Winkelkruis - Astrolabium -
Hollandse Cirkel (2)
Het ontstaan en de ontwikkeling van een Neder
lands meetinstrument
standaardiseerde beschrijving van de objecten
in het cartografisch gegevensbestand. Een
kaart kan beschouwd worden als een sterk ver
eenvoudigd model van de werkelijkheid. Door
die vereenvoudiging wordt een deel van de
kwalitatieve verschillen tussen de af te beelden
gegevens weggefilterd. Een bestand in de vorm
van coördinaten is daarom een model dat goed
aansluit bij het produkt kaart.
Het is de mening van de auteurs dat bij de op
bouw van een coördinatenkadaster prioriteit
De Cirkel van Dou of Hollandse Cirkel
Tractaet vantmaken ende gebruycken eens nieu
gheordonneerden Mathematischen Instru
ments.
Beschreven ende in druck uytghegeven door
lan Pieterszoon Dov
Der Stadt Leyden Landtmeter ende Wijnroeyer
Zo luidt een deel van de tekst op de titelpagina
van het boekje, dat in 1612 door Dou geschre
ven en uitgegeven werd.
Jan Pietersz Dou, in 1573 in Leiden geboren en
aldaar in 1635 overleden, is één van de bekendste
landmeters uit de beginjaren van de Republiek
der Verenigde Nederlanden. Hij was in 1597
door het Hof van Holland geadmitteerd tot land
meter, een jaar later werd hij door het Gerecht
van Leiden benoemd tot wijnroeier en in 1605
aangenomen als gezworen landmeter bij het
Hoogheemraadschap Rijnland. Voor verdere
details van zijn leven en werken wordt verwezen
naar de literatuur [21, 22].
In 1608 was hij samen met enige andere land
meters betrokken bij de ,,bedijcking" van de
Beemster. Daarbij gebruikte hij voor zijn me
tingen een nieuw door hem uitgevonden instru
ment. Hoe hij daartoe gekomen was zette hij
uiteen in de inleiding van het bovengenoemd
boekje. Dou schrijft daar, dat hij geconstateerd
moet worden verleend aan de opbouw van een
digitaal bestand van de cartografische gege
vens. Ook uit budgettair oogpunt lijkt dit wen
selijk. De opbouw van een volledig coördinaten-
kadaster, dus inclusief de reconstructiegege-
vens, lijkt op dit moment niet zinvol. Bovendien
ontbreken de middelen om een en ander binnen
redelijke termijn te realiseren. Wel zou overwo
gen kunnen worden de opbouw van een carto
grafisch coördinatenkadaster zodanig uit te
voeren, dat de weg naar een volledig coördina
tenkadaster niet wordt afgesloten.
heeft dat er bij het meten vaak fouten gemaakt
werden en dat hij zelf naar beste vermogen
heeft geprobeerd dit te voorkomen. Hiervoor
waren twee zaken nodig, n.l. een fundamentele
kennis van de geometrie en een praktisch ge
oefende kennis. In het eerste was hij „tamelijck
geoeffent" maar in het tweede ,,gebrekich" en
dat hij daarom gewoon was ,,om niemant te
vercorten noch myn selven ter quader name te
maken ai mijn metinghen ende calculatien met
een tweede were king he te proberen".
Dit was echter een tijdrovende zaak en daarom
zocht hij naar mogelijkheden om de werktijd te
verkorten. Dit resulteerde in een instrument
,,wat anders als naar ghemeene landtmeters
stijl ghemaeckt" was. Het was dit instrument
dat door hem gebruikt werd bij de inpoldering
van de Beemster. De belangstelling van andere
landmeters was dermate groot, dat hij besloot
,,dit Tractaet vantselve Instrument tot nut des
ghemeenen bestes in druck te laten uytgaen".
Het instrument van Dou, 'twelck by Ian David
Mathematische Instrumentmaker/alhier tot
Leyden zeer konstelijck gedaen wert", is helaas
niet bewaard gebleven. Aangezien dit de eerste
Hollandse Cirkel was, lijkt het zinvol wat nader
in te gaan op de uitvoerige beschrijving die Dou
ons geeft.
door H. C. Pouls, technisch hoofdambtenaar aan de Afdeling
der Geodesie van de Technische Hogeschool te Delft.
294