- "^s£l\Mf,^
jj*nfc. £S£>*» Wl "l-^CUKr R
V»" «2-- .Cn>^fcwj- f ift «'^V
tit fiOUV-*"^ Se^U-vnC^ +*rmfA(*
&V 0v>fv<?^wC5»r- «.o^ V#v^Wt U*±<7>S«
W«~V*j^«Ar J»cS-«^~4 i ^2^ eeT+fttS*»"-
er*f$, °Y y*r. 9Vj*Ux- -4»irY»^x
tnvfv^^- V"***» <D <X^vtuV Vj*
05 C5e<^r<Jf^ VaS**- \jg*t%r
<*><*- <V V«PfrWV^Nw»v O^v-^UV ?^tnv SfV*tj
t^>£. -4v~ *«V«* W* - &*p £v&jfe.Vv fyesttr -£;~
isttyliM V*v>»vV- «7p A •Avf^n/'f
c^T *^«<k 1*^65 tfy*
£j\WW* 'V'v' t^Mf-f- ^vf»\> cyfi<Jr*+**m ^C..
C.\Uf£ MiV (B a*X~*Z>t<* q^T-^C\~ ~f-**r
ft>^«pv3>w-4-v'-'Vvvi5>M. Ii—ls'r oMfS^rtK. jr*& 4
0>oviCsH— ^«*-€w~ i—<».4/V\nMU *v AyivtnAïtj**^
\wC cp-V J?wo Öv*vv i'r<. ehr^4-Vv~- f-ci— «♦tvtV^»V~~^-«'~
<9J^ i-'~Cy+~~ O.'^L <vVowi- f^Vn^Wv^/
^wCJkv-tuA*^ «vw'f^v- «p Q«v JC ^€j' -+• vori^/
£/c^
s %Nv fc^nj Qyh£e^\v*«to,
vkx. Ch| <Vr«v^r
^y-H^- ttvc/rfc WÏÏ!^/ ""wwmI"
C3>-4- '"V-- St^srtl
^T»KV~ "Xro^w.
cnv4v>^4- Aft- tikr^w *V- 0VoC^.
^W-V OH-^* -vv-tt*6
'cw^ «öAl^f <ry ^"-Vi'Pfwfcfv-
"ij^r - -»iwUfjS r~fcr£tt>\, drt~wv^-^»?*-
»'^T -4->*«J\Wt> ^4" yro^cfi" cp-'tM^euS^&i.«n< rt^
-h»^ ^vpof -wOaJC. VtvJ^- QO.'/TM"W*^V-iS'
^epC-^jt-^ Ö^V«nO«^ cMe>» V*H». ?^<flV»v
Vnf
i;,V«1^W3. Slf- 5^-^ »vT(Xy Wfe-
fCkVv 0«VVM V^v^V- k-^ ö^v+KvV^ 10 -f 1>1 u V*H^ <jt>V--
C»'vV $<Z-€r*s Byj1*?) ^tjvt!iM)A- V^O»*- \xvyt ^111 11 nn^*
()vv«y)>w0 g>+-
JkV ^•ArTlK:^hr"■V"4' o'iUE^wtïSfcP^») «ïv~ ^4cuv6^^j
ttJ^ tvw4 (j
F/'gr. 2.
Ick onderschrevene ben met de Heer Raedt ende Rent
meester generael van Zuijtholland opden 26 ende 27
Junij 1693 geweest in Poortegael over de saecke de
boesemcade en watermolen aldaer betreffende, (waer-
van een verbael na de waerheijt der saecke is opgestelt.)
En bij die occasie oock geweest op het water tusschen
Beijerlant ende Roon ontrent de haven van Godschalcx-
oort, alwaer op de clachte van de visschers van Haer Ed.
