welke delen van een gebied de gronden op
grote afstand van de boerderijen liggen. De
kaarten spelen bij de voorbereidingsprocedure
en bij de toedeling eveneens een rol. De ontslui-
tingskaarten geven de afstand van de grond tot
de verharde weg weer. Deze kaarten zijn van
belang bij het ontwerp van een plan van wegen
en waterlopen en een landschapsplan. De be
rekende afstanden werken, zoals eerder kort is
vermeld, verder door in rekensystemen voor de
zogenaamde tweede schatting in de ruilverka
velingsprocedure, waarbij de bijdrage van de
boeren aan de verkaveling wordt verdeeld naar
het belang dat de individuele boer bij de verka
veling heeft gehad. (Zie ook [5]).
3.4. Invoer van diverse op andere kaarten vast
gelegde gegevens
In de nieuwe procedure van de CIN zullen be
halve de gebruikerskaart en de wegenkaart nog
andere kaarten worden gedigitaliseerd. Zo
zullen ook de coördinaten worden gemeten van
begrenzingen van dorpskommen, bestemmings
plannen en gebieden met bijzondere bestem
ming zoals relatienota-gebieden.
Ten aanzien van de dorpskom berekent de
computer of een boerderij binnen die grens ligt,
hetgeen uit milieutechnisch, verkeerstechnisch
en agrarisch standpunt bezwaarlijk kan zijn. Bij
gebieden met bijzondere bestemmingen signa
leert de computer welke percelen in die gebie
den liggen. Zowel bedrijfseconomisch als ten
behoeve van een toedeling kan dit gegeven van
belang zijn. Voor relatienota-gebieden, dus ge
bieden die landschappelijk en/of natuurweten
schappelijk waardevol worden geacht en waarin
beheersovereenkomsten kunnen worden geslo
ten voor onderhoud van begroeiing, is bijvoor
beeld na te gaan welke boeren grond in het
gebied hebben en welk percentage deze grond
van de totale bedrijfsoppervlakte uitmaakt.
Een kaart die ook bij de CIN wordt gebruikt is er
één met bodemtypen. Basis hiervoor zijn de
bodemkaart en de grondwatertrappenkaart van
de Stichting voor Bodemkartering. De veelheid
van informatie van deze kaarten wordt voor de
bodemtypekaart teruggebracht tot enkele klas
sen. Aan deze klassen worden bezwaren ge
koppeld wat betreft het rijden over land en
onverharde wegen. De grenzen van de bodem
typen worden bij de nieuwe CIN gedigitaliseerd.
De computer berekent in welke klasse een
perceel ligt en in welke klasse een stuk onver
harde weg ligt. Daarna berekent de computer
de naar wegverharding gewogen afstand. Het
bezwaar dat het rijden over land of over onver
harde wegen met zich brengt wordt afhankelijk
van het bodemtype tevens in de gewogen af
stand verwerkt. Ook deze berekeningen werken
door op de bedrijfseconomische berekeningen.
Het is bovendien te verwachten, dat bij de
koppeling van een computerbestand met de ge
bruikerskaart en van een dergelijk bestand met
de bodemkaart via computerberekeningen meer
gegevens aan de bodemkaart zullen gaan
worden ontleend ten behoeve van cultuurtech
nische ingrepen.
Van belang is te weten wat de cultuurtoestand
van een perceel is. Ten einde hierop een ant
woord te kunnen geven wordt in het algemeen
uitgegaan van informatie, die de inventarisatie
van de Topografische Dienst via de topogra
fische kaarten geeft van de cultuurtoestand.
Indien deze informatie is verouderd wordt een
nieuwe inventarisatie uitgevoerd. Van de zo ver
kregen cultuurtoestand worden de begrenzin
gen in coördinaten vastgelegd. De computer
berekent dan volgens de vaker aangeduide pro
cedure binnen welke grens van cultuurtoe
standen een perceel ligt en koppelt de code
ervan aan het perceel.
3.5. Dorpsbehorens
De gegevens van de CIN worden ook gepresen
teerd per dorpsbehoren. Een dorpsbehoren is
een aaneengesloten gebied waarbinnen zoveel
mogelijk grond voorkomt, die in gebruik is bij
bedrijven in een bepaald dorp of woonkern en/
of bedrijven die op een bepaald dorp of woon
kern zijn georiënteerd. Het opzoeken van de
dorpsbehorengrens is van belang bij de vast
stelling van gebiedsgrenzen waarbinnen kavel
inrichting wordt voorbereid. Het is een gegeven
dat vaak mede voor planologische doeleinden
van belang wordt geacht. Daar er ook streken in
Nederland zijn waar dit op bepaalde centra
gericht zijn een geringere rol speelt, is het aantal
en de omvang van de dorpsbehorens variabel
en worden de grenzen in overleg met de op
drachtgever vastgesteld. De dorpsbehorengrens
is een geografisch gegeven dat eerst bij ontwik
keling van de CIN tot uiting kwam. De begren
zingen van dorpsbehorens worden eerst voor
lopig vastgelegd. Na een computerbewerking
en een kaartering van de grenzen van de dorps
behorens worden de grenzen definitief vast
gesteld en wel zodanig dat gebruik van gronden
vanuit andere dorpsbehorens zoveel mogelijk
wordt vermeden. De computer berekent daarna
in welk dorpsbehoren elk perceel ligt en contro
leert of dit overeenkomt met het dorpsbehoren
van de boerderij. Is dit niet het geval, dan wordt
deze situatie geregistreerd als vreemd gebruik,
namelijk gebruik in een ander dorpsbehoren.
355