CO
Het CTO 40 jaar
APELDOORN
doorir. W. Berends.
Het bekende vignet, dat ook op de vele diploma's voor
komt. In de periode van 1 april 1939 tot 1 april 1979 was
het totaal aantal geslaagde kandidaten maar liefst 2052.
1. Inleiding
Toen aan het eind van 1938 het eerste examen
voor tekenaars van het Kadaster was beëindigd,
wachtte de 43 geslaagden een verrassing.
De opleiding voor het tweede gedeelte ging
centraal plaatsvinden. Zij allen werden met in
gang van 1 april 1939 overgeplaatst naar
's-Gravenhage, waar de opleiding zou worden
gegeven.
Ongeveer in deze bewoordingen is de ambte
lijke mededeling gesteld, die het feitelijk begin
aankondigt van het Centraal Teken- en Oplei
dingsbureau van het Kadaster (CTO). Het lijkt
daarom goed om na 40 jaar een beschouwing te
wijden aan het wel en wee van deze opleiding
en de betekenis van het instituut te belichten.
2. Voorgeschiedenis
Reeds sinds 1890 was het gebruikelijk dat volon
tairs, die bij het Kadaster in dienst traden, in de
gelegenheid werden gesteld om deel te nemen
aan een vergelijkend examen voor „tekenaar
van het Kadaster". Afhankelijk van de behoefte
van de dienst werd uit de beste kandidaten een
keuze gemaakt.
De stof voor het examen moest men zichzelf
eigen maken. Veelal kon men zich wel laten
begeleiden door de reeds als zodanig werkzame
tekenaars van het Kadaster, maar die verlang
den daarvoor wel de nodige betaling. De kwali
teit van deze begeleiding hing sterk af van de
kundigheid en educatieve begaafdheid van de
opleider.
Deze situatie heeft tot 1932 geduurd. De crisis
jaren brachten met zich mee dat er bij de Be
lastingdienst een groot overschot aan personeel
was en omdat er op dat moment al een grote
massa van werklozen was, achtte men het niet
verantwoord dat overschot daaraan zonder
meer toe te voegen. Daarom werd aan de per
soneelsleden die moesten afvloeien een moge
lijkheid geboden naar het Kadaster over te
gaan, waar een groot gebrek was aan teke
naars.
Het gevolg was dat geen volontairs meer
werden aangenomen. Voor het belastingperso-
neel, dat oorspronkelijk in dienst was genomen
als rijksklerk om adjunct-commies of commies
te worden bij de Directe Belastingen of de Regi
stratie van de Domeinen, betekende dit natuur
lijk een forse overgang. De behoefte aan een
passende opleiding werd dan ook een drin
gende zaak. De vereniging van „Tekenaars van
het Kadaster" heeft zich ingespannen om hier
aan vorm te geven.
Ir. F. H. Harkink stelde zich beschikbaar om een
schriftelijke cursus berekeningen voor te berei
den; de heer J. W. Hoddenbach stelde opgaven
samen, die door de cursisten konden worden
gemaakt en verzonden. Iedere veertien dagen
werd aan de kandidaten leerstof en opgaven
aangeboden. Later verzuchtte de heer Harkink
dat het een hele krachttoer betekende om dit
iedere twee weken weer rond te krijgen. Niet
alleen het schrijven van de leerstof kostte veel
energie, ook het samenstellen van de opgaven,
het corrigeren, copiëren en verzenden vroegen,
rekening houdende met de toenmalige midde
len, enorm veel tijd.
Juist toen door de vereniging en de dienstlei
ding voorbereidingen waren getroffen om de
schriftelijke cursus onder te brengen bij het
PBNA, besloot de Belastingdienst tot een for
mele interne opleiding van ongeveer één jaar
(Min. reg. van 3 maart 1939, nr. 108).
247