Het Kadaster en de gemeente
grenzen
door A. J. van der Meer, 4e-jaars student aan de HTS voor de
Bouwkunde, afdeling Landmeetkunde, te Utrecht.
Dat er een verband bestaat tussen Kadaster en gemeentelijke indeling, is niets
nieuws. Met name mag bekend worden verondersteld dat de kadastrale admi
nistratie gemeentegewijs is opgezet. Ook wel bekend zijn de verhalen over de
gemeentegrensbepaling door het Kadaster ten tijde van de oprichting: Het
wandelen van een clubje min of meer belangrijke personen langs de grens, na
het einde waarvan uitgebreid werd uitgerust in de plaatselijke herberg.
Voor zover er al iets is geschreven over de betrokkenheid van het Kadaster bij
de gemeentegrenzen, beperkte zich dit tot wat hiervoor is genoemd. Er zijn
echter méér aspecten: Uit mijn onderzoek in vele archieven zijn interessante
feiten naar voren gekomen, welke in het hiernavolgende artikel ter sprake
zullen worden gebracht.
1. Inleiding
De Franse Tijd, dat is de periode van 1795 tot
1813, heeft Nederland naast de nodige el
lende veel nuttige dingen gebracht. Te noe
men zijn onder meer: het metrieke stelsel, het
strafrecht en het burgerlijk recht (Codes Pénal
en Civil), de burgerlijke stand, de gemeenten en
het Kadaster. Op de twee laatstgenoemde
„nieuwigheden" zal hier worden ingegaan.
Wat de gemeenten betreft, deze vorm van lo
kale bestuurseenheden is tussen 1795 en 1800 in
ons land ingevoerd (althans formeel). De ge
meenten kwamen in de plaats van oude lokale
besturen, als daar waren: steden, (hoge) heer
lijkheden, kerspels, ambachten, gerechten,
(schout)ambten, grietenijen, baronieën, graaf
schapjes enzovoorts, elk met eigen rechten en
bevoegdheden die bepaald niet uniform waren
zelfs niet per landstreek. Omwille van een
overzichtelijke, doelmatige en vooral uniforme
administratie, werd de in Frankrijk gebruikelijke
bestuursvorm der „mairie" (gemeente, letter
lijk: burgemeesterij) ook hier te lande geïntrodu
ceerd. De grenzen van die gemeenten waren
(behalve van 1812 tot 1816) doorgaans gelijk
aan de grenzen van de oude heerlijkheden e.d.
Die grenzen stonden echter lang niet altijd
(nauwkeurig) vast.
Het Kadaster dankt, zoals bekend zal zijn, zijn
ontstaan vooral aan de gebreken van vroegere
grondbelastingen (o.a. verponding). Het sys
teem is door de Fransen in 1798 opgezet en in
de daarop volgende jaren gerealiseerd (in Neder
land vanaf ongeveer 1810). Na de aftocht der
Fransen uit ons land in 1813 is, bij Souverein
Besluit van 30 september 1814, bepaald dat het
werk zou worden voltooid op basis van de
Franse regels. Invoering volgde in 1832 (in Lim
burg, dat van 1830 tot 1839 onder België ressor
teerde, werd in 1842 één en ander ingevoerd).
De (Franse) voorschriften omtrent het Kadaster
waren verwoord in de Récueil Méthodique, in
het Nederlands (voluit) genaamd de ,,Metho-
dique Verzameling van Wetten, Decreten, Reg
lementen, Instructiën en Decisiën betrekkelijk
het Kadaster". Zoals deze naam reeds aangeeft,
was het een systematisch opgezette verzame
ling van allerlei voorschriften, die al eerder te
pas en te onpas door verschillende instanties
waren uitgevaardigd. In het navolgende zal
deze verzameling kortheidshalve metRécueil"
worden aangeduid; waar in de tekst sprake is
van „art. x", zonder nadere aanduiding, wordt
het desbetreffende artikel uit de Récueil be
doeld.
155