r 3ZT i VJ V U begrijpt dat deze voorlichting niet helemaal juist is. Maar wat is het dan wel. Een systeem wordt gedefinieerd als een verza meling elementen met bepaalde eigenschappen en bepaalde relaties. Ik zal nu de verschillende tot een interactief grafisch systeem behorende elementen de revue laten passeren. Een inter actief systeem (zie fig. 1) bestaat meestal uit: apparatuur: centrale processor; magneetbandeenheid; magneetschijfeenheid; één of meer grafische werkstations; automatische tekentafel; overige I/O apparatuur (printer, kaartlezer enz.); programmatuur. De centrale processor De centrale processor is meestal een minicom puter, waarop het mogelijk is interactief te werken. Dit houdt in dat de gebruiker de compu ter een opdracht kan geven, die dan door de computer wordt uitgevoerd en waarop de ge bruiker dan weer kan reageren. Er is daarbij sprake van een communicatie tussen de gebrui ker en de computer. Deze communicatie kan het karakter hebben van een vraag en ant woordspel. Men spreekt daarom ook wel van conversationeel werken. De toegepaste minicomputers maken het mees tal tevens mogelijk dat meerdere gebruikers gelijktijdig van de computer gebruik kunnen maken. De computer ontvangt zijn opdrachten via het bedieningspaneel (een door de operateur te bedienen soort typemachine). De meeste op drachten komen bij een grafisch systeem na tuurlijk van de grafische werkstations, maar daarover straks meer. Het geheugen van de computer is meestal te klein om alle bij de bewerkingen te gebruiken gegevens gelijktijdig te bevatten. Daarom be schikt de computer over externe geheugens in de vorm van één of meer magneetband eenheden en schijfeenheden. De magneetbandeenheid Voor de volledigheid noem ik hier de magneet bandeenheid, hoewel de magneetband bij het interactief werken eigenlijk niet wordt gebruikt. Daarvoor zijn de op de band opgeslagen ge gevens niet snel genoeg toegankelijk. Wil men immers de informatie die aan het eind van de band staat lezen, dan zal de hele band afge spoeld moeten worden. De magneetband speelt echter een grote rol bij bijvoorbeeld het voeden van het systeem, het inbrengen van grote hoeveelheden gegevens achter elkaar of bij het dumpen van gegevens (het uitvoeren van grote hoeveelheden gege vens). Dit laatste wordt vaak toegepast ten behoeve van het copiëren van de op de magneetschijven opgeslagen bestanden, ten einde de op de magneetschijven opgeslagen informatie te beveiligen. Tenslotte speelt de magneetband vaak een rol bij de uitwisseling van gegevens tussen verschillende systemen van één of meerdere diensten en instellingen. De magneetschijfeenheid De magneetschijfeenheid speelt wel een grote rol bij het interactief werken. De magneetschij ven bevatten in digitale vorm de door de com puter te beheren gegevens. Een schijvenpakket bestaat uit een aantal (variërend van 2 tot 10) op één as gemonteerde magnetische schijven (zie fig. 2). Hoe meer schijven, hoe groter na tuurlijk de opslagcapaciteit. Deze schijven kun nen aan beide zijden worden beschreven, op de twee buitