Openingsrede NGL Jubileumcongres
uitgesproken door ing. S. C. Hoos, voorzitter van de Stichting Nederlands
Genootschap voor Landmeetkunde.
Dames en heren,
Hier zijn we dan in vergadering bijeen, ter bele
ving van het 10e NGL-congres. Voor velen is
het de gewoonste zaak van de wereld dat dit
congres iedere twee jaar wordt georganiseerd.
Realiseren wij ons echter welk een geweldig ini
tiatief het is geweest, nu twintig jaar geleden,
om ons genootschap te stichten? De in de stich
ting participerende verenigingen hadden des
tijds nauwelijks onderlinge contacten en waren
door hun individueel geringe ledenaantallen en
dus geldmiddelen niet in staat congressen en
dergelijke te organiseren.
Wat moet het voor de initiatiefnemers hartver
warmend zijn te kunnen constateren dat hun
werk destijds niet voor niets is geweest; dat
daarop is voortgebouwd en dat daaruit bij de
leden zowel als bij de exposerende bedrijven de
zekerheid is gegroeid dat het congres zonder
meer elke twee jaar terugkomt.
U kunt er van op aan dat de beginjaren erg
moeilijk zijn geweest, zowel voor het bestuur en
de redactie als voor de aangesloten verenigin
gen. De eerste bestuurs- en redactieleden
brachten persoonlijk grote offers, zowel finan
cieel als in de vorm van eigen verlof. De deel
nemende verenigingen waagden zich eveneens
op glad ijs. De Vereniging van Technische
Ambtenaren van het Kadaster gaf er zelfs het
goed lopende eigen tijdschrift voor op.
Elk der verenigingen toonde een juist begrip
voor de grote betekenis van het algemene
boven het bijzondere en van de aanraking met
vakgenoten uit andere kringen. We kunnen,
meen ik, stellen dat we met elkaar het vertrou
wen van de drie verenigingen, en dus van alle
leden, in de afgelopen twintig jaren niet hebben
beschaamd. Door uw enthousiasme vonden de
elkaar opvolgende besturen steeds de stimulans
om tot het organiseren van bijeenkomsten van
allerlei aard over te gaan.
Enkele initiatiefnemers kunnen hier vandaag
niet zijn of mochten dit niet meer beleven.
Velen van hen zijn echter hier: werkers van het
eerste uur, latere bestuurs- en redactieleden.
Dames en heren, déér zitten ze!
Het huidige bestuur heeft met genoegen kun
nen vaststellen dat ook in de periode na het
vorige congres u grote belangstelling toonde
voor de georganiseerde activiteiten. Zo werden
de studiedagen, gewijd aan de grootschalige
basiskaart dermate druk bezocht, dat zij moes
ten worden herhaald.
Eveneens was uw interesse groot tijdens de
door enkele van onze rayoncommissies georga
niseerde dagen of avonden. Opvallend is in deze
uw verlangen om behandelde onderwerpen niet
in een avond af te doen, doch deze uitvoeriger
tijdens dagbijeenkomsten onder de loep te
nemen.
Documentatie is van onschatbare waarde voor
degenen die het verlangen hebben ,,bij te blij
ven". Het tijdschrift Geodesia heeft daartoe
weer een grote bijdrage geleverd. We zijn de
redactie zeer erkentelijk, zowel als de vakgeno
ten die steeds maar weer bereid werden gevon
den hun kennis op deze manier aan anderen
over te dragen.
Er is voorts gedurende de afgelopen twee jaren
hard gewerkt aan de eenwording van ons
400