V cos V2 AA g cos 72 (AA a) Fig. 5. De orthodroom. met behulp van de formules uit de boldriehoeks- meting. Meestal zijn de geografische coördina ten <p en X van de punten P0 en P bekend en wordt de sferische afstand <5 en het azimuth a van P ten opzichte van P0 gevraagd. (Zie figuur 5). De cosinusregel toegepast in de boldriehoek PP0N geeft: cos <5 cos (90 - <p0) cos (90 - <P sin (90 (fi0) sin (90 <p) cos AA cos<5 sin(^0 sin<£> cosv0 cosy?cos AA (1) Als hieruit 8 (in radialen) wordt opgelost en wordt vermenigvuldigd met de aardstraal, dan levert dit de kortste afstand tussen twee punten op aarde op. Met deze gevonden 8 kan men uit de sinusregel het azimuth a berekenen: sin a sin (90 <p) sin A A - sin 8 sin a sin AA cos v? sin <5 (2). Vaak wil men het verloop van een orthodroom op de bol puntsgewijs berekenen, om deze in een kaart af te beelden. Daartoe verdeelt men de pooldriehoek PP0N in een aantal deeldrie- hoeken, waarbij men bij voorkeur de hoeken bij de pool met volle meridianen laten samenvallen (bijv. om de 10°, zie figuur 6). In deze deel- driehoeken P0NPV P0NP2,PoNPn noemt men de gevraagde zijden P, N, P2 N,Pn N h,, h2,hn en de orthodroomelementen PqP,, P0P2»Po^n L- Met behulp van de analogieën van Neper vindt men: tg V2 [I 8) tg V2 (90 (p0) tg V2 8) tg1/2 (90—<?0) sin V2 AA a) sin V2 (AA a) Fig. 6. Aangezien men niet de poolafstand h, maar direct de geografische breedte y 90 h wil berekenen, substitueert men tevens in plaats van het complement 90 I Vhetgeen de formules geeft cotg V2(<p+v) tg 72(90 -<p0) cos1/2| ^7ai cos 72 AA a) tg 72 (<p-v) a (3) ta 112 (90 'sin /21 aj tg /2(yu <P0) sini/2(AX a) De som van deze twee uitkomsten geeft de bij behorende breedte <p van een gekozen lengte Ook het verloop van een loxodroom kan men langs rekenkundige weg bepalen. Men be schouwt hiervoor twee dicht bij elkaar gelegen meridianen die door twee dicht bij elkaar gele gen parallelcirkels worden gesneden. Hierdoor wordt een klein trapezium van het gradennet af gebeeld. Als dit trapezium voldoende klein is kan men het als vlak en als rechthoekig aanne men. (Zie figuur 7). De diagonaal P0 P is nu een stuk van de loxodroom en de hoek a is het azimuth van deze loxodroom, welk azimuth over al gelijk blijft. De lengte van een stukje van de parallelcirkel P0 P, is AA costp. De onderlinge afstand tussen de beide parallelcirkels is het 129

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1979 | | pagina 9