Mogende, dat de visschers van de Heer van Rhoon hare
steecken veel te zuidelijker aen en sulcx buijten hare
Limijten waeren settende, op gemelte Heere Rentmees
ter de Limijtscheijdinge, in den jaere 1669 a 1670 met de
Heer van Roon gemaeckt, heeft laten opsoecken en
heeft men een baecken gestelt terplaetse daer des be
hoorde gestelt te worden, en alhoewel ick meende dat
het selve baecken wel en behoorlijck was gestelt soo
ben ick echter tot meerder gerustheijt (alsoo den tijt dien
avont te verre verliep) andermael aldaer op den 2 julij ge
weest en 't voorschreven baecken dat wat te noordelijck
stont zuijtwaerts aengebracht, en alsoo gestelt als het in
waerheijt na het voorschreven geconvenieerde van den
jaere 1669 a 1670 gestelt most worden, en hebbe ick te
vens bevonden dat den steeck bij de Heer van Roon sijn
visschers gestelt omtrent 22 roeden over haere Limijten,
op de grondt van haer Ed. Mog: uijtgebragt was. In
voegen twee geheele fuijcken op het visswater van haer
Ed. Mog: stonden, hetwelcke niet alleen is tegens het
voorschreven gemaeckt contract maer oock streckt tot
groot nadeel van de visschers van haer Ed. Mog:, gelijck
nogh bevonden is dat op gemelte Heer van Roon van sijne
cant heeft laten uijtbrengen een slijckdam zuijdelijck aen
tot benefite voorrecht) van sijne gorssen, welckken
dam bevonde is omtrent 10 roeden te comen over de
voorschreven limijten en sulckx op de gronden van haere
Ed. Mogende voornoemt, blijckende verders uijt het
schetzcaertje hierachter te sien, ten oirkonde der waer
heijt dese geteyckent als gesworen Lantmeter mattheus
van Nispen*).
In de catalogus van de tentoonstelling betref-
de het leven en werken van Mattheus van Nis
pen, vorig jaar september en oktober in Dord
recht gehouden, wordt onder nummer 57 ver
meld een Memorieboek van Melchior Bolstra
(1736). Er waren twee van zulke 18e eeuwse
veldboeken geëxposeerd. De hier afgebeelde
schets (zie fig. 3) is gefotografeerd uit één van
deze. In het archief van het Hoogheemraad
schap Rijnland komen ze voor onder nummer
,,oud archief 10596 en 10604". Als „meetinge"
munt de schets niet uit door duidelijkheid. De
meting geschiedde onder Esselijker Woud
Woubrugge). Het boekje is gevat in een perka
menten bandje.
De tijd gaat onverbiddelijk verder. Op enkele
plaatsen in ons land vindt men nog minuut
veldwerken van het oorspronkelijke Nederland
se Kadaster. Verschillende stukken bevinden zich
in particuliere handen. Door particuliere land
meters werden die later nu en dan gebruikt bij
het bepalen van een oude grens (die natuurlijk
niet officieel kon worden erkend). Ook moeten
er nog veldwerken bestaan, die betrekking heb
ben op metingen van het Franse Kadaster in
Nederland, dus van voor 1815. Misschien kan
een lezer mij hieromtrent inlichten. In het archief
van de Directie Limburg van het Kadaster zijn
ze in elk geval niet aanwezig.
Door de welwillendheid van de heer S. C.
Bruinsma kreeg ik de beschikking over een mi
nuutveldwerk (ziefig. 4.). Mijn verontschuldiging
voor de ietwat vage weergave. U ziet de ver
schillen met de moderne veldwerken. De maten
zijn meestal langs de lange rechte lijnen ge
plaatst en niet zoals nu rechthoekig op de pun
ten waarop ze betrekking hebben. Die lange
rechte lijnen omsluiten een gedeelte van het
opgemeten terrein. Een boogje bij de ontmoe
tingspunten wijst op de daar gemeten hoeken.
De vertaling in „hedendaags" Nederlands is volgens ir.
Th. W. Harmsen en komt voor op pag. 153 van „De
beknopte Lant-Meet-Konst", een uitgave van de Delftse
Universitaire Pers, 1978.
370