De kartografie ten tijde van Gerard Mercator (1)
Dit artikel is het eerste van twee artikelen, die zijn ontleend aan HTS-scripties
van J. Teunissen (februari 1975) en K. Hogenbrik (februari 1977). In het
onderstaande artikel wordt de kartografie ten tijde van Gerard Mercator
beschreven, in het volgende zal de Mercatorprojectie worden behandeld.
Levensbeschrijving van Gerard Mercator
Gerard Mercator, wiens werkelijke naam was
Gerard Kremer, werd op 5 maart 1512 in Rupel-
monde, niet ver van Antwerpen, geboren. Tij
dens zijn loopbaan verlatiniseerde hij zijn naam
tot Mercator. Reeds door zijn tijdgenoten werd
hij als de grootste geograaf van zijn tijd be
schouwd.
Aanvankelijk studeerde Mercator filosofie aan
de universiteit van Leuven, met de bedoeling
om geestelijke te worden. Weldra bleken echter
zijn belangstelling en talenten op een ander
terrein te liggen, waardoor hij na korte tijd van
studierichting veranderde. Hij ging zich nu in de
wis- en natuurkunde en aanverwante vakken
bekwamen. De problemen over de schepping
van hemel en aarde troffen hem in het bijzonder
en bleven hem steeds bezig houden. Al spoedig
had Mercator zich ontwikkeld tot een bekwaam
instrumentmaker, landmeter en kartograaf. Ook
als graveur verrichtte hij goed werk. Een bij
zondere verdienste van Mercator was het invoe
ren van het cursief: het Italiaanse schuine letter
type.
Zijn eerste kaarten dateren uit de jaren 1530:
een kaart van Palestina, een wereldkaart en een
kaart van Vlaanderen. Het vervaardigen van
globes zou Mercator van Gemma Frisius, een
Nederlands geograaf, wiskundige en arts, ge
leerd hebben. Zijn eerste aardglobe kwam in
1541 klaar, een hemelglobe in 1551.
In het jaar 1552 vertrok Mercator van Leuven
naar Duisburg, waar hij kosmograaf van de
hertog van Gulik werd en waar hij zijn verdere
leven ook zou blijven. Het was hier, in 1569, dat
Mercator zijn beroemde wereldkaart ontwierp*
Op deze kaart ,,ad usum navigantium" (voor
het gebruik door zeevarenden) paste hij voor het
eerst de in het volgende artikel beschreven
kaartprojectie toe, welke ook zijn naam is blijven
dragen. Deze nieuwe projectie werd echter pas
erkend, nadat de Engelsman Edward Wright er
een verklarend werk over had uitgegeven. De
toepassing van deze projectie-methode is tot op
heden nog steeds in gebruik.
In Nederland is slechts één exemplaar aanwezig en wel
in het Maritiem Museum te Rotterdam.
In Duisburg schreef Mercator ook een geschie
deniswerk, de ,,Chronologia", dat grote be
kendheid verwierf. Ook is door hem tweemaal
een bewerkte editie van Ptolomaeus' ,,Geo-
graphia" uitgegeven. Tegelijkertijd werkte hij
aan een volledige beschrijving van de schepping
en van de hemel, aarde en zeeën. Het resultaat
hiervan was zijn postuum uitgegeven Atlas,
sive cosmographicae meditationes de fabrica
mundi et fabricati figura". Mercator kwam als
eerste met de naam atlas voor een kaartenboek.
Deze naam is gekozen naar een geleerde uit
Etrurië (Italië), die als eerste een hemelglobe ge
maakt zou hebben.
In 1594 stierf Mercator, na de eerste twee delen
van zijn atlas gepubliceerd te hebben. Zijn zoon
Rumold voltooide het boek, dat in 1595 in zijn
geheel werd uitgegeven. De atlas van Mercator
zou nog een lang leven hebben, want Jodocus
Hondius (Vlaams tekenaar, kalligraaf, graveur,
stempelsnijder, wiskundige, kartograaf en uit
gever) kocht de koperplaten van Mercator en
gaf dit werk in de 17e eeuw opnieuw uit.
Kartografie in de Middeleeuwen
Op het gebied van de kartografie kunnen de
Middeleeuwen wel als „duistere" eeuwen wor
den aangeduid. De wereldkaarten van voor
1400 geven een primitief beeld, dat eigenlijk
meer een theologisch wereldbeeld was dan een
werkelijke weergave van de planeet waarop
men leefde. Gedacht kan in dit verband
worden aan de zogenaamde ,,T-kaarten",
waarop de wereld is afgebeeld als een damschijf
omgeven door een smalle wereldzee. Het oos
ten, soms met een afbeelding van het paradijs
met Adam en Eva, is boven. In het midden ligt
Jeruzalem. De ene, bovenste helft van de
wereld was Azië, de onderste helft Europa en
Afrika, van elkaar gescheiden door de Middel
landse Zee. Ten aanzien hiervan dient opge
merkt te worden dat de werkelijke kennis in de
vroege Middeleeuwen zich nauwelijks buiten de
grenzen van het vroegere Romeinse wereldrijk
uitstrekte.
Twee kaarten op groot formaat uit de 13e eeuw
kan men als meer ontwikkelde typen van de
,,T-kaarten" beschouwen, n.l. de Ebstorfer-
98