Afb. 16. Hollandse Cirkel met noniusaflezing van C. en D. Metz, Amster dam. Ca. 1700 of iets later. Time Museum, Rockford. toepaste. Ook Snel/ius heeft deze methode gebruikt. Het aanbrengen van een transversaal verdeling stelt hoge eisen aan de instrument maker, op afb. 14 is te zien dat het soms wel eens fout ging. Veel nauwkeuriger is de me thode die wij kennen onder de naam nonius. De oudst bekende beschrijving van dit principe is afkomstig van de Bourgondiër Pierre Vernier. Van hem verscheen in 1631 een geschrift onder de titel ,,La construction, /'usage et les pro- priétés du quadrant nouveau de mathémati- ques". In dit boek beschrijft hij een methode waarbij 30 noniusdelen overeenkomen met 31 randdelen (zie afb. 15). Dit is in tegenstelling tot de ons bekende constructie, waarbij n nonius- delen overeenkomen met n-1 randdelen. Vernier gaf echter de nonius een tegengestelde telling t.o.v. de randtelling, waardoor de aflezing toch op de ons bekende wijze kan geschieden. Deze verdeling is later in Frankrijk en Engeland bekend geworden onder de naam vernier, maar heeft bij ons en ook in Duitsland ten onrechte de benaming nonius gekregen naar de Portugees Pedro Nunez, zie hierover de literatuur [28, 29]. In het boek Scientific Instruments" van Wynter en Turner [27] komt een afbeelding voor van een Hollandse Cirkel van C. en D. Metz, waarbij aan één kant van de alhidade een nonius is verbonden, die sterke overeenkomst vertoont met de nonius van Vernier. Alleen komen hier 60 noniusdelen overeen met 61 randdelen. Dit maakt een aflezing op 1' mogelijk, de rand is n.l. verdeeld in enkele graden. Dit instrument heeft verder in een kwadrant een verdeling, aangeduid met umbra recta en umbra versa. Ook vertoont dit instrument de hierboven genoemde hoeken van regelmatige veelhoeken. Opvallend is ook de opklapbare zonnewijzer, die 299

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1979 | | pagina 23