agenda
van woningen, in wezen vreemde nieuwbouw,
bebouwing van achtererven die slechts verpau
perend werkt en ten slotte voorzieningen ten
behoeve van het moderne verkeer.
Deze stedebouwkundige manco's dienen uit
een oogpunt van een goede volkshuisvesting
te worden opgeheven. Ook hier is dus herstruc
turering noodzakelijk, waarbij het gewenst is in
hoge mate rekening te houden met het oor
spronkelijke stedebouwkundige gegeven. Deze
herstructurering zal in veel gevallen ingrijpen in
de bestaande eigendomsverhoudingen vergen.
Het betekent ook aandacht voor de groenvoor
ziening in de kern ja ook in de dorpen in
Oost-Groningen is er veel mis gegaan wat be
treft de beplanting, ik denk aan oplossingen voor
het verkeers- en parkeerprobleem en zeker
aan de functie van het in dit gebied vrij spaar
zame water. Gelukkig wordt er gestadig voor
uitgang geboekt bij het schoonmaken van het
oppervlaktewater, met als gevolg dat dit weer
een waardevolle functie kan vervullen in een
woon- en leefgemeenschap. Daarvoor is het
naar mijn mening absoluut noodzakelijk, dat dit
water overigens ook een zinvolle economi
sche functie vervult. Ik denk hierbij aan de
waterbeheersing, scheepvaart (recreatievaart).
Uit deze opsomming blijkt wel zeer duidelijk hoe
zinvol het is, dat in de Herinrichtingswet de
stads- en dorpsvernieuwing een integraal onder
deel vormt van de te nemen maatregelen.
Ook blijkt hieruit wel dat samenwerking van de
verschillende disciplines van uitermate groot
belang is. Wij zullen met elkaar, en met onze
collega's van de Ruimtelijke Ordening, zeker een
steentje kunnen bijdragen aan de herinrichting
van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse
Veenkoloniën.
Tenslotte dient nog een vraag misschien niet
beantwoord maar zeker behandeld te wor
den, en dat is de vraag die wellicht bij u leeft na
alles wat ik over stads- en dorpsvernieuwing
verteld heb: Is er voor dit ambitieuse program
ma geld?
Ik zou daarvan het volgende willen zeggen. Ja,
er is geld. Stads- en dorpsvernieuwing heeft
ook nu nog een hoge prioriteit, maar dat
wil niet zeggen dat er geld genoeg is en boven
dien moet zonder meer gesteld worden dat het
geld dat er dan wel is zeker niet voor het
opscheppen ligt.
Of stads- en dorpsvernieuwing slaagt hangt in
belangrijke mate af van een aantal factoren:
1. De wil van de bewoners en de plaatselijke
overheden.
2. De creativiteit van de uitvoerders ten dele
dezelfde als sub 1
3. In relatie tot 2. de mate van samenwerking
met provinciale en rijksinstanties, want
slechts d.m.v. gezamenlijke inspanning zal
een verantwoord resultaat mogelijk zijn.
4. Deskundigheid: in onze verambtelijkte en
verbureaucratiseerde wereld moet je een
soort moderne wichelroedeloper zijn om de
verschillende subsidiebronnen op te sporen.
Het beschikken over een deskundige, die
hierin voorziet, is zonder meer nodig om tot
resultaten te komen bij stads- en dorpsver
nieuwing.
Gelukkig zijn er steeds meer mensen en ge
meenten die op de problematiek ingeschoten
raken. Bovendien beschikt de Streekraad Oost-
Groningen over een man die de gemeenten op
deskundige wijze kan bijstaan, terwijl er ook van
particuliere zijde deskundigheid wordt inge
bracht.
Om evenwel in het kader van de herinrichting
waarbij coördinatie een belangrijk trefwoord
is adequaat op de stadsvernieuwing in te
kunnen spelen wordt binnenkort tenlaste van
de Centrale Directie van de Volkshuisvesting
een medewerker toegevoegd aan het secreta
riaat van de Herinrichting, teneinde zich volledig
te kunnen inzetten voor stads- en dorpsver
nieuwing als onderdeel van de herinrichting. Ik
meen dat hierdoor het belang van een goede
stads- en dorpsvernieuwing als onderdeel van
de herinrichting door de dienst waartoe het
behoort en dus door het departement, waar
onder ook het Kadaster valt, duidelijk is erkend.
27 juni 1979
Bijeenkomst Kring voor Remote Sensing. Zie
verder het bericht in dit nummer.
14 september 1979
Werkgroep Kartografische Reproduktie. Eerste
informatiebijeenkomst. Zie verder het bericht in
dit nummer.
24-28 september 1979
37. Photogrammetrische Woche in Stuttgart.
24, 25 en 26 oktober 1979
NGL-Jubileumcongres.
196