Winkelkruis - Astrolabium - Hollandse Cirkel (1) Het ontstaan en de ontwikkeling van een Neder lands meetinstrument door H. C. Pouls, technisch hoofdambtenaar I aan de Afdeling der Geodesie van de Technische Hogeschool te Delft. Inleiding In 1612 verscheen van de hand van de land meter Jan Pietersz Dou een boekje met de titel: Tractaet vant maken ende gebruycken eens nieu gheordonneerden Mathematischen Instru ments". In dit boekje werd, zoals de titel zegt, een nieuw landmeetkundig instrument beschre ven, dat gedurende bijna 200 jaar het meest gebruikte instrument van de Nederlandse land meter zou worden. In het buitenland werd dit instrument bekend onder de naam Hollan- discher Kreis, Cercle Hollandais en Dutch Circle of Holland Circle. Uit deze benamingen blijkt niet alleen dat we met een in Nederland uit gevonden instrument te maken hebben, maar ook dat het instrument duidelijk verschillen ver toonde met de in die tijd gangbare instrumen ten, want anders had men er in het buitenland geen aparte naam aan gegeven. Dit Nederlandse meetinstrument heeft ook zijn weg gevonden naar de diverse musea van de wereld en behoort daar tot één van de meer gewaardeerde historische objecten. Alhoewel dit instrument een langdurige historie heeft en internationale bekendheid heeft gekregen is er, bij mijn weten, nog nooit een aparte studie aan de Hollandse Cirkel gewijd. Met dit artikel hoop ik een eerste aanzet te geven tot een meer uit gebreidere bestudering van deze zo interessante Nederlandse vinding. Willen we nagaan hoe dit instrument is ont staan, waarin het verschilde van de toen door landmeters gebruikte instrumenten en wat de ontwikkeling van dit instrument is geweest, dan zullen we naast bestudering van bewaard ge bleven instrumenten vooral af moeten gaan op gegevens uit oude boeken en op afbeeldingen die in deze boeken voorkomen of elders te vinden zijn. Bij dit onderzoek stuiten we gelijk op diverse problemen. Niet alleen wordt het in strument door de schrijvers met verschillende benamingen aangeduid, maar bovendien wordt eenzelfde naam voor duidelijk verschillende instrumenten gebruikt. Latere schrijvers, die deze bronnen gebruikten, hebben tot in onze tijd door het klakkeloos overnemen van deze (soms in wezen foutieve) benamingen verder bijgedragen tot de verwarring. De titel van dit artikel is een voorbeeld van deze verwarring, want de drie namen hebben in feite betrekking op drie verschillende instrumenten, terwijl ze daarnaast voor één en hetzelfde instrument ge bruikt zijn. Ook de afbeeldingen, die we tegenkomen, maken de zaak niet eenvoudiger. Zo blijkt bij diverse boeken dat de afbeelding niet klopt met de in de tekst voorkomende beschrijving. Daar naast geven de afbeeldingen op oude kaarten eerder aanleiding tot verdere onduidelijkheden, dan dat ze bijdragen tot een beter inzicht in de uiterlijke vorm van het afgebeelde instrument. De oorzaak hiervan is waarschijnlijk dat de teke ningen zuiver als versiering bedoeld waren en een exacte afbeelding niet nagestreefd werd. Informatie over de instrumenten, die bij het ver schijnen van het hiervoor genoemde boekje in ons land gebruikt werden of bekend waren, is o.a. te vinden in de boeken van Johan Sems en Jan Pietersz. Dou [2, 3] In de ,,Practijck des Lantmetens" (verschenen in 1600) worden in het achtste ,,capittel" vermeld het Rechtkruys of Winckel kruys, het quadrant, een compas, een keten, steecpennen en staken. In het voor woord van het gelijktijdig verschenen boek Van het gebruijck der Geometrische instru menten" worden verder genoemd d'Astrolabe, Gnomonus, Baculus Jacobi, diverse triangulare instrumenten en in de tekst is verder nog sprake van een soort planchet. Van de genoemde instrumenten zijn voor deze studie het winkel- kruis en het astrolabium van belang. De nummers verwijzen naar de literatuuropgave aan het eind van het tweede deel van dit artikel. 238

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1979 | | pagina 14