landmeetkunde
leidingenregistratie
ingenieurs- en adviesbureau
kadastrale grenzen in niet onlangs opnieuw ge
meten gebieden niet in coördinaten bekend zijn.
Vermoedelijk zal het Kadaster, gezien de hoge
kosten niet alle thans bekende kadastrale gren
zen in coördinaten gaan bepalen. In landelijke
gebieden, waar cultuurtechnische inventarisa
ties worden uitgevoerd en die wellicht op rela
tief korte termijn ingrijpend worden gewijzigd,
zal men deze digitalisering vrijwel zeker niet
meer uitvoeren. De koppeling tussen gebrui-
kersgrenzen van de CIN en kadastrale grenzen
zal in een aantal gevallen niet kunnen worden
gerealiseerd. Het feit dat het Kadaster bezig is
van alle kadastrale percelen van Nederland één
in elk perceel centraal gelegen punt in coördi
naten vast te leggen, kan echter een hulpmiddel
zijn. Met deze punten zouden berekeningen
kunnen worden uitgevoerd om na te gaan in
welk topografisch perceel zo'n punt ligt. Dit is
geen garantie voor een juiste koppeling. Een
visuele beoordeling blijft daarbij van belang.
7. Koppeling met de bodemkaart
Indien gegevens van de CIN worden gekoppeld
aan een in digitale vorm beschikbare bodem-
kaart, ontstaan nieuwe mogelijkheden voor het
gebruik van beide inventarisaties. Bij de eerste
schatting in de ruilverkavelingsprocedure wordt
de waarde van de gronden van elk bedrijf uit
gedrukt in rekenguldens. Hierbij wordt gebruik
gemaakt van de bodemkaart en van schattingen
in het veld. Het zou mogelijk worden de waarde
van elk topografisch perceel te berekenen via
een koppeling van de gedigitaliseerde bodem
kaart, de gedigitaliseerde grondwatertrappen-
kaart en het gedigitaliseerde bestand van de
CIN. De uiteindelijke waardebepaling, waarbij
dan wel de in het veld uitgevoerde schatting
dient te worden ingevoerd, zou de computer
dan kunnen uitvoeren.
8. Samenvatting
De bases voor het qua procedure nieuwe CIN-
systeem zijn een grondgebruikersinventarisatie
en inventarisaties van begroeiing, sloten en
wegen. Door per topografisch perceel deze ge
gevens in computerbestanden vast te leggen,
worden veel berekeningen mogelijk die anders
zeer bewerkelijk zijn en daardoor meestal ach
terwege blijven. Via in coördinaten bekende
grenzen kunnen verschillende inventarisatiesys
temen aan elkaar worden gekoppeld. De realise
ring daarvan zal echter nog wel enige tijd
vergen.
Literatuur
[11 C. Bijkerk en A. C. Visser, 1975. Geodesie in de land
inrichting. Lustrumboek Snellius.
[2] R. Kik, 1974. Inschakeling van een computer bij de
toedelingsprocedure voor ruilverkavelingen. Nota ICW
835.
[3] M. P. Moolenaar en W. H. de Vos, 1978. Het ATOR-
systeem toegepast in de voorbereidingsfase van ruil
verkavelingen en landinrichtingsprojecten. NGT 8, 7.
[4] G. H. Reinds en J. W. Righolt, 1977. Agrarische
evaluatie van de iandinrichting met het rekenprogramma
AGREVAL. Cultuurtechnisch Tijdschrift 17, 2.
[5J A. C. Visser, 1974. Het digitaliseren en verwerken van
gegevens van topografische kaarten ten behoeve van
de landinrichting. Geodesia 16, 4.
[6] A. C. Visser, 1977. Toedelingsschets, digitalisering van
gebruiksgrenzen, Cultuurtechnische Inventarisatie. Ruil
verkavelingsbode 60.
[7] C. van Wijk en Th. J. Linthorst, 1977. Cultuur
technische Inventarisatie Nederland; methode, huidig
gebruik en perspectieven. Regionale Studies ICW 12.
A
Hoofdkantoor: Dordrecht - tel. 078 - 14 70 53
Bijkantoren: Utrecht, Den Haag, Dordrecht
357