naast het meetkundig ver
effenen van een tweedimensionaal vraagstuk
wordt het analytisch vereffenen van meerdi
mensionale problemen volgens het eerste en
het tweede standaardvraagstuk behandeld,
aangevuld met toetsing van de uitkomsten.
Verder een behandeling van de toepassing van
de voortplantingswetten in het eerste en twee
de standaardvraagstuk voor niet-lineaire vraag
stukken en de grenswaardetheorie t.b.v. de be
oordeling van de betrouwbaarheid, alsmede een
eerste aanzet in het opstellen van voorwaarden
gebruik makend van complexe getallen.
7.4. Beroepsgerichte vakken
Landmeetkunde I: Technische ontwikkelingen
in de landmeetkunde enerzijds en een betere
verdeling van de stof over de studiejaren heb
ben geresulteerd in de onderstaande wijzigin
gen (De elementaire landmeetkunde, zoals die
behandeld werd in het eerste en tweede jaar, is
niet spectaculair veranderd)
1e jaar (verschoven van 2e naar 1e jaar): cirkel
en korfbogen; richting- en hoekmeting en pla-
nimetrering. Moderne ontwikkelingen v.w.b. de
systemen van detailmeting krijgen uiteraard de
nodige aandacht.
2e jaar (verschoven van 4e naar 2e jaar): over
zicht optische afstandmeting, inleiding in de
elektronische afstandmeting en het kunnen
werken met de verkenningsregels van de HTW.
Daarnaast als nieuw element een inleiding in de
zeemetingen, zoals dieptemetingen, Decca-
Hifix-patronen, akoestische methoden, verwer
king van hydrografische metingen en zeekaar
ten.
4e jaar: Het programma voor dit jaar ziet er nu
als volgt uit. Het kunnen rekenen met complexe
getallen en functies daarvan, zoals toegepast in
de landmeetkunde. Het opsporen en opstellen
van voorwaarden volgens één algemeen prin
cipe. Wiskundige grondslag van circuitnetten.
Het toepassen van het rekenschema van Gauss
op het eerste en tweede standaardvraagstuk.
Het uitvoeren en analyseren van deformatie
metingen. Trigonometrische en barometrische
hoogtemeting. Sea-fix plaatsbepalingsysteem
en de grondprincipes van het meten met Air-
born-Control, Aerodist en het Doppler-systeem.
(Geodetische astronomie): Het kunnen rekenen
met elementaire begrippen uit de boldriehoeks-
meting. Het kunnen werken met verschillende
coördinatenstelsels en tijden en met de Star-
Almanac. Azimut- en breedtebepaling en ster
programma.
(Kaartprojecties): Het langs meetkundige en
analytische weg kunnen inzien hoe verschil
lende kaartprojecties ontstaan en wat daarbij de
vervormingen zijn. Het vervaardigen van een
kaartje in een zelf gekozen projectie m.b.v. een
computer en drumplotter.
Landmeetkunde II (als keuzevak in 4e jaar)Zie
de staten 1 en 2.
Civiele Techniek: Meer dan in het bestaande
programma zal er aandacht besteed worden aan
de maatvoering en toleranties op de bouw
plaats, de problematiek bij de aanleg van en uit-
zetwerk voor wegen, spoorwegen, riolering en
het berekenen van grondverzet.
Fotogrammetrie: De belangrijkste wijziging bij
dit vak is het invoeren van praktijkoefeningen
(vier uur per drie weken in het 2e studiejaar),
waarin vaardigheid verkregen wordt in het ge
bruik van foto's en fotogrammetrische instru
menten.
In het 4e jaar (als keuzevak): Het hanteren van
de belangrijkste uitwerkmethoden zoals de
enkelbeeld, dubbelbeeld, analoge en analytische
methode. De inschakeling van de fotogramme
trie in landmeetkundige en andere disciplines,
zowel kwalitatief als kwantitatief. De beginselen
van de foto-interpretatie en de teledetectie.
Recht: In het 1e en 2e studiejaar is weinig
verandering aangebracht in het programma.
Behandeld worden de grondslagen en de syste
matiek van het recht, de hoofdlijnen van het
staatsrecht, het bestuursrecht, het privaatrecht
en het procesrecht, alsmede de relatie tot de
andere vakken.
In het 2e jaar komen aan de orde het personen
recht (hoofdzaken), het huwelijksgoederen
recht en het erfrecht (hoofdzaken), het zaken-
en verbintenissenrecht (uitvoeriger) en van het
bestuursrecht de wetgeving op het terrein van
de ruimtelijke ordening (vooral aandacht aan de
bestemming).
In het 4e jaar vindt een verdeling plaats tussen
de vakken Recht I (verplicht) en Recht II (keuze
vak).
Recht I bevat: de verdieping en verbreding van
het verbintenissen- en vooral het zakenrecht
aan de hand van de casuïstiek. Daarnaast een
behandeling van de volgende bestuursrechte
lijke wetten (vooral aandacht voor de inrich-
94