40-jarig bestaan van het CTO Vrijdag, 28 september 1979, Apeldoorn. heeft minister Van der Stee besloten met ingang van 1 januari 1980 dat maximum te verhogen en hetzelfde te doen voor het aanleggen van land schappelijke voorzieningen. Voor projecten gro ter dan 50 ha is de bijdrage thans f 100,— per hectare. Openluchtrecreatie In overeenstemming met het door het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk gevoerde beleid is voor wat betreft het landelijke gebied de aandacht vooral gericht op een voudige voorzieningen voor extensieve recre atie. Ten behoeve van de recreatiemogelijkheden voor de bevolking van de grote steden, vooral in het westen van ons land, worden grotere pro jecten in de naaste omgeving tot stand ge bracht. In ruilverkavelingen blijven voorzieningen ten behoeve van fietsen, wandelen, paardrijden en vissen een onmisbaar onderdeel van de plannen. De recreatievoorzieningen zijn in sommige gebieden bedoeld voor de opvang van stedelin- lingen, elders zijn zij gericht op de toenemende behoefte aan recreatie van de bewoners van het landelijke gebied op plaatsen, waar de mogelijk heden daartoe gering zijn. Het blijkt dat derge lijke plannen van veelal bescheiden omvang door de plaatselijke bevolking worden gewaar deerd en een duidelijke bijdrage leveren aan de leefbaarheid van het platteland. Persbericht van het ministerie van Landbouw en Visserij, d.d. 18 september 1979. De bewust-afwezigen hebben ongelijk gehad. De afwezigen die het vergeten waren, het niét wisten of bezet waren mogen het betreuren er niet bij geweest te zijn. Aan het einde van een mooie septembermaand, aan het einde van de week, begunstigd door fraai herfstweer, waren ze bijeen: oudgedienden, vele cursisten van al die 43 cursussen, leerkrachten, examencom missieleden, administratieve en verzorgende krachten, alsmede vertegenwoordigers van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en van de directies uit de provincies en de Hoofddirectie van het Kadaster. De cen trale cantineruimte was te klein om ieder een plaats te bieden, zodat velen tijdens de toe spraakjes moesten blijven staan. Het staan be vorderde overigens wel het mobiel zijn, waar door vele contacten konden ontstaan. Veelvul dig waren de verrassende ontmoetingen met oude bekenden, welke men jarenlang uit het oog had verloren. Het huidige hoofd van het bureau Vorming en Opleiding, waarin het voormalige instituut CTO is opgegaan, de heer G. Muijzer, erkende in zijn openingswoord niet alles te weten van de ge schiedenis van het CTO, maar gaf graag het woord aan de heer ir. F. Harkink. Deze spreker, uit de begintijd van het CTO, memoreerde met enkele treffende bewoordingen de humane kant van de opleiding in de begintijd. Er werd onder andere aandacht besteed aan dansles en uit stapjes. ,,De cursisten moeten het toch wel moeilijk hebben gehad met mijn boekjes". Tot die conclusie kwam hij kort geleden, toen hij nog eens een willekeurige bladzijde opsloeg en in één van zijn gepubliceerde werken las. Met een bijna teder gebaar beroerde de heer ir. A. H. van der Most als tweede spreker de Hij van het Kadaster met zijn trekpen en Bruns- viga". Dit beeldje kreeg hij van een cursus als hommage aan de oude-stijl-tekenaar. Immers de ontwikkeling staat niet stil, integendeel. Gloedvol beschreef hij een mogelijk toekomst beeld waar het bureau Vorming en Opleiding op in zou moeten spelen. De derde spreker, ir. drs. H. A. L. Dekker, liet in zijn betoog het spoor lopen van A via B naar C; waarbij B de plaats in nam van het station-CTO waaraan wat is ge spijkerd. Hij sprak zijn vertrouwen uit over de functie die het bureau Vorming en Opleiding in de naaste toekomst voor de Dienst zal blijven behouden. Bij het 50-jarig jubileum van het eigen opleidingsinstituut, dan ongetwijfeld aan gekomen op station C, zullen we opnieuw de balans moeten opmaken. Jammer dat we velen nog misten; jammer dat in zo'n modern bedrijf een cantineruimte zo warm en bedompt kan zijn met zijn slechts een lawaai producerende ventilator; jammer dat keukengedruis de enkele sprekers stoorde; jam mer dat de tijd zo vlug voorbij ging, want we hadden nog wel uren kunnen doorgaan met er varingen uit te wisselen, herinneringen op te halen en nieuwe contacten te leggen. Goed dat deze receptie belegd is en een compliment voor de initiatiefnemers en de uitvoerders en dank aan de vele, ook huidige cursisten, die meehiel pen dit te verzorgen. G G Koppies 375

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1979 | | pagina 27