de kadastrale kenmerken (bij hypotheek zelfs op
straffe van nietigheid).
Maar eigenlijk hadden alle gemeenten klaar
moeten zijn. Dat dit niet het geval was lag ver
moedelijk aan de grote achterstand die inge
haald moest worden, omdat veel gegevens al
enkele tientallen jaren oud waren. Per 1 juni
1842 kwamen weer tien gemeenten klaar en zo
ging dat door tot tenslotte per 15 mei 1844 de
laatste zeven gemeenten tot stand kwamen.
Eén en ander zoals op het kaartje en in de hier
onder opgenomen lijst is aangegeven.
Voor die gemeenten waar op 1 januari 1842 het
Kadaster nog niet gereed was, werd een spe
ciale regeling getroffen. ,,ln afwachting van
en tot op het oogenblik datde kantoren van
bewaring in het bezit zullen zijn van vastge
stelde stukkenmoest men zich behelpen
met de oorspronkelijke kaarten en registers,
benevens de mutatien boeken", volgens de
wet van 3 frimaire an VII. Hoewel minuutplans
onveranderd de situatie ten tijde van de invoe
ring van het Kadaster dienen aan te geven, treft
men op het Kadaster te Roermond, als gevolg
van deze regeling minuutplans aan die bijge
houden zijn. Ook zijn er soms twee verschil
lende minuutplans naast elkaar. Bovendien zijn
er zgn. schetsen hulpkaarten met meetcijfers
die deze overbruggingsperiode betreffen.
Een speciaal geval betrof de gemeente Oud-
Vroenhoven met een gedeelte van de gemeente
Sint-Pieter. Volgens het tractaat van 19 april
1839 tussen Nederland en België zou een
rayon van 1200 toises rondom de vesting
Maastricht op den linker Maas-oever, tot het
Nederiandsch grondgebied toebehooren". (Die
maat 1200 toises is ongeveer 2250 m werd
in die tijd als de geschutsafstand beschouwd).
Deze grens is in detail vastgesteld bij de Con
ventie van Maastricht van 8 augustus 1843.
Het gedeelte ten oosten van de Canne werd als
sectie D bij Sint-Pieter gevoegd. Het Neder
landse Kadaster nam voor dit gebied genoegen
De data van inlevering waren
voor
Maastricht, Sint-Pieter sectie A, B en C
20 juli 1837
voor
Cadier en Keer, Heer, Eijsden, Gronsveld, Mesch, Rijckholt, Sint
Geertruide
1 januari 1841
voor
Amstenrade, Bingelrade, Bocholz, Brunssum, Eijgelshoven, Geleen,
Heerlen, Hoensbroek, Jabeek, Kerkerade, Klimme, Merkelbeek,
Nieuwenhage, Nuth, Oirsbeek, Rinsburg, Schaesberg, Schinnen,
Schinveld, Simpelveld, Spaubeek, Ubach over Worms, Voerendaal,
Wijnandsrade
1 juli 1841
voor
Gulpen, Margraten, Mheer, Noorbeek, Oud-Valkenburg, Schin op
Geul, Slenaken, Strucht, Vaals, Wittem, Wijlre
1 november 1841
voor
Born, Broek-Sittard, Grevenbicht, Limbricht, Munstergeleen, Sit-
tard, Susteren, Urmond
1 januari 1842
voor
Nieuwstad, Obbicht en Papenhoven, Echt, Ittervoort, Neeritter, Ohe
en Laak, Posterholt, Roosteren, Stevensweert, Thorn
1 juni 1842
voor
Amby, Beek, Bemelen, Berg en Terblijt, Borgharen, Bunde, Elsloo,
Geulle, Houthem, Hulsberg, Itteren, Meerssen, Schimmert, Stein,
Ulestraten, Valkenburg
1 oktober 1842
voor
Bergen, Broekhuizen, Gennep, Grubbenvorst, Helden, Horst, Kes-
sel, Maasbree, Meerlo, Mook, Ottersum, Sevenum, Venraij, Wans-
sum
16 maart 1843
voor
Arcen en Velden, Beesel, Belfeld, Tegelen, Venlo
16 mei 1843
voor
Beegden, Buggenum, Grathem, Halen, Heel, Herten, Hom, Hunsel,
Linne, Maasbracht, Maasniel, Melick-Herkenbosch, Montfort, Neer,
Nunheim, Roermond, St. Odiliënberg, Swalmen, Vlodrop, Wessem
15 maart 1844
voor
Oud-Vroenhoven, Sint-Pieter sectie D
15 april 1844
voor
Baexem, Heijthuijzen, Meijel, Nederweert, Roggel, Stramproij,
Weert
15 mei 1844
256