in de Zwijndrechtse Waard, waren er natuurlijk
niet veel. Meestal betrof het niet meer dan en
kele tientallen hectaren. Gehandhaafd werden
veel grenzen, die in de huidige tijd onlogisch lij
ken (en dat in de meeste gevallen ook wel zijn).
Men dient echter te bedenken, dat die grenzen
anderhalve eeuw geleden zijn vastgesteld en
dat, hetgeen nu vreemd of lastig gevonden
wordt, indertijd helemaal niet als zodanig werd
ervaren.
Een enkele opmerking nog over de grensom-
schrijvingen in het proces-verbaal. Hoewel het
de bedoeling was, dat er een duidelijke (ondub
belzinnige) grens werd beschreven, is dat in
enkele gevallen niet gebeurd. Dat kon twee oor
zaken hebben
a. Men kon er niets aan doen, want er was
geen nauwkeurig te bepalen grens. Zo is de
grens van gemeenten langs bijv. Noordzee en
Waddenzee omschreven als ,,de Noordzee" of
,,de Waddenzee", zonder nadere aanduiding
als oever of dijkteen. Voor het Kadaster was dit
echter van geen belang omdat dergelijke wate
ren toch niet gekadastreerd waren.
b. Men had verzuimd het grensbeioop nauw
keurig te omschrijven. De grens tussen de Over
ijsselse gemeenten Dalfsen en Heino was
kort samengevat omschreven als ,,De Oude
Twentsche Weg" en ,,De Hagensteeg", zonder
nadere toevoegingen als bijv. noordzijde, mid
den sloot of wegas. Dit was uit kadastraal oog
punt ook niet van belang, omdat wegen on
belast waren en dus niet interressant voor de
grondbelasting. Toen nu in 1870 een moord was
gepleegd op de Oude Twentsche Weg kon ech
ter niet worden vastgesteld in welke gemeente
het lijk was aangetroffen. Een wet van 1871
heeft daarop het grensverloop ondubbelzinnig
geregeld. Er waren nog wel meer gevallen van
een weg als grensscheiding, waarbij de grens
zelf niet precies was omschreven. In de loop
der jaren zijn deze wegen echter gekadastreerd
(genummerd). De gemeentegrens werd aange
nomen als liggende in de as van de weg. Daar is
verder geen wet aan te pas gekomen, omdat er
geen aanleiding toe was.
Verder kwam het wel voor, dat de beschrijving
van éénzelfde grens in de twee processen-
verbaal niet helemaal sloot. (In het ene geval
werd bijv. verklaard dat het slootmidden de
grens was, in het andere werd de slootzijde als
zodanig aangewezen). Stootte men bij de op
meting, of na die tijd op een dergelijke tegen
spraak, dan werd soms het nieuwste proces
verbaal aangehouden, maar meestal werd een
plaatselijk onderzoek ingesteld (informeren bij
gemeenten en/of eigenaren). In de regel betrof
het kleine verschillen.
In het algemeen kan echter gesteld worden, dat
het overgrote deel van de processen-verbaal
goede grensomschrijvingen gaf, die noch toen
tertijd, noch in latere jaren problemen hebben
opgeleverd.
4. Wijzingingen tot 1832
(invoering Kadaster)
Eigenlijk al vanaf het moment van herstel van de
oude gemeentelijke indeling in 1816/1817, werd
er gesleuteld aan die indeling. Bij de opbouw van
het Kadaster kwam men daarmee regelmatig in
aanraking. Als er al gekadastreerd was, bleven
opgeheven gemeenten soms als kadastrale ge
meente gehandhaafd (bijv. de gemeenten
Catharijne, Abstede, Lauwerecht en Tolsteeg,
in 1823 verenigd met Utrecht). Soms werd zo'n
gemeente „gedegradeerd" tot sectie. Een en
kele keer kwam het voor, dat gemeenten né op
making van het proces-verbaal, maar vóór of in
het eerste begin van de opmeting, werden
samengevoegd, waarbij er dan tegelijk ook één
kadastrale gemeente van werd gemaakt. Omdat
er tussen het opmaken van verschillende pro
cessen-verbaal soms jaren verliep, kwam het
ook wel voor dat een in het proces-verbaal ge
noemde aangrenzende gemeente al was opge
heven vóór men daar aan de grensopneming
toe was. Zo wordt in het proces-verbaal van
Veendam (1818) de grens omschreven met een
gemeente Windeweer. Voordat echter Winde
weer aan de beurt was voor grensopneming,
werd die gemeente toegevoegd aan Hoogezand
(1821). Er is dus alleen een omschrijving van de
Hoogezander limieten.
Wat splitsingen van gemeenten betreft (het ge
val dus dat uit één oude, twee of meer nieuwe
gemeenten worden gevormd): dat is wel een
aantal malen voorgekomen. Voor zover ik weet,
is dat echter al gebeurd voor de kadastrering
ter plaatse ter hand werd genomen.
De meeste grenswijzigingen in de periode 1817-
1832 waren een gevolg van de grensbepaling
door het Kadaster. Er heeft echter een aantal
malen een grenswijziging plaatsgevonden né
opmaking van het proces-verbaal en de plans,
maar vóór de invoering van het Kadaster. In
deze gevallen werden de plans bijgewerkt: rade
ren van het gebied op de plans van de verklein
de gemeente en bijkaarteren op de plans van de
vergrote gemeente. Op die laatste plans is
zo'n bijgekaarteerd gebied soms terug te vinden,
doordat de perceelnummering niet aansluit op
de nummering van de rest van dat plan. Soms
ook is het overgaande gebied uit het plan van de
verkleinde gemeente gesneden en bijgeplakt op
161