van de basiskaart te worden gerekend.
Door de verschillende belangen vormen de
verdeling en toerekening van de vervaardi-
gingskosten aan de gebruikers grote, soms
onoverkomelijke knelpunten bij iedere te
sluiten overeenkomst.
Voor vele gebruikers brengt de aankoop van
de basiskaart een belangrijke hoeveelheid
werk met zich mee om de reeds aanwezige
eigen informatie op de nieuwe kaarten over
te brengen. Dit overbrengen van informatie
is noodzakelijk om de informatie-uitwisse
ling te bevorderen. Deze conversie dwingt
de gebruiker echter tot belangrijke investe
ringen. Het is een eis van doelmatigheid dat
deze conversie systematisch en geleidelijk
wordt verricht. Vanzelfsprekend geldt ook
voor de vervaardiging van de basiskaart, dat
de doelmatigheid wordt bevorderd door een
meer systematische aanpak. Bij de huidige
opzet is dit moeilijk realiseerbaar.
De introduktie en het continue gebruik van
de basiskaart maken ook een periodieke
systematische bijhouding noodzakelijk. De
hierboven geschetste problematiek met be
trekking tot de vervaardiging geldt evenzeer
voor de bijhouding van de basiskaart. De
vraagstukken van vervaardiging en bijhou
ding kunnen niet los van elkaar worden be
zien. Evenzeer als bij de kaartvervaardiging
zal de oplossing van bijhoudingsproblemen
moeten stoelen op ervaring.
Een en ander geldt uiteraard niet alleen voor de
basiskaart, maar in het algemeen voor het ver
vaardigen en bijhouden van elke kaart.
2. Proefprojecten
De voorlopige Centrale Kaarteringsraad doet
vervolgens het voorstel tot nader onderzoek ter
zake van de vervaardiging, uitgifte en bijhouding
van de basiskaart in een aantal proefprojecten
en verzoekt de minister met dit voorstel in te
stemmen en te bevorderen dat in de begroting
van 1979 en volgende jaren voldoende financiële
middelen beschikbaar worden gesteld.
Bij de brief van 8 juni 1978, nr. 0608025, heeft de
minister met het voorstel ingestemd en zich in
beginsel bereid verklaard om een bedrag van
maximaal f 2.500.000,— per jaar gedurende de
periode 1 januari 1979 tot 1 januari 1982 voor de
bedoelde proefprojecten beschikbaar te stellen.
Wel vraagt hij de voorlopige Centrale Kaarte
ringsraad onder meer om hem mede te delen
welke aspecten in het kader van de proefprojec
ten, mede in relatie tot de gesignaleerde knel
punten, nader onderzocht dienen te worden.
In zijn antwoord van 8 december 1978, nr.
1208031, deelt de voorlopige Centrale Kaarte
ringsraad aan de minister onder andere het vol
gende mede:
De raad is van mening dat het produkt basiskaart op enkele
punten nader beschreven dient te worden. Bij de vervaardi
ging geldt dit met name voor de te stellen kwaliteitseisen en
de mate van naverkenning van fotogrammetrische kaarte-
ringen in het terrein. Hiertoe zal onderzoek noodzakelijk zijn.
Met betrekking tot de uitgifte van de basiskaart dienen de
kostenverdeelsleutel en de vorm waarin de kaart wordt uit
gegeven aan de orde te worden gesteld. Voorts zullen
voorstellen voor samenwerkingsvormen bij vervaardiging
en bijhouding bepaald moeten worden. Bij de bijhouding
van de basiskaart zullen vooral de vragen naar de periodici
teit en de actualiteit aan de orde komen. Tenslotte is het
voor de vervaardiging en bijhouding van belang inzicht te
krijgen in de wijze waarop de kaart wordt gebruikt en in de
intensiteit van het gebruik. De consequenties van digitaal
gebruik van de kaartgegevens dienen eveneens te worden
onderzocht."
Uit het bovenstaande blijkt dat in beginsel de re
sultaten van de proefprojecten pas over enkele
jaren een meer definitief antwoord zullen geven
op de vraag wat de concrete voordelen en de
financiële gevolgen voor de gemeente zijn van
de basiskaart.
3. Vervaardiging van basiskaarten buiten het
kader van de proefprojecten
Voor gemeenten (en anderen), die niet willen
wachten totdat de uitkomsten van de proefpro
jecten bekend zijn en die nu een basiskaart
willen laten maken, hanteert het Kadaster, ge
durende de looptijd van de proefprojecten, de
volgende uitgangspunten met betrekking tot de
vervaardiging en uitgifte van een basiskaart:
leder voorstel tot vervaardiging van een ba
siskaart maakt deel uit van een door de
Provinciale Kaarteringscommissie opgesteld
plan.
De kaarten dienen wat betreft vorm, inhoud
en nauwkeurigheid ten minste te voldoen
aan de eisen, vervat in de conclusie van het
rapport van de commissie Grootschalige
Basiskaart*).
De tariefbepaling geschiedt per project op
basis van de voor dit project te bepalen bru-
to-vervaardigingskosten.
Tot de bruto-vervaardigingskosten worden
gerekend alle kosten, welke voor de vervaar
diging van de basiskaart zouden moeten
worden gemaakt, uitgaande van het gegeven
net van RD-punten en hoofdpunten. Tot de
ze kosten behoren, naast de kosten van aan
het ingenieursbureau uitbestede werkzaam
heden, onder meer de kosten van het Ka-
Het volledige rapport is gepubliceerd in het Nederlands
Geodetisch Tijdschrift van november 1974.
204