Onderzoek minuutplans doorir. E. Muller. In 1978 heb ik een globaal onderzoek ingesteld naar de minuutplans die bij de oprichting van het Kadaster zijn ingevoerd. Het ging hierbij speciaal om hun esthetische en cultuurhisto rische kwaliteiten. Hoewel het moeilijk is deze kwaliteiten nader te omschrijven, meen ik toch te kunnen constateren dat het Kadaster ook in dit opzicht over rijke archieven beschikt. In steeds sneller tempo zijn in de laatste ander halve eeuw veranderingen aangebracht, zodat het landschap en de bebouwing van ons land vaak totaal van karakter gewijzigd zijn. Maar de grootschalige kadastrale kaarten weerspiegelen nog het beeld van de oude tijd, waarin de ver anderingen slechts traag verliepen. En al was het doel van deze kaarten een fiscale aangele genheid, het resultaat vertoont vaak een eigen schoonheid, niet alleen door de speelsheid of artisticiteit van de landmeters, maar meer nog door de zakelijke, strakke weergave van het terrein. Het oorspronkelijke doel van het onderzoek was om op korte termijn te komen tot een publikatie. Hierin zouden een dertigtal kaarten in kleur op enigszins verkleinde schaal afgebeeld worden, opdat in ruime kring bekendheid gegeven kon worden aan dit mooie en interessante materiaal. Buitenstaanders die er thans toevallig mee in aanraking komen, zijn er vaak aangenaam door verrast. Dit in tegenstelling tot de meerderheid van het eigen personeel, dat er vaak in nega tieve zin mee geconfronteerd wordt, omdat deze kaarten bezien vanuit de huidige tech nische vereisten en vaardigheden nogal wat ge breken en onvolkomenheden vertonen. Inmiddels moest het idee inzake de publikaties aangepast worden aan andere visies. Wat bleef zijn de indrukken, de aantekeningen, de ko pieën en de dia's die ik verzameld heb. En aange zien ik ook aandacht geschonken heb aan alle andere oude gegevens van onze dienst, is aldus een beeld verkregen zij het onvolledig en brokkelig van anderhalve eeuw geschiedenis van het Kadaster en de Openbare Registers. Soms hebben gebeurtenissen uit het verre ver leden hun indrukken op het terrein achtergela ten. De kadastrale kaarten registreerden het, zoals de vorm van dijken met hun doorbraken, de plaats van boerderijen, de vorm en de inde ling van percelen, de situatie van vestingwerken en het stratenpatroon in steden en dorpen. Dat alles is niet willekeurig ontstaan of gesticht. Overal zit een „verhaal" aan vast. De moeilijkheid om dat verhaal te kunnen vertel len is dat men van vele markten thuis zou moe ten zijn. Als kadastermensen kunnen we echter trachten de belangstelling van deskundigen te trekken, opdat zij bij hun studies het kadastrale archief niet overslaan. Te weinig wordt dit archief, naar mijn mening, als een cultureel goed beschouwd, dat een belangrijk hulpmiddel kan zijn voor allerlei soorten onderzoek. Dit is wel begrijpelijk, omdat het kadastrale archief voor buitenstaanders moeilijk toeganke lijk is; deels door zijn ingewikkeldheid, maar niet minder door de kosten, die voor inzage in reke ning moeten worden gebracht. Weliswaar wordt in groeiende mate aan studerenden vrij stelling van het zgn. kadastraal recht verleend, waardoor de dienst in passieve zin zich meer open stelt voor onderzoek. Maar het lag buiten het gezichtsveld om actief goede hulp bij cultuurhistorisch onderzoek te verschaffen, of om zelf bepaalde onderzoekingen te doen. Zelfs ten aanzien van de inrichting van het Kadaster en van de Hypotheekbewaring heeft niet de dienst, maar hebben slechts enkelingen iets ge daan om door onderzoek tot een dieper inzicht te komen, terwijl er toch nog moeilijkheden ge noeg zijn. Wat voor de dienst en de dienstleiding geldt, geldt niet voor al het personeel. Bij mijn onder zoek heb ik vele ambtenaren ontmoet, die veel begrip voor een cultuurhistorische benadering hadden en die soms zelf actief bezig zijn in die richting. Velen van hen hebben mij geholpen en langs deze weg wil ik hen gaarne bedanken voor hun hulp en hun aanwijzingen. Door dit artikel en door enkele volgende hoop ik de aandacht te vestigen op die facetten, die naar mijn mening de belangstelling en soms een verdere studie waard zijn. Het aantal minuutplans Het is vreemd, maar niemand schijnt te weten hoeveel minuutplans er waren bij de oprichting 123

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1979 | | pagina 3