Proefwerk voor landmeetkundig ambtenaar veld
dienst van het Kadaster (1979) Tüd 2uur
1. Benoem de in onderstaande figuur met cij
fers aangeduide onderdelen van een theodo
liet.
uitrusting van de dienstauto op dit punt vol
ledig is.
a. Wat omvat de uitrusting die nodig is voor
de veiligheid?
b. Wanneer dient u van deze uitrusting ge
bruik te maken?
c. Noem in dit verband drie verboden waar
van geen ontheffing wordt verleend.
4. a. Welke zes methoden van puntsbepaling
kent het Systeem Detailmeting 76?
b. Welke controles zijn hierbij mogelijk?
c. Hoe kunt u beoordelen of een punt vol
doende gecontroleerd is?
5. Bij deze opgave zijn gedeelten van drie veld
werken overgenomen, terwijl ook de huidige
terreinsituatie is geschetst. Aangenomen
mag worden, dat de nog aanwezige buizen
en stenen niet zijn gestoord.
Gevraagd wordt om aan te geven hoe in het
terrein kunnen worden gereconstrueerd:
a. de boog AB van veldwerk 1
b. de boog AB van veldwerk 2
c. de punten A en B van veldwerk 3.
2. In het terrein zijn de punten A, B en C met
jalons aangegeven. Loodrecht op de lijn
A-B moet een lijn bepaald worden, die door
C gaat.
c
3.
Hoe noemt men deze bepaling?
Beschrijf in het kort drie verschillende
methoden om het punt D in het terrein te
bepalen.
Toon aan dat voor de bepaling van D met
behulp van een dubbelpentagoonprisma
beter op B dan op A gericht kan worden.
Welke controle zou u verrichten op de be
paling van het punt D?
Bij het meten langs of over verkeers- en
spoorwegen is het van belang de veiligheid
van de meetploeg te waarborgen. Als ploeg
leider dient u er zich van te overtuigen dat de
c.
d.
172
(j) JÉ -30 t?
A r.,
CK- - -
ÏD
O
3
- -O
H
band
/J.ÓS
r- 6. o o
Veldwerk 2
7.|8 -
Veldwerk 1