Oud landmetersgereedschap
in boeken
DKBKKN OPTE LaNTMEETKONS
door W. Koopmans, oud-ambtenaar van het Kadaster.
Figuur 1 komt uit het boekwerk ,,De Beknopte
Lant-Meet-Konst" van de Dordtse landmeter
Mattheus van Nispen, die leefde van ca. 1628-
1717. Van zijn jeugd is niets bekend. Hij trouwde
in april 1657 te Dordrecht met Maria van der
Eijk. Op 4 november 1660 ontving hij van het
Hof van Holland te Den Haag de admissie (be
voegdheid) om het beroep van landmeter uit te
oefenen. Op 34-jarige leeftijd publiceerde hij het
bovengenoemd boekje, dat vijf herdrukken be
leefde. In 1672 werd hij aangesteld bij het Hoog
heemraadschap van de Alblasserwaard. De
door hem geproduceerde kaarten, waaronder
verschillende belangrijke, zijn opgesomd in de
studie van ir. Th. W. Harmsen, een uitgave van
de Delftse Universitaire Pers 1978 en besproken
in Geodesia juli-augustus 1978. Ze werden ge
toond op de tentoonstelling van de gemeente
Dordrecht van 2 september t.m. 14 oktober j.l.
De landmeter, zittend achter de tafel, is bezig
met aanwijzingen te geven aan de twee (staan
de) helpers. Behalve de kaart ligt er ook een
winkelkruis voor hem (zie figuur 2). Ik neem aan
dat dit hetzelfde instrument is als door Harmsen
is beschreven op bladzijde 28 van zijn studie.
Van het door Van Nispen genoemde ,,gereet-
schap daer mede een Lant-meter op 't Velt be
hoort versien te wesen" zien we naast de tafel
een meetketting, lange stokken en meetpennen.
De meetketting, meestal 5 roeden lang, was ge
maakt van stijf koperdraet, ysere ringen aan
beide einden, die wat ingebogen zijn" (5 Rijn
landse roeden 18.84 m; de meetketting
wordt door slijtage wat langer). U weet het, de
stalen meetband kwam eerst in de 19e eeuw in
verschillende lengten in gebruik. Op blz. 181
e.v. noemt Van Nispen ook nog een winkel-
kruis, een meetlat, een aantal jalons en een
„Memoryboek" boekje voor veldaanteke-
ningen).
165
tot Dor ar echt
Jly J/JttbeiiS Jltn 'JM/bêft
In Geodesia juni 1978 besprak ik enkele kaart-
vignetten, waarop oud landmetersgereedschap
voorkomt. Ik schreef toen dat de daar afge
drukte voorbeelden met verschillende andere
konden worden aangevuld. Hier volgen er dan
nog enkele, waarbij de nadruk valt op gereed
schappen, welke voorkomen in geodetische
boekwerken uit een lang vervlogen tijd.