kunnen worden afgeleid uit omliggende objec ten, hoewel eenduidigheid eigenlijk verkregen zou moeten worden door het opmeten van de leiding vanuit vaste punten. In een later stadium moeten aan het basiskaart materiaal de eigendomsgrenzen toegevoegd worden om het geheel integraal sluitend te krij gen. In het geval dat de eigendommen, de lei dingen en de topografie in het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting bekend zijn, kan men gaan spreken van een meervoudig kadaster. Zover is men voorlopig op grote schaal nog lang niet. Bij de uitvoering van gemeentelijke plannen is het van belang, dat ten aanzien van het gehele leidingenbestand een waterdicht beheer ge voerd wordt. Een goede werkwijze in dit ver band volgt uit het Relatieschema Gemeentelijke Plannen (zie tabel 2). In de nabije toekomst kan het vaak gebrekkige kaartmateriaal, waarop lei dingen staan getekend, door goed kaartmate riaal worden vervangen. Dit materiaal kan in de verschillende diensten en bedrijven de gege vensbestanden beter op elkaar afstemmen. Deze toestand kan dan op lange termijn be werkstelligen, dat de leidingendocumentatie in een interactief gegevenssysteem wordt opge nomen. De leidingen moeten dan al op een uni forme, eenduidige manier in het Rijksdriehoeks- stelsel zijn vastgelegd. Een geautomatiseerd systeem Topografie en Leidingen is door de ge meente Rotterdam in de projectgroep ARTOL (Automatisering van de Registratie van Topo grafie en Leidingen) ontwikkeld. Dit initiatief paste in het zogenaamde basisplan van de VNG/SOAG. Voor het zover is kan men bij het gereedkomen van basiskaarten alvast tot een juiste afbeelding van de leidingen komen. In het Relatieschema Gemeentelijke Plannen komt de gemeentelijke verwevenheid bij allerlei uit te voeren werken, in hun lokale relatie, tot uitdrukking. De cijfers stellen de onderlinge ver wantschappen voor, met de navolgende bete kenis: 0 algemeen; 1 wederzijdse beïnvloeding tussen de ver schillende ontwerpen en uitvoeringen van de disciplines; 2 het ontwerp kan afhankelijk zijn van het uitvoeringsstadium bij de andere discipli nes; 3 de uitvoering kan afhankelijk zijn van ont werpen bij andere disciplines; 4 na de uitvoering een melding aan de afde ling Landmeten voor een revisiemeting; 5 de revisietekening zorgt voor terugkoppe ling naar de gebruikers. Bij het werken met dit schema is het van belang, dat informatie over ontwerp en uitvoe ring en iedere daarbij betrokken later ingebrach te verandering, snel doorgespeeld wordt. Men moet er van uitgaan dat geen enkele activiteit op zichzelf staat, omdat de verwevenheid altijd zeer nauw verloopt. Voor de bijhouding is de met een 4 aangeduide onderlinge verwantschap van groot belang. 8. Conclusie Uit het voorstaande blijkt, dat vervaardiging van kaartmateriaal voor sommige gemeenten van groot belang zal zijn. Dit belang moet voor elke gemeente afzonderlijk worden bekeken. In veel gemeentelijke taken, zoals woningbouw, stads vernieuwing, industrieplannen en in het alge meen dus ten behoeve van een ruimtelijke ont wikkeling en beheer van de gemeente, vormt het landmeetkundig kaartmateriaal de basis. Veel gemeenten hebben nog te kampen met het feit, dat hun gemeentebestuur de noodzakelijke inrichting voor het effectueren van een gericht ruimtelijk beleid en de verdere fysische ontwik keling van de gemeente niet kennen. Zij redene ren vanuit bestaande trends en vanuit wat direct met bepaalde wetten is verbonden. De verschil len in inzicht tussen hen, die de uitvoering op zich hebben genomen, en hun besturen maken het geheel bijzonder weerbarstig. De middelgrote gemeenten moeten landmeet kundig mans genoeg zijn om goed kaartmate riaal te verschaffen. Aan de huidige voor de ge meenten soms te dure apparatuur zit ten aan zien van automatische kaartvervaardiging cen tralisatie vast, die op langere termijn vaak wordt gevolgd door de wens tot decentralisatie als zich een prijsdaling van de apparatuur voordoet. Binnen niet al te lange tijd zal onder bepaalde omstandigheden de aanschaf van een elektro nische computergestuurde vlakke tekentafel voor bepaalde gemeenten met een landmeet kundige dienst het overwegen waard zijn. Men heeft kunnen waarnemen, dat de discus sies rond het thema van de GBKN een grote sti mulans voor alle betrokkenen hebben betekend om bijvoorbeeld na te denken over de daarbij voorkomende na- en voordelen, kosten en baten van uniform kaartmateriaal. Voor de ge meenten moge deze stimulans tot een functio nele aanpak en interne coördinatie leiden. 364

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1979 | | pagina 16