412 daarvan vele fraaie en soms zelfs zeer kunst zinnige voorbeelden. Maar dat alles lijkt vrijwel radicaal verleden tijd. Onze huidige maatschappij vraagt om informa tie op allerlei gebied die snel en liefst gemakke lijk is te leveren. De computer bewijst ons daar bij enorme diensten. Een toch nauw met de landmeetkunde verbon den vakgebied, waarbij deze massale informatie verstrekking in een steeds wisselende onder linge relatie nodig is, is de planologie. Op de één of andere wijze is tussen planologie en land meetkunde steeds een duidelijke relatie nodig. De landmeetkunde of beter nog de systemen die door landmeetkundigen worden onderhou den, vormen de belangrijkste bron voor de pla nologie. Het is eigenlijk wonderlijk dat de tradi tionele landmeterswereld zo lang heeft geaar zeld alvorens daadwerkelijk te gaan beseffen hoe belangrijk haar bijdrage in het planologisch kader is. Het is bijna opvallend hoe lijdelijk wij als land meters in het algemeen de ontwikkelingen ac cepteren. Het is net of we er een beetje door worden verrast. Tegen die achtergrond komt de instelling van een studierichting vastgoeddeskundige in de geodesie zeker niet als een verrassing. Nee, eerder krijgt men het gevoel „Beter laat dan nooit!" Met het inslaan van deze weg voorko men we in ieder geval een verder uit elkaar groeien van de wetenschapsrichtingen geodesie en planologie, doordat reeds in de geodetische opleiding bruggen kunnen worden geslagen. Overigens wil dat nog niet zeggen dat we nu in eens zonder meer staan te juichen. Er zijn ook bedenkingen bij! Helaas is duidelijke integratie nagelaten bij een eerder genoemd vakgebied; de kartografie. Hoewel in de landmeetkunde het vervaardigen van kaarteringen altijd als een duidelijk en onlos makelijk deelpakket is gezien, hebben we de kwalitatieve en zelfstandige functies van kaar ten voor de maatschappelijke behoeften zeker niet voldoende onderkend. Nu ik toch deze ac centen leg kan ik ook niet nalaten om terug blikkend mij af te vragen of wij als landmeters, met het introduceren van de fotogrammetrie, ook niet tevens een Paard van Troje hebben binnengehaald. Als er al van een zekere drama tiek sprake is, dan geldt dat zeker voor de dra matische verschuiving van hoeveelheden land meetkundig werk van „buiten" naar „binnen" door de fotogrammetrie! Misschien dat de vermeende uitholling in de uit daging van ons vak er toe heeft geleid dat de landmeetkundige wereld nieuwe technieken en ontwikkelingen naast het vak zeer welwillend heeft toegestaan. Het ligt in onze aard om met bescheidenheid en soms zelfs met enige reserve over ons vak te spreken. Zien we, vraag ik mij wel eens af, ons vak als een erkende uitdaging om bijvoorbeeld de fysische werkelijkheid te leren beheersen en te overzien, of zijn we zo onder de indruk van de beperktheid van ons eigen kunnen in dat land meetkundige „gevecht", dat we ons té be scheiden opstellen? De titel waarmee ik begon luidde: „Landmeet kunde: nog steeds een uitdaging?". Dat houdt nogal wat in. Wat heeft dat overigens globale historisch overzicht ons tot nu toe kunnen le ren? Wel ik heb het in uitspraken getracht sa men te vatten 1. de landmeetkunde heeft heel lang weinig veranderingen ondergaan; 2. in de landmeetkunde veroorzaakt technische innovatie toenemende arbeidsdifferentiatie; 3. automatisering in de landmeetkunde is een onontkoombaar gegeven; 4. de ontwikkeling van fotogrammetrie en kar tografie beconcurreren èn inspireren de land meetkunde;

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1979 | | pagina 20