5. automatisering voert tot veronpersoonlijking van het vak landmeten; 6. pure rationalisatie rondom de landmeetkunde leidt tot verschuiving van werk van buiten naar binnen. Hoe zit dat nu met die uitdaging naar de toe komst, voor de mensen in het vak? Voor de landmeters kun je het best beginnen met de volgende uitspraak: Verlies van oude vaardigheden moet tevens inhouden bereidheid tot aanleren van nieuwe vaardigheden! Wat dat betreft ben ik bang, het handelen van onze groep in het verleden zeer kritisch te moe ten beschouwen. Hebben wij als landmeters ons steeds bereid getoond aan verklaren heb je naar mijn mening niet zoveel om nieuwe vaardigheden, zeg maar nieuwe uitdagingen, te accepteren? Proberen wij als landmeters niet vaak om nieuwe tendenzen te verwaarlozen en ze niet werkelijk in ons werk te incorporeren? Hoe heeft de landmeetkundige wereld zich op gesteld als het ging om nieuwe technieken, nieuwe opleidingen? Is, in het algemeen gesproken, de opstelling tegenover met name de automatisering er niet één van tijdelijk afwachten van een onafwend bare bedreiging en geen actief meedenken over oplossingen voor een nieuwe impuls in ons eigen werk? Ik weet wel, het is natuurlijk allemaal niet zo simpel. Wie van ons kan zeggen hoe die auto matisering verder in de landmeetkunde zal door dringen. Het uitdagende van de toekomst en daarmee van elke toekomstverwachting is dat een en ander pas waar wordt door concrete ge beurtenissen. De mens in het algemeen wenst die uitdaging, om met iets te beginnen zonder precies te weten waar het op zal uitkomen, toch zeker al vele eeuwen lang De landmeters zijn echter geen vooroplopers, daarin worden we ook door ons vak gesteund. Toch zullen we vooruit moeten zien, met het ri sico ons te vergissen en misslagen te maken. Het is erg jammer dat onze collega Waalewijn vandaag (nog, kan ik gelukkig zeggen!) niet in staat is om zijn bijdrage te leveren. Ik heb het voorrecht gehad om met hem toch nog enige gedachten uit te wisselen. Ik zal, zoals wij heb ben afgesproken, een overigens heel klein deel van wat hij al had gemaakt in deze bijdrage in bouwen met als ondertitel: Een voorwaartse in snijding in de tijd! Voor een landmeter moeilijk en onnauwkeurig, misschien zelfs onmogelijk! Punten immers op één rechte, en dus met een tophoek van 0 gr. Daarom maar voorzichtig extrapoleren. Kijken we terug naar de ontwikkeling in ons vak, dan zien we eigenlijk een vrijwel analoog gebeu ren als met andere ontwikkelingen het geval blijkt te zijn. Wat de ontwikkeling in het technisch kunnen betreft heeft de generatie van mijn ouders het meest spectaculaire tot nu toe meegemaakt. In Australië ligt op tweemaal de afstand van de stad Melbourne tot de moderne luchthaven, een plaats „Diggers Rest". Naar onze begrip pen belachelijk dichtbij de stad en de haven, tot je je realiseert dat een eeuw geleden inderdaad de dagreis op weg naar de goudvelden vanaf de haven inderdaad niet veel verder kon zijn dan tot het rustpunt voor deze gouddelvers. In de wetenschap wordt daar de S-curve voor gebruikt. Als we die schetsen voor de verplaat singssnelheid die binnen het bereik van de ge middelde mens is gekomen, dan levert dat een interessant beeld op. S-curves, ook in onze wetenschap toepasbaar! Accoord: vanuit die „wetenschap" een blik vooruit naar onze nieu we uitdaging! Sinds de komst van de electronica is het snel gegaan in de landmeetkunde met de gebruikte (hulp-) middelen. Hoewel het een wat gewaag de onderneming blijft, je weet ten slotte niet waar wij in de landmeetkundige S-curve zitten, durf ik toch wel een paar uitspraken te doen. Het staat voor mij vast dat de tendens naar een vrijwel totale coördinatensystematiek zal door zetten. Zeker de ontwikkeling van interactieve systemen zal daarbij een grote rol spelen. De landmeetkundig tekenaars van de niet zo verre toekomst zijn mensen die op een beeldscherm via een (gedeeltelijke) figuratieve afbeelding de coördinaatbestanden controleren en „updaten" Een geheel via de hand van de tekenaar vervaar digde kaart wordt al snel een schaars artikel! Voor het overgrote deel zal de invoer voor de coördinaatbestanden direct via speciaal daar voor opgebouwde informatiebestanden worden 413

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1979 | | pagina 21