Nederlandse landmeetkundige wereldje. Reeds in het eerste nummer van Geodesia (september 1959) maakte professor Schermerhorn de vol gende zinspeling: Wij hebben in Nederland in de Nederlandse Landmeetkundige Federatie een uniek orgaan. Is het een te gewaagde ge dachte uit te spreken, dat eens ook het nieuwe Nederlands Genootschap voor Landmeetkunde tot de Nederlandse Landmeetkundige Federatie zal behoren toe te treden?" Meer dan tien jaar geleden nu stuitten bespre kingen tussen ons Stichtingsbestuur en het be stuur van de Nederlandse Landmeetkundige Fe deratie, aangaande een samengaan, op onover komelijke problemen. Kort daarna werd de NLF ontbonden en werd de Nederlandse Vereniging voor Geodesie (NVG) opgericht, leder bleef in de jaren daarna de noodzaak van een binding voelen en het ridicule zien van twee naast elkaar werkende lichamen, die toch hetzelfde doel na streefden. Thans, dames en heren, kan ik u met vreugde berichten dat de eenwording is bereikt. Op 1 januari a. s. zal de Nederlandse Vereniging voor Geodesie toetreden tot de Stichting NGL. Die datum is een formele aangelegenheid; de sa menwerking is er reeds. Een voorproefje krijgt u morgen, de tweede dag van dit congres, die vooruitlopend op de totale binding reeds samen met de NVG is georganiseerd. Het Stichtingsbestuur is niet autonoom tot het besluit gekomen deze vierde vereniging op te nemen. Er is uitvoerig overleg geweest met de drie verenigingsbesturen. Alle wensen zijn door gesproken, alle partijen zijn tevreden gesteld. Na een grondige voorbereiding en vooral van wege de instemming van alle kanten mogen we rekenen op een vruchtbare samenwerking in de toekomst. Het NGL-bestuur dankt bij deze de leden van de NVG voor het in haar gestelde ver trouwen. De toekomst van het NGL lijkt zonniger dan ooit! Het samengaan van nu vier verenigingen opent gunstige perspectieven: Het tijdschrift Geodesia, dat als toevoeging aan haar naam krijgt: „Nederlands Geode tisch Tijdschrift" (opdat vooral de buiten landse abonnees van de NVG hun eigen vereniging nog herkennen) en dat vanaf het januarinummer 1980 halverwege de maand zal verschijnen, zal uit nog omvangrijker nummers bestaan dan tot heden het geval was. Uit alle geledingen zal men iets van zijn gading in ons lijfblad moeten kunnen aan treffen. Door uitbreiding van het Stichtingsbestuur met twee leden mag u rekenen op een nog grotere activiteit op onderwijs- en bijscho- lingsgebied. Er zal worden gestreefd naar studiedagen voor de kartograaf en de land meetkundig terreinambtenaar, zowel als naar studiedagen voor weer anders georiënteerde leden. Door de buitenlandse kontakten die de NVG onderhoudt zullen wij sneller en vollediger van nieuwe ontwikkelingen op de hoogte worden gebracht. U mag opnieuw van het bestuur verwachten dat het aangaande uw wensen en verlangens de vinger aan de pols houdt. Na deze terugblik zowel als vooruitblik be palen we ons tot de inhoud van dit congres. Het bestuur heeft zich weer uitgebreid laten in formeren over de ontwikkelingen die de aan dacht verdienen. Uit de reeks die ontstond is een programma-keus gemaakt, waarvan wij ho pen dat die bij u in de smaak zal vallen. De eerste dag maken wij een pas op de plaats: een terugblik, een inventarisatie en een blik op de toekomst. Het moet voor een ieder interes sant zijn eens te vernemen, welke plaats ons vak eigenlijk in de maatschappij inneemt. U zult horen welke taken op ons rusten om de maat schappelijke gerichtheid te kunnen bijhouden of zelfs voor te blijven. Natuurlijk bij deze gelegenheid eveneens een blik in de toekomst. Volgens het programma blad een personele en een technische prognose. Enige weken geleden echter werd de heer Waa lewijn die de technische toekomstvisie aan u zou voorleggen door ziekte getroffen, waarvan hij nog niet geheel is hersteld. Op dat moment had hij de voordracht nog niet gereed. Hij kan hier vandaag niet zijn. De heer Dekker, gepre pareerd op het presenteren van zijn visie over plezier in het werk in de toekomst, was direct bereid te trachten wat prognoses over land meetkundige technieken in zijn voordracht te verwerken. Wij danken nu reeds de heer Dekker voor zijn bereidheid een deel van het onderwerp van de heer Waalewijn over te nemen. Wij wensen de heer Waalewijn, die namens u een bloemetje ontving, een volledig en spoedig herstel toe. Een extra excuus voor de inleiders van vandaag is zeker op zijn plaats. In deze tijd immers, waar in de automatisering haar intrede heeft gedaan, voltrekken de ontwikkelingen zich in een een parig versneld tempo en is voorspellen een hui verige bezigheid. Werkomstandigheden kunnen door nieuwe ontwikkelingen, die plots mogelijk 401

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1979 | | pagina 9