De Grootschalige Basiskaart van Nederland De Vereniging van Nederlandse Gemeenten en haar visie omtrent de verdere ontwikkelingen met betrekking tot de Grootschalige Basiskaart van Nederland. aanvang gemaakt met de uitvoering van het Raamplan Waterwegen, ontwikkeld door de provincie Groningen. Overeenkomstige ideeën bestaan er in de provincie Drenthe. In dit raam plan zijn opgenomen de waterwegen in de Veenkoloniën en de Westerwoldse kanalen, die in het begin van deze eeuw zijn aangelegd om de afwaterende functie van de beken Wes terwoldse A, Ruiten A en Mussel A over te nemen. Het raamplan gaat er vanuit dat naast het hand haven van de bestaande functies aan de kana len een nieuwe functie moet worden toege voegd, namelijk de ontwikkeling van een aan gepaste vorm van vaarrecreatie. Niet alleen zou daarmede de werkgelegenheid (bouw, onder houd, bediening kanaalwerken, winterberging) worden gediend, ook het kanaalbeeld zou wor den verlevendigd, herinnerend aan de tijd dat de kanalen nog een belangrijke vervoersfunctie hadden. De hoge kosten van dit project vormen echter op dit ogenblik een ernstige handicap. Dit was in vogelvlucht een blik op verleden, he den en toekomst van het landschap in het her- inrichtingsgebied. Veel is onvermeld gebleven, vaak is de toelichting op zaken die wel genoemd worden onvolledig of gebrekkig. Ik hoop toch enigszins een indruk te hebben gegeven van wat er op landschappelijk gebied in de Herinrichting staat te gebeuren. In het decembernummer 1978 van Geodesia publiceerde ing. W. Eimers het artikelToepassingsmogelijkheden van de GBKN". In het artikel noemt de auteur het advies van het bestuur van de Vereniging van Nederlandse Ge meenten, zoals dat is neergelegd in een brief aan haar leden (d.d. 3 maart 1978), afwachtend en negatief en verder mogelijk strijdig met de belangen van de kleinere gemeenten. In het februarinummer 1979 van Geodesia werd naar aanleiding van de kritische opmerkingen van de heer Eimers gereageerd door ir. P. J. Bakker, lid van de voorlopige Centrale Kaarteringsraad namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Hierop volgde een dupliek van de heer Eimers, waarin hij o.a. enige aanbevelingen aandraagt. Inmiddels heeft het bestuur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een aangepast standpunt kenbaar gemaakt aan haar leden brief van 30 maart 1979, kenmerk 622). In overleg met genoemd bestuur van de VNG meent de redactie van Geodesia er goed aan te doen, teneinde de discussie aan te vullen, de nota die als bijlage bij de genoemde brief is opgenomen onverkort te publiceren. Waar in de nota gesproken wordt over de basiskaart wordt bedoeld de Grootschalige Basiskaart van Nederland. NOTA OMTRENT DE VERDERE ONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE (GROOTSCHALIGE) BASISKAART 1. De voorlopige Centrale Kaarteringsraad noemt knelpunten Mede naar aanleiding van de eerste brief van de VNG (d.d. 3 maart 1978, nr. 1536) over de basis kaart, heeft de voorlopige Centrale Kaarterings raad in zijn brief van 22 maart 1978, nr. 0322044, aan de minister van Volkshuisvesting en Ruim telijke Ordening een aantal knelpunten genoemd in de vervaardiging van de basiskaart: In de praktijk bestaan met betrekking tot de inhoud en kwaliteit van de kaarten verschil lende en divergerende wensen, waardoor het standaardisatieproces wordt belemmerd. De individuele benadering van de gebruikers en het feit dat in beginsel op vrijwillige basis de vervaardigingskosten volledig door de gebruikers moeten worden gedragen, leiden tot een sterk versnipperde opzet. Het nut van de basiskaart is per gebruiker verschillend. Sommige afnemers gebruiken de kaart slechts voor één functie, anderen gebruiken de kaart voor meerdere functies. Ook de rijksoverheid dient tot de gebruikers 203

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1979 | | pagina 19