stichting NGL den. Waaruit bestaan deze wijzigingen? 17. Bij een stemming over een ruilverkaveling (1435 stemgerechtigden - 2836 ha) waren aanwezig 677 stemgerechtigden, die 2182 ha bezaten. Voorstemmers 317 - 1343 ha, tegenstemmers 360 - 839 ha. a. Zou deze ruilverkaveling aangenomen zijn in 1927? b. En in 1977? Beide antwoorden toelichten. Wegenbouwkunde Tijd: 100 min. 1. a. Wat is het doel van het aanbrengen van verticale drainage. Waarom deed men dit 40 jaar geleden nog niet? Licht dit toe met twee tijd-/zettingsdiagrammen. b. Tot welke diepte mag of moet de drain aangebracht worden? c. Op hoeveel m2 komt meestal een drain? d. Beschrijf kort hoe men een zandpaal aanbrengt. e. Schets een dwarsprofiel van het grond- lichaam voor een vier-strooksweg, waar voor zandpalen werden toegepast (on geveer drie weken na het aanbrengen van het zandlichaam). Licht uw antwoorden zo nodig toe. 2. Wat verstaat men onder zetting, klink, uit levering en negatieve uitlevering? Deze be grippen zullen vaak voorkomen bij menings verschillen tussen directie en aannemer. Licht dit toe. 3. a. In welke omstandigheden past men cu- netdrainage toe? Geef een dwarsprofiel van een weg met bermsloot en geef hier het drainagesysteem in aan. b. Welke soort drain wordt tegenwoordig meestal toegepast? Waarom? Waarom voert men de verbindingen waterdicht uit? 4. Waarom mag afdekgrond voor wegbermen niet uit vette klei bestaan? 5. Men kan grond in ophoging verdichten op verschillende manieren en met verschillende machines. Noem deze. Licht voor elk geval toe waarom men die methode kiest en be schrijf de methode kort. 6. Zand met een ongeschikte korrelopbouw is, met moeite, goed te verdichten, maar geeft moeilijkheden wat betreft de stabili teit. Licht dit toe. Welke maatregelen kan men nemen om het aanbrengen van de eerste laag asfalt toch redelijk goed moge lijk te maken? Noem hiervan de voor- resp. nadelen. 7. Er zijn in principe drie methoden om de sta biliteit van (elk) zand te verbeteren. Noem deze en licht ze kort toe. 8. Aan welke eisen zal een zandcement-stabi lisatie moeten voldoen? 9. De eisen die aan een laag in een verhar dingsconstructie worden gesteld zijn afhan kelijk van de plaats in die constructie. Toon dat aan o.a. m.b.v. een schets en geef de eisen aan elke laag te stellen. 10. In welke omstandigheden zal men voor het maken van een wegfundering de voorkeur geven aan hoogovenslakken? Licht dit toe. 11. Waarom is de aanleg van asfaltwegen na 1960 sterk toegenomen, waarbij ook de fundering in asfalt is uitgevoerd? 12. Voor welke soorten werk wordt een ban- denwals gebruikt? Licht toe waarom. Vaktekenen Tijd: 200 min. Verstrekt werd een veldwerk. Gevraagd werd: 1Het veldwerk te kaarteren op schaal 1 500, het ruitennet was al uitgeprikt. 2. De figuratie, ruitpunten en grondslagpunten te inkten. 3. Een noordpijl in inkt op de tekening aan te geven. 4. De tekening in inkt te beschrijven, leesbaar in de noordrichting, als volgt: Karnemelkstraat in verticaal kapitaal draadschrift, hoog 2 mm; hotel, garage en winkel in verticaal kapi taal draadschrift, hoog 2 mm; grondslagnummers in verticaal draad schrift, hoog 2 mm; coördinaatgetallen in verticaal draad schrift, hoog 2 mm; Arnhem B, rechts boven aanbrengen in verticaal kapitaal blokschrift of met scha- bloon, hoog 4 of 5 mm. Van elk onderdeel, genoemd onder de punten 1 t.m. 4, diende minimaal een gedeelte behan deld te worden. RAYONBIJEENKOMST NGL/NVG TE EINDHOVEN Op donderdag 10 mei a.s. zal de heer ing. J. E. P. E. Wessels, chef van de afdeling Land meetkunde van het bedrijf Openbare Werken van de gemeente Maastricht, een lezing houden over: De coördinatie en instandhouding van de maatvoering bij de voorbereiding en uitvoering van bestemmingsplannen. Hierbij zullen de volgende onderwerpen aan de orde komen: 1De moderne stedebouwkundige opzet van te realiseren plannen. 2. De consequenties van deze stedebouwkun dige opzet voor de maatvoering. 138

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1979 | | pagina 18