Middelbare Technische School te Arnhem
Eindexamen (eerste deelexamen november 1978)
studierichting Landmeetkunde*)
I
s
Yf
xE
1
0,00000
2
0,05000
0,00000
0,00002
0,05000
3
0,10000
0,00004
0,00017
0,10000
4
0,15000
0,00014
0,00056
0,15000
5
0,20000
0,00033
0,00134
0,20000
6
0,25000
0,00065
0,00260
0,25000
7
0,30000
0,00113
0,00450
0,29994
8
0,35000
0,00179
0,00714
0,34987
9
0,40000
0,00267
0,01066
0,39974
10
0,45000
0,00379
0,01514
0,44954
11
0,50000
0,00519
0,02081
0,49922
V (km/uur)
R (in m)
L
in m)
40
100
40
60
200
60
80
400
80
100
625
100
120
900
120
Landmeetkunde Tijd: 100 min.
1. a. Hoeveel centesimale graden bevat een
hoek van 2,356 radialen? Het antwoord
toelichten met een berekening,
b. Hoe bepaalt u de lengte van PQ met ge
bruikmaking van jalons, jalonrichters,
meetveer, meetpennen en een dubbel
pentagoonprisma?
2. Men meet de afstand tussen twee meet
punten A en B als volgt:
a. met een geijkte meetveer (staal), lengte
20 m, ijktemperatuur20° C;
b. men werkt met zes meetpennen;
c. er vinden acht wissels plaats;
d. na de laatste wissel heeft de achterman
nog twee pennen aan zijn ring;
e. er wordt 12,345 m bijgemeten;
f. de meettemperatuur is 12° C.
Gevraagd de gecorrigeerde eindmaat van de
meetlijn AB.
3. a. Welke methoden van grootteberekening
kent u?
b. Geef van elke methode een korte om
schrijving.
c. Wanneer gebruikt u een poolplanimeter
en wanneer een harpplanimeter? Geef
duidelijk het verschil aan.
4. Op een bijlage (niet afgebeeld!) zijn van een
cirkelboog (R 160 m) de rechtstanden ge
tekend. Tevens zijn in een tabel de coördina
ten van de detailpunten van de cirkelboog
gegeven. Teken op de bijlage de detailpunten
van de cirkelboog. Punt S is niet toeganke
lijk. Uw gradenboog is uw theodoliet. Geen
overgangsboog toepassen!
De MTS te Arnhem heeft drie zogenaamde deelexamens,
waarbij het eindcijfer wordt bepaald door het gemiddelde
van de cijfers behaald op die deelexamens. Dit cursusjaar
werd het tweede deelexamen gehouden in maart. Het
derde deelexamen zal plaats vinden in juni.
5. Gegeven:
rechtstand 1
28 gr.
R 600 m
Vmax 90 km/h
Bereken:
a. hoofdpunten klothoïde;
b. tussenpunten klothoïde (ca. 12 m);
c. hoofdpunten cirkelboog;
d. tussenpunten cirkelboog (ca. 20 m).
Teken de halve boog. Schaal x-waarden
1 1000, schaal y-waarden 1 100.
Tabel van de eenheidsspiraal (klothoïde) met A 1.
6. a. Door welke vier grootheden wordt een
coördinatenstelsel vastgelegd?
b. Hoe zijn deze grootheden gekozen voor
het Nederlandse coördinatenstelsel?
c. Wat is het verschil tussen geografisch
noorden en kaartnoorden? Maak een
tekening.
Landmeetkundige berekeningen
Tijd: 100 min.
1. Van perceel ABCD zijn de onderstaande
meetcijfers bekend. Bovendien is gegeven
dat lijn AB evenwijdig is met lijn CD. Bij
hoekpunt A dient een afronding te komen,
waarvan de straal 20,00 m is.
135