ten worden met hulpboutjes in gevels van
gebouwen, woningen e.d. verzekerd. Eventueel
kan een deel van het oude puntenveld herbe
rekend worden. Als hieruit blijkt dat de oude
grondslagpunten te veel afwijken van de nieu
we zal een herkaartering het gevolg kunnen zijn.
Ten behoeve van de bijhouding kunnen de hulp
boutjes grote diensten bewijzen, zoals bij het
leggen van vrije meetlijnen en het kiezen van
vrije opstelplaatsen. Het probleem van het kost
bare speur- en graafwerk hopen we daarmee
zoveel mogelijk uit de wereld te helpen, zodat
een gang naar het terrein vrij gauw in het op
nemen van punten kan worden omgezet.
De nauwkeurigheid, waaraan de kaarten bij het
ontlenen van maten kunnen voldoen, is afhan
kelijk van de idealisatie, de nauwkeurigheid van
de meting, de berekening en de schaal van de
kaarten. Is de tekennauwkeurigheid 0,1 mm,
dan zal ernaar gestreefd moeten worden de op
namenauwkeurigheid in het terrein voor goed
identificeerbare objecten op 500 x 0,1 mm
5 cm te houden. De opnamenauwkeurigheid
wordt beïnvloed door een aantal standaardaf
wijkingen, die horen bij:
de gebruikte vaste punten;
de berekeningsmethode bij de verdere ver
dichting van de grondslag;
de waarnemingen;
de meetmethode.
Rekening houdend met het praktische doel van
de kaarten, zal overigens geen enkele gebruiker
met een schaalstok deze afwijkingen kunnen
ontdekken, want uitpassing met een schaalstok
gaat gepaard met een nauwkeurigheid van on
geveer 0,25 mm.
2.4. Verdere vormgeving
Wat de verdere vormgeving betreft: Op korte
termijn wordt gedacht aan de volgende eisen,
waarvan in de praktijk gebleken is dat ze vol
doen:
lijndiktes algemeen 0,18 mm DIN-micronorm
lijndiktes gebouwen
figuratie 0,25 mm DIN-micronorm
De teksten en de verdere beschrijvingen zullen
worden aangepast aan het internationale norm
schrift voor microverfilming.
3. Het directe nut van raamkaarten
Bij het geven van een analyse van het nut, moet
men zich eerst afvragen wat onder nut dient te
worden verstaan. De definitie van het nut luidt:
de waarde van een goed, gezien vanuit een be
paalde behoefte welke een produkt of een
dienst heeft, gerelateerd aan geld; hoe groter
die behoefte, des te groter het nut. De raam-
360
kaart, toegeleverd als bruikbare ondergrond
in de diverse processen binnen het kader
van ruimtelijke fysische ontwikkeling en beheer
van de gemeente, vertegenwoordigt zo'n be
paald nut of behoefte.
Het Relatieschema Gemeentelijke Plannen (zie
tabel 2) laat zien welke functionele afdelingen
en diensten hierbij kunnen zijn betrokken. Om
het direct gemeentelijk nut over die diverse af
delingen en diensten ruwweg te kunnen aan
tekenen, zouden de totale jaarlijkse kostenplaat-
sen van deze afdelingen en bijvoorbeeld de
twee nutsbedrijven voor gas en elektra met de
totale jaarlijkse kosten voor kaartvervaardiging
kunnen worden vergeleken.
De eerstgenoemde kosten zijn het totaal van de
volgende kostenplaatsen:
bij Gemeentewerken: ontwerp, uitvoering
en beheer van plannen in het kader van uit
breiding, vervanging, vernieuwing, recon
structie en instandhouding;
bij de plaatselijke nutsbedrijven voor gas en
elektra: het leggen, verleggen, onderhou
den, vernieuwen en het tekentechnisch be
heer van de leidingen.
Voor Zaanstad bedragen de noodzakelijke ver-
vaardigingskosten van kaarten binnen het
bovengenoemde kader, t.o.v. de totale kosten
plaatsen van de afdelingen en de twee nutsbe
drijven, slechts 1,6%. Om op korte termijn het
totaal aantal raamkaarten volgemeten te krij
gen, zou in de komende 3 4 jaren dit percen
tage moeten worden verhoogd tot 2,6%.
Voor de bijhouding is het belangrijk te weten,
dat de dichtheid van het aantal punten per
hectare doorslaggevend is bij de berekening van
de jaarlijkse mutatiekosten in de vier gebied-
soorten. Bij gebrek aan ervaring op dit gebied
wordt voorlopig aangehouden, dat de jaarlijkse
mutaties op het totaal aantal raamkaarten door
één opnameploeg en één tekenaar bijgehouden
kunnen worden. Dit betekent dat het up-daten
ervan ongeveer uitkomt op 0,8%
4. Financiële aspecten in de uitvoering
Bij de start van een project van kaartvervaardi
ging komt natuurlijk het financiële aspect om de
hoek kijken. Financieel handelen komt in het
algemeen neer op het kiezen uit verschillende
mogelijkheden. Dit keuzehandelen ligt in wezen
ook binnen het gegeven van de gemeentelijke
basiskaart. Uit de kaart en zijn bijhouding resul
teren daarom een aantal vraagstukken, zoals:
a. welke vervaardigingsmethode geeft het
meeste rendement;
b. wat zijn de geschatte additionele kosten van
bijhouding?