in het verleden het besluit genomen om zoveel mogelijk voorwerk te verrichten. Zij zijn daarom begin 1977 overgegaan tot het instellen van een interprovinciale voorbereidingscommissie als voorloper van de officiële herinrichtingscom missie. Deze commissie was voor wat betreft taak en samenstelling afgestemd op de in de wet genoemde herinrichtingscommissie. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de minister de samenstelling van deze voorbereidingscommis sie zonder meer heeft overgenomen toen hij op 18 januari 1979 de Herinrichtingscommissie installeerde. De voorbereidingscommissie is na haar instelling begonnen met het opstellen van het herinrich tingsprogramma. Het functioneren van deze commissie heeft aangetoond dat, waar in een sfeer van onderling vertrouwen en bereidheid om er gezamenlijk de schouders onder te zetten, zonder grote risico's kan worden ingespeeld op toekomstige ontwikkelingen. Zo is het mogelijk geworden, dat thans reeds een concept-voor ontwerp herinrichtingsprogramma op tafel ligt. De commissie zal zich hierover op korte termijn uitspreken, waarna op het voorontwerp her inrichtingsprogramma kan worden ingesproken. Inhoud herinrichtingsprogramma Bij het formeren van de deelgebieden (zie kaartje op pagina 186) heeft vooropgestaan, dat voor een gebied dat veel samenhang vertoont ook de planvoorbereiding en -uitvoering in dezelfde samenhang kan worden uitgevoerd. Provincie grenzen en/of gemeentegrenzen zijn hieraan ondergeschikt gesteld. Zo is bijv. gelet op „ver zorgingsgebieden", agrarische gebruiksgren- zen, waterhuishoudkundige grenzen en ruilver- kavelingsgrenzen en zal het mogelijk zijn de planvorming rond Stadskanaal door één deel gebiedscommissie te laten plaatsvinden. De Drentse gemeenten liggen slechts voor een deel in het herinrichtingsgebied. De uitgangspunten van het programma zijn: a. Infrastructuur Verbetering van het hoofdwegenstelsel ge richt op aansluiting van het gebied aan het Nederlandse en Duitse autowegennet. Ter vergroting van de verkeersveiligheid dient fiets- en autoverkeer zoveel mogelijk te wor den gescheiden. Een zorgvuldig en verantwoord beheer van het grond- en oppervlaktewater is nood zakelijk. Inrichting en beheer van waterwegen en oppervlaktewater zullen afgestemd moeten zijn op hun meervoudige functies (water huishouding, vervoer, recreatie, landschap en cultuurhistorie). Veiligstelling van wateraanvoer dient ge garandeerd te worden. Bij verdere uitbouw van de technische voor zieningen zal gestreefd worden naar een bundeling van voorzieningen. b. Landbouwkundige structuur en herverkaveling De landbouw is voedsel- en grondstoffen- producent, inkomens- en werkgelegen- heidsbron en beheerder van het cultuurland schap. Er zal naar gestreefd worden deze functies te waarborgen en waar mogelijk te versterken. Het streven zal er op gericht zijn de leef- en werkomstandigheden in de landbouw gelijk waardig te doen zijn aan die buiten de land bouw (bijv. de inkomenspositie). Bij het tot stand brengen van een goede ruimtelijke structuur dienen ongunstige effecten voor de landbouw zoveel mogelijk te worden voorkomen. Stimulering van de tuinbouw middels be schikbaar stellen van cultuurgrond voor ge bieden die een specifieke inrichting vereisen. c. Opheffing van de Groninger stadsmeier- rechten Alle stadsmeierrechten zullen, gekoppeld aan een herverkavelingsprocedure, worden omgezet in volle eigendom. Wegen en kanalen van de gemeente Gro ningen zullen in eigendom, beheer en onder houd worden toegewezen aan de daartoe meest geëigende partij. d. Landschap, openluchtrecreatie, natuur en cultuurhistorie Streven naar behoud en waar mogelijk ver hoging van de kwaliteit en verscheidenheid van natuur, landschap en recreatiemogelijk heden. Bij het treffen van voorzieningen dient in het algemeen aangesloten te worden bij het be staande karakter van het gebied. Nieuwe voorzieningen t.b.v. landschap en openluchtrecreatie vooral situeren bij de grotere kernen. Bijzondere aandacht voor overgang tussen bebouwing en platteland. De cultuurhistorische en geomorfologische meest gave gebieden dienen landschappelijk te worden beschermd. Vaarwegen dienen zoveel mogelijk open te worden gehouden t.b.v. recreatie en hen gelsport. 190

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1979 | | pagina 6