Dat geldt niet alleen met betrekking tot de in dit opzicht duidelijk te herkennen gebieden als de milieuvervuiling, kernwapens en de opslag van radioactief materiaal, maar net zo goed rond: ontwikkelingssamenwerking, grondgebruik, stadsvernieuwing, inpolderingen, moderneland- bouw, automatisering enz. Het is niet mijn bedoeling hierop in te gaan, ook niet op de aard van de landmeetkundige mede werking in al deze maatschappijvelden. Als ik straks bij het noemen van voorbeelden een enkel gebied er uit licht, dan is dat toeval of omdat ik meen het te kunnen overzien. Doel De bedoeling van mijn inleiding is ook niet om u iets nieuws te vertellen, maar vooral om u (juist aan het begin van een congres) aan te sporen tot een eigen plaatsbepaling: een bezinning op de plaats van de landmeetkunde in de maat schappij om u heen. Die maatschappij wil ik voor dit doel zien als een verzameling van allerlei vakgebieden, weten schappen, technieken, menselijke groepsactivi teiten enz., waarvan ik er een paar genoemd heb (er zijn er nog veel aan toe te voegen) en waarvan de landmeetkunde er één is. Een ieder van u zal zijn plaats terug kunnen vinden in een aanrakingsgebied van de landmeetkunde met één van die andere maatschappijvelden, ook al zou u zelf de indruk hebben reeds erg ver van de landmeetkunde te zijn afgedwaald. Bezinning bedoel ik hier niet in levensbeschou welijke zin of in de één of andere vorm van geestelijke padvinderij, maar bezinning in de be tekenis van ,,waar zijn we (of waar ben ik) mee bezig". Misschien worden we op een congres anders overspoeld door de prachtige dingen, die we horen en zien: veel nieuwe mogelijkhe den, ingenieuze instrumenten, verrassende technieken, die een gezonde liefde voor het vak in de blindheid van de verliefde doen verande ren (de z.g. vakblindheid). Of, als er van liefde geen sprake (meer) is, dingen die ons toch ver leiden tot het gevoel van: ,,wat kénnen en kunnen we veel", tot een overschatting van de landmeetkunde, tot een houding die ik onlangs in Delft hoorde karakteriseren met „geofiel". Landmeetkunde of geodesie Misschien heeft u het opgemerkt en zich afge vraagd waarom ik steeds over landmeetkunde heb gesproken en niet over geodesie, over tech nieken en niet over wetenschap. Vroeger werd er altijd een scheiding gelegd tussen de z.g. hogere en lagere geodesie. Tot de laatste hoorde dan de geodesie tot de eerste en de tweede dimensie: het waterpassen en het land meten in de dagelijkse praktijk. Dit in tegenstel ling tot het gebruik van drie dimensies en ge kromde oppervlakken in de hogere geodesie. Het wetenschappelijke bepaalde zich in hoofd zaak tot die hogere geodesie, n.l. tot de bijdrage aan het bepalen en beschrijven van de vorm en afmetingen van de aarde, van het zwaarte- krachtsveld, van de geoïde, het zoeken naar de best passende ellipsoïde enz. Door allerlei invloeden zijn de scheidslijnen tus sen de aanpak van vraagstukken in die lagere en hogere geodesie vervaagd. Enerzijds door de totaal andere vragen die aan de landmeetkunde werden gesteld, afkomstig uit de verschillende sectoren van de samenleving. Als voorbeelden noem ik de landmeetkunde ten behoeve van de wegen-, tunnel-, dammen-, mijn- en water bouw, of, tengevolge van de grote bevolkings dichtheid in de westerse landen, ten behoeve van het verkeer, de stedebouw en de verkave ling. Anderzijds vervagen de scheidslijnen door de ontwikkeling van de technische middelen, die de landmeter ten dienste staan: elektro nische meetmethoden, fotogrammetrie, lasers, gebruik van satellieten voor plaatsbepaling, re mote sensing en niet te vergeten de enorme omwenteling door de intrede van de computer (ook wel de tweede industriële revolutie ge noemd). Deze ontwikkeling gaat gepaard met een grote verhoging van de meetprecisie, waardoor de aarde in vele gevallen zelfs niet meer als een star lichaam beschouwd mag worden. Men gaat al over op het gebruik van vier dimensies om de tijdafhankelijke posities of vormen in een wis kundig systeem te kunnen beschrijven. Metho den die oorspronkelijk alleen voor de vormbe paling van de aarde of voor plaatsbepaling in een wereldwijd of continentaal verband van be lang waren, worden nu ook voor directe prac- tische behoeften in kleinere gebieden toege past. Als ik vandaag het woord landmeetkunde ge bruik mag u daarom van mij ook geodesie in vullen. Voor landmeter kan men het woord geodeet gebruiken, mits men beseft waarom men het doet: niet uit een soort snobisme, maar om duidelijkheid te scheppen in de maatschap pij of in de maatschappelijke verhoudingen, soms nationaal, soms internationaal. De ver dwijning van scheidslijnen, de veranderingen in de aard en aanpak van landmeetkundige vraag stukken en de wederzijdse beïnvloeding van wetenschappelijk onderzoek en uitvoerings technieken worden gedemonstreerd door de 403

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1979 | | pagina 11