Kadaster
en maatschappij
ir. L. A. Koen ir. L. Schipper
7. Inleiding
2. Historisch overzicht
3. Huidige situatie
3.1. Algemeen
3.2. Cartografisch gegevensbestand
3.3. Reconstructiegegevens
4. Problematiek
5. Analyse
5.1. Algemeen
5.2. Cartografisch gegevensbestand
5.3. Reconstructiegegevens
5.4. Opbouw, vernieuwing en completering
van het cartografisch bestand en het
reconstructiebestand
6. Beleidsplan
6.1. Algemeen
6.2. Mogelijkheden
6.2.1. Cartografisch gegevensbestand
6.2.2. Reconstructiegegevens
6.3. Alternatieve beleidsplannen
7. Slotopmerkingen
1. INLEIDING
De nogal pretentieuze titel van dit artikel vraagt
enige inleiding. Wie de Nederlandse geodeti
sche literatuur van de laatste jaren volgt zal het
zijn opgevallen, dat relatief weinig bijdragen be
trekking hebben op de maatschappelijke bete
kenis van het Kadaster. Dit is des te merkwaar
diger wanneer men bedenkt, dat het hier een
dienst betreft die raakvlakken heeft met alle
lagen van de maatschappij en letterlijk het ge
hele land haar werkterrein mag noemen.
De Staatscommissie inzake het Kadaster, die bij
Koninklijk Besluit van 12 augustus 1957 werd in
gesteld, had tot voornaamste opdracht advies
uit te brengen over de maatschappelijke functie
die het Kadaster dient te vervullen. De Staats
commissie, die door een groot aantal deskundi
gen werd bijgestaan, publiceerde in 1965 een
rapport. In dit rapport was naast een beschrij
ving van de functie die het Kadaster vervult, een
ontwerp Kadasterwet opgenomen.
Sinds de aanbieding van het rapport is het
tamelijk stil geworden rond het werk van de
Staatscommissie. Met name over de maat
schappelijke functie van de kadastrale gege
vensverzameling zagen slechts op beperkte
schaal publikaties het licht. Gepubliceerd werd
vooral over nieuwe instrumenten en methoden,
veel minder echter over de eisen die de maat
schappij aan de kadastrale gegevens stelt.
Mede door het ontbreken van een Kadasterraad
ontbrak een algemene maatschappelijke discus
sie over het bovengenoemde onderwerp. Ook
de grote vertraging bij het tot stand komen van
een Kadasterwet staat een betere meningsvor
ming over de maatschappelijke functie van het
Kadaster in de weg.
Een dienst met zulke brede maatschappelijke
raakvlakken als het Kadaster heeft voor zijn
beleidsvorming echter ook externe impulsen no
dig. De merkwaardige situatie doet zich thans
voor dat er wel een adviesraad aanwezig is
waarbinnen gediscussieerd wordt over één van
de jongste taken van de dienst, n.l. de vervaar
diging, bijhouding en uitgifte van de Groot
schalige Basiskaart van Nederland (GBKN).
Over de relatie tussen dit topografische deel van
de kadastrale gegevensverzameling en de ove
rige kadastrale gegevens wordt echter op natio
naal niveau niet gediscussieerd. De snelle ont
wikkeling van maatschappij en techniek dwingt
ons evenwel tot stellingname.
In verschillende van de ons omringende landen
is reeds lang een discussie gaande over de
maatschappelijke functie die het Kadaster moet
vervullen. Enkele landen hebben mogelijk mede
daardoor enkele tientallen jaren geleden de for
mele stap van een fiscaal kadaster naar een
eigendomskadaster gemaakt. De discussie gaat
daar vooral over de wijze waarop het Kadaster
als meerdoelenkadaster kan fungeren. Alge
meen wordt een vernieuwing van het cartogra
fische deel van het gegevensbestand gezien als
een belangrijke voorwaarde, waaraan voldaan
moet zijn alvorens men de stap naar een meer
doelenkadaster kan zetten.
279