X° Vx2 y2 \Aê~T De lengte van de loxocroom is: S cos 133,22° TM 6378'388 12636 km De lengte van de orthodroom is: cos sin 40,8° sin —34° cos 40,8° cos —34° cos 92,4° 5 113,06° De kortste afstand tussen New York en Kaap stad is: 6378,388 x 113,06 x 12586 km. Het azimuth van de orthodroom is: cos —34° sin 92,4° sin 113,06° a 115,81°. De afwijking loxodroom orthodroom 50 km 0,4%. De tussenpunten van de orthodroom worden weer met een interval van A\ 7,5° met de formules (3) berekend: sin a <p° x (cm) y (cm) 40,8 -74 -8,1 4,9 38,1 -67,5 -7,4 4,5 34,3 -60 -6,6 4,0 29,6 -52,5 -5,7 3,4 24,0 -45 -4,9 2,7 17,4 -37,5 -4,1 1,9 10,0 -30 -3,3 1,1 2,1 -22,5 -2,5 0,2 - 5,9 -15 -1,6 -0,6 -13,6 - 7,5 -0,8 -1,5 -20,6 0 0 -2,3 -26,8 7,5 0,8 -3,0 -32,0 15 1,6 -3,7 -34,0 18,4 2,0 -4,0 Vervormingen Men kan de vervormingen van een land of van een lijn, die zich over een groot gedeelte van de kaart uitstrekken, bestuderen. Dit land of deze lijn wordt daartoe in een groot aantal stukjes verdeeld, waarna de vervorming van elk onder deel wordt bekeken. Dit opdelen gebeurt mees tal intuïtief. Wanneer men de afbeelding in de Mercatorprojectie bekijkt, valt het op dat de schaal van een land op hogere breedte veel groter is dan van een land bij de evenaar. Men beschouwt dus altijd vervormingen van kleine stukjes van de kaart en vergelijkt deze met vervormingen in andere delen van de kaart. Ditzelfde doet men bij een meer preciese bestu dering van de vervormingen. Hoe wordt een klein gebiedje op de bol afge beeld in de kaart? Hiervoor nemen we de meest eenvoudige vorm van een gebiedje, namelijk een cirkel. Dit cirkelvormig gebiedje zal in de kaart in het algemeen niet meer cirkelvormig zijn maar uitgerekt of ingekrompen in een bepaalde richting. Hierdoor verandert de cirkel in een el- lipsje. De vorm van dit ellipsje is karakteristiek voor de vervorming van het gebied in de kaart. De assen van de ellips zijn bepalend voor de ver vorming in een bepaalde richting. Het geeft dus aan in welke richting het gebied het meest is uit gerekt en tevens geeft de verhouding tussen het oppervlak van de ellips en het oppervlak van de oorspronkelijke cirkel op de bol aan hoe groot de oppervlaktevervorming is. De assen van de ellips zijn te berekenen uit de formules die aan de projectie ten grondslag liggen en wel door deze formules te differentiëren, dat wil zeggen een oneindig klein gebied in beschouwing te nemen. Het ellipsje kan men voor elk gebied van de kaart berekenen en tekenen. Door ze met elkaar te vergelijken krijgt men een indruk van het ver loop van de vervorming. Het ellipsje wordt ge noemd naar de Fransman, die het het eerst heeft onderzocht en heet „indicatrix van Tissot". De vervorming kan men in drie onderdelen split sen: 1. lineaire vervorming: dit is de vergroting of verkleining van een lijnstuk na afbeelding in een bepaalde projectie; 2. hoekvervorming: dit is de verandering die een hoek ondergaat na afbeelding in een be paalde projectie; 3. Oppervlaktevervormingdit is de verandering die de grootte van het oppervlak van een ge bied ondergaat bij afbeelding in een bepaal de projectie. Deze drie aspecten zullen toegelicht worden aan de hand van de indicatrix van Tissot. (Zie figuur 8 en 9). Wiskundig kan men de vervorming van een cirkel (met straal 1) tot een ellips beschrijven met een transformatie: X ax Y by Ad 1: lineaire vervorming Het lijnstuk OP gaat na projectie over in O'P1. De lengte OP Vx2 y2 en O1?1 VX2 Y2 \/a2x2 b2y2. De hoek van de lijn OP met de y-as is a x y sin a en cos a De vergroting wordt in het algemeen aangeduid met M en deze is afhankelijk van de hoek a. 132

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1979 | | pagina 12