C4
due
l)r b.
rbl leerling.
u-.1 i - ir
IX is11 -II.
Voorbeeld van de kleinschalige topografie in Westerwolde.
Groningen gegraven kanalenstelsel (Winscho-
terdiep 1625, Stadskanaal 1766). Vanuit dit
kanalenstelsel waaiert een regelmatig patroon
van monden, diepen, wijken en zwetsloten het
gebied in. Achtereenvolgens heeft dit water
wegenstelsel gefunctioneerd ten behoeve van
de ontwatering van het veen, de afvoer van
turf, de aanvoer van (stads)compost en de af
voer van landbouwprodukten.
De bewoning werd geconcentreerd langs de
kanalen, monden en diepen, de boerderijen op
zeer regelmatige onderlinge afstand, de andere
bebouwing van landarbeiders, winkels e.d.,
onregelmatig daartussen in. Ook ontstond
bewoning op de zogenaamde vooraffen, zoals
de strook grond wordt genoemd die ontstond
door het afsnijden van een 80 a 100 m diep ge
deelte van elke afzonderlijke boerderijplaats bij
aanleg van een dubbele mond of diep.
Deze wijze van cultiveren van het oorspronkelijke
veen levert thans het nog steeds karakteristieke
beeld van de Veenkoloniën, dat kan worden
beschreven als een contrast tussen grote open
ruimten ten opzichte van ijle tot dichte woon-
linten. Er zijn weinig landschappen in de wereld,
die zozeer door mensen zijn bepaald, als dat van
de Veenkoloniën. Het weerspiegelt in zijn ka
rakter de eigenschappen van de oorspronke
lijke, individueel ingestelde kolonisten en garan
deert het gevoel van vrijheid, waaraan, blijkens
verkennend onderzoek, de meeste huidige be
woners hechten.
Aanleiding tot de herinrichting
De noodzaak tot herinrichting is ontstaan door
de gebeurtenissen en veranderingen, die vooral
in deze eeuw hebben plaatsgevonden en de
gevolgen daarvan. Allereerst kan worden ge
noemd het verdwijnen van levend hoogveen en
daarmede van een in natuurwetenschappelijke
zin specifieke levensgemeenschap.
Zeer belangrijk is vervolgens geweest het ver
vallen van de vervoersfunctie van het water
wegenstelsel door de opkomst van het vracht
vervoer per as. Deze ontwikkeling is nog ver
sneld door de waterstandsverlaging, die in de
laatste 25 jaar heeft plaatsgevonden ten be
hoeve van de landbouw.
De belangrijkste ontwikkeling is echter geweest
een complex van gebeurtenissen, dat voorlopig
als veranderingen in de werkgelegenheid kan
worden gekenschetst. Hieronder vallen:
het wegvallen van de turfwinning als werk-
gelegenheidsobject;
het verdwijnen van de scheepsbouw in
Gieterveen, Stadskanaal, Veendam en de
Pekela's en de wijziging daarvan bij Hooge-
zand. (Botenbouw ten behoeve van het ver
voer van turf en landbouwprodukten is
overbodig geworden, bij Hoogezand kon
men door aanpassing van het Winschoter-
diep overstappen op coasterbouw.);
inmiddels is ook de strokartonfabricage
weggevallen;
zeer ingrijpend is het verdwijnen van de
werkgelegenheid in de landbouw geweest.
(Er wonen geen landarbeiders meer op de
vooraffen, terwijl het aantal boerderijen
drastisch is verminderd.);
vooral de laatste jaren, tenslotte, heeft zich
nieuwe industriële bedrijvigheid ontwikkeld:
Akzo en Aluminium bij Delfzijl, aardgas
winning, Philips bij Stadskanaal, alsmede
kleinindustrie bij de grotere kernen in het
gebied.
Een belangrijk proces in Nederland, dat ook aan
het herinrichtingsgebied niet is voorbijgegaan,
is geweest de ontwikkeling van de planologie
en de greep daarvan op de ruimtelijke ontwikke
ling. Een belangrijk thema daarin is geweest de
wenselijkheid van kernvorming.
Tenslotte moet als belangrijke ontwikkeling
worden genoemd het toenemende milieubesef.
Niet alleen is men de noodzaak gaan inzien van
het veiligstellen van de aanwezige natuurwaar
den, ook de beschikking over een schoon milieu
is als één van de belangrijkste en haalbare wel-
zijnsvoorwaarden herkend.
Zonder de directe relaties tussen deze ontwik
kelingen en de gevolgen daarvan te noemen, zal
200