Het landschap in de Herinrichting
door ir. L. A. M. van Perlo, coördinator Landschap, Recreatie,
Natuur en Cultuurhistorie bij het secretariaat van de Herinrich
tingscommissie.
Het is niet goed mogelijk om in het kader van een korte inleiding een volledig
beeld te geven van de toekomstige landschappelijke ontwikkeling in het her-
inrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Daarvoor is het gebied, dat een oppervlakte beslaat van 130.000 ha, te groot
en het pakket van maatregelen op het gebied van landschap en de daarmee
verwante sectoren natuur, recreatie en cultuurhistorie te omvangrijk. Volstaan
moet worden met een korte toelichting op de uitgangspunten, die geleid
hebben tot het schetsplan voor de landschappelijke ontwikkelingen, en op de
aanleiding tot het opstellen ervan, waarna tenslotte slechts enkele voorge
nomen maatregelen zullen worden genoemd.
Het schetsplan landschappelijke
ontwikkelingen
In het herinrichtingsprogramma zal als illustratie
bij de tekst (niet als „concreet plan") een
schetsplan landschappelijke ontwikkelingen
worden opgenomen. Belangrijke legenda-een-
heden daarvan zijn:
Gebieden met de nadruk op landschapsbouw".
In totaal is als zodanig aangeduid 9.000 ha,
waarvan ongeveer 25% zal worden bebost. Het
is de bedoeling om deze bosgebieden met ge
bruikmaking van het aanwezige kavelpatroon in
kleinere, min of meer samenhangende com
plexen te realiseren, teneinde naar de ene zijde
het in elkaar overgaan van bebouwing en be
bossing en naar de andere zijde een geleidelijke
overgang naar het open landschap te realiseren.
Gebieden met de nadruk op het handhaven en
eventueel herstellen van het landschap". Hier
voor komen in aanmerking delen van het Hun-
zedal en Westerwolde. In het Hunzedal zal door
aankoop van een klein deel een voor weide
en oevervogels aantrekkelijke situatie in stand
worden gehouden. In Westerwolde zal de na
druk liggen op het handhaven van het klein
schalige patroon en verwerving van de meest
waardevolle delen.
Veenkoloniale structuurlijnen, te accentueren
met beplantingen". Het water in de veenkolo
niale linten is veelal gedempt. Getracht zal wor
den om de aldus ontstane wijde profielen als het
ware „op te vullen" met beplantingen, die
samen met aan te leggen erfbeplantingen aan
de dorpen een „groen dak" kunnen gaan geven.
Uitgangspunten
De herinrichting, dus ook de plannen voor de
toekomstige landschappelijke structuur van het
gebied, proberen in te spelen op enerzijds de
mogelijkheden, die in de ruimtelijke omstandig
heden van het gebied aanwezig zijn, en ander
zijds op de wensen, die bij de bevolking ver
ondersteld worden te leven. Als controle op dit
laatste kan de mogelijkheid tot inspraak worden
beschouwd, waartoe binnenkort de gelegen
heid zal worden gegeven.
De actie in de sectoren landschap, recreatie,
natuur en cultuurhistorie worden grotendeels
bepaald door de Herinrichtingswet, met name
door het artikel dat aangeeft dat ten behoeve
van de in deze sectoren vastgestelde doelstel
lingen maximaal 5600 ha kan worden onteigend.
Deze 5600 ha zijn gebaseerd op merendeels
globale landschapsplannen, die omstreeks 1970
in uitvoering zijn gekomen. Oorspronkelijk is men
Reeds aangelegde beplanting IpopulierenI op de gedempte
Kloostermanswijk bij Klazienaveen.
198