Landbouwbegroting 1980*) «Voor het goed functioneren van het landelijk gebied is voortzetting van de activiteiten op het terrein van de landinrichting van groot belang. In het algemeen zijn deze activiteiten gericht op het behoud van de naar verhouding sterke concurrentiepositie van onze land- en tuinbouw en daardoor van grote invloed op het behoud van de werkgelegenheid binnen deze sector. Daarnaast levert de uitvoering van de werken een directe bijdrage aan de werkgelegenheid. Binnen het kader van de beperkte mogelijk heden om voor nieuwe gebieden landinrichtings projecten in voorbereiding te nemen, wordt voorrang gegeven aan gebieden waar het in komen van de agrarische ondernemer achter stand vertoont en aan gebieden waar de uitvoe ring van dergelijke projecten de werkomstandig heden in het agrarisch bedrijf in belangrijke mate kan verbeteren. Tevens levert de land inrichting door een zorgvuldig beleid ten aan zien van natuur en landschap een bijdrage aan het tot stand komen van een gericht beheer van landschappelijke, natuurwetenschappelijke en cultuurhistorische waarden en aan landschaps vernieuwing.» Dit o.m. schrijft minister Van der Stee (Landbouw en Visserij) in de paragraaf over inrichting en beheer van het landelijke ge bied in de Memorie van Toelichting op zijn be groting voor 1980. Het voor landinrichting beschikbare instrumen tarium is inmiddels uitgebreid met de Beschik king reconstructie oude glastuinbouwgebieden, die tot doel heeft de knelpunten voor een goede economische en ruimtelijke ontwikkeling in deze gebieden weg te nemen. Landinrichtingswet Het ontwerp van de Landinrichtingswet, die de Ruilverkavelingswet 1954 zal vervangen, is eind juni voorgelegd aan de Raad van State. De spoedige indiening ervan valt dan ook te ver wachten. Deze wet zal de regels en procedures bevatten voor vier vormen van inrichting van het landelijke gebied, overeenkomstig de func ties zoals deze in het kader van de ruimtelijke ordening zijn gegeven. Herinrichting en aanpassingsinrichting zijn daar bij als nieuwe instrumenten van landinrichting opgenomen naast ruilverkaveling en ruilver kaveling bij overeenkomst. Met deze wet kan een evenwichtige aanpak van het landelijke ge bied beter tot zijn recht komen. Mede daarom is in de diverse fasen van de besluitvorming een belangrijke taak gegeven aan provinciale over heden en de meest betrokkenen (versterkte de centralisatie). In dat kader is ook van grote be tekenis dat het programma, op grond waarvan het besluit tot herinrichting of ruilverkaveling wordt genomen, onder meer een beschrijving zal omvatten van de te verwachten gevolgen van de voorgenomen maatregelen en voorzieningen voor de economische toestand. Dit met inbe grip van de werkgelegenheid, de leef- en werk omstandigheden, de natuur en het landschap en de gesteldheid van water, bodem en lucht. Ruilverkavelingsbeleid Het agrarische bedrijfsleven dringt in versterkte mate aan op het tot stand komen van ruilverka velingen. De belangstelling blijkt o.a. uit de in gediende aanvragen. In 1978 zijn 19 aanvragen voor ruilverkaveling binnengekomen voor een totale oppervlakte van 32.840 ha. In het eerste halfjaar van 1979 bestreken 12 aanvragen al 67.040 ha. De jaarlijkse vaststelling van het voorbereidingsschema voor ruilverkavelingen door de Centrale Cultuurtechnische Commissie (CCC) is van groot belang in verband met de planning op middellange termijn. De vorm waarin het voorbereidingsschema 1979 is opgezet, wijkt af van het tot dusver ge bruikelijke volgordeschema. In de nieuwe vorm sluit het schema nauw aan bij de thans gevolg de voorbereidingsprocedure en de daarin opge nomen fasering. Het geeft daardoor een juister beeld, zowel per blok als voor de totaliteit, en levert daardoor een beter op de werkelijkheid afgestemd programma op. Het voorbereidingsschema geeft aan dat in de eerstkomende jaren met vrij grote zekerheid ge middeld een 40.000 ha in uitvoering zal kunnen worden genomen. In 1978 is voor 32.000 ha de uitvoering gestart; in 1979 zal naar het zich laat aanzien de stemming over 8 ruilverkavelingen met een oppervlakte van ca. 48.000 ha worden uitgeschreven. Kavelruil en boerderijverplaatsing De belangstelling voor de procedure van de kavelruil handhaaft zich op een niveau van ca. 2000 ha per jaar. De meeste voorstellen worden ingediend in Noord-Brabant, terwijl in Drenthe de totale oppervlakte van de tot uitvoering komende kavelruilprojecten het grootst is. De rijksbijdrage voor de uitvoering van werken, noodzakelijk voor het tot stand komen van een kavelruil, beloopt sinds 1972 50% met een maxi mum van f 500,— per hectare. In verband met de sindsdien opgetreden loon- en prijsstijgingen 374

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1979 | | pagina 26