Ook in dit artikel zal vooral aandacht worden ge schonken aan dit technische deel van het Kadaster. Doel van dit artikel is het leveren van een bijdrage aan een hopelijk brede discussie over bovenvermeld onderwerp. Na een kort historisch overzicht in paragraaf 2 zal in para graaf 3 en 4 worden ingegaan op de huidige situatie en de huidige problematiek. In para graaf 5 zal een analyse worden gegeven van de kadastrale produkten. In paragraaf 6 zullen enige alternatieve oplossingen worden bespro ken. Tenslotte zal in paragraaf 7 kort worden in gegaan op het begrip coördinatenkadaster. Voor beide auteurs geldt dat hun bijdrage is ge schreven a titre personel. 2. HISTORISCH OVERZICHT De kadastrale geschiedenis gaat terug tot het begin van de vorige eeuw. De formele invoering van het Kadaster vond in 1832 plaats. Aanvan kelijk had het Kadaster een zuiver fiscale taak, namelijk het mogelijk maken van een billijke heffing van de grondbelasting. Het kadastrale perceel, afgebeeld op de kadastrale kaart, en administratief neergelegd in de kadastrale leg ger, vormde de basis van het kadastrale stelsel. De oorspronkelijke meetgegevens zijn voor het merendeel verloren gegaan. Gezien de functie van het Kadaster op dat moment, was het ook niet nodig deze meetgegevens te bewaren. In de beginperiode was immers nog geen sprake van het reconstrueren van kadastrale grenzen. Bij de kadastrering werd de kadastrale kaart vooral op de schaal 1 2500 en in mindere mate op de schaal 1 1250 uitgevoerd. Hier en daar kwam de schaal 1 5000 voor. Alle kaarten waren uitgevoerd in de vorm van eilandbladen. De grondslag van de kaarten werd over het algemeen door lokale stelsels gevormd, terwijl de kaarten meestal niet noordgericht waren. De nauwkeurigheid van de kaarten vertoonde onderling grote verschillen en varieerde van de kaartnauwkeurigheid op de betreffende schaal tot grove afwijkingen. De inhoud van de kaart bestond uit de kadastrale perceelsgrenzen en een minimale topografie, voornamelijk bestaan de uit hoofdgebouwen. Langzamerhand werd naast het belastingaspect het eigendomsaspect steeds belangrijker. De kadastrale legger werd de sleutel tot de Open bare Registers. De kadastrale legger kreeg mede daardoor in de praktijk steeds meer het karakter van een eigendomskadaster. Het Ka daster werd door de maatschappij ook steeds meer als eigendomskadaster ervaren. Een dui delijke juridische basis ontbrak hiervoor echter ten enen male. Formeel bleven de publiekrech telijke functies het uitgangspunt voor het Ka daster. Naast de grondbelasting ontstonden in de loop van de tijd bovendien enige nieuwe publiekrechtelijke functies van de kadastrale registers. In dit verband kunnen worden ge noemd de functies ten behoeve van ruilverkave ling, onteigening, onroerendgoedbelasting en heffing van waterschapslasten. Door de steeds groeiende behoefte van de maatschappij aan grensuitzettingen werd het eigendomskarakter van het Kadaster nog verder versterkt. In het kader van de bijhouding van de kadastrale kaart werden daardoor steeds hogere eisen gesteld aan het verzamelen van de gege vens over kadastrale grenzen. Bij deze bijhou ding werd ernaar gestreefd de kadastrale grens identiek te laten zijn met de eigendomsgrens. Het kadastrale veldwerk werd een gewaardeerd grensdocument, dat bij het beslechten van grensgeschillen in de praktijk een steeds belang rijkere rol ging spelen. Dit ondanks het feit dat een juridische basis voor het verzamelen van de gegevens over de aanwijzing van de grenzen door de partijen en over de ligging en aard van de grenzen ontbrak. Door de zorgvuldigheid, waarmee evenwel door het personeel van de dienst werd gewerkt, kreeg het woord Kadaster een betrouwbare klank. De ideeën die in de opeenvolgende handleidingen voor de techni sche werkzaamheden van het Kadaster (HTW) naar voren werden gebracht, kenmerkten ook de toenemende belangstelling voor nauwkeu righeid en betrouwbaarheid van de kadastrale metingen. Als gevolg van de toenemende maatschappe lijke betekenis van het Kadaster werd al aan het einde van de 19e eeuw begonnen met de her meting van bepaalde gebieden. In verband met de publiekrechtelijke functies van het Kadaster ontstond namelijk de behoefte aan een betere afbeelding van de perceelsgewijze indeling. Daarnaast werd een sanering c.q. aanvulling van het veldwerkarchief met betrekking tot de daarin aanwezige gegevens over de kadastrale grenzen in verband met het gebruik van deze gegevens voor privaatrechtelijke doeleinden steeds meer van belang. Voor landmeetkundig- technische doeleinden was eveneens een nauw keuriger grootschalige kaart dan de oorspronke lijke kadastrale kaart nodig. Vooral het landmeetkundig-technisch aspect werd na 1940 steeds belangrijker. Door het steeds intensievere gebruik van de grond werd de behoefte aan informatie over het gebruik van de grond, alsmede de behoefte aan uitwisseling van deze informatie, voortdurend groter. Voor het vastleggen van deze informatie is een goede grootschalige kaart nodig. De oorspronkelijke 280

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1979 | | pagina 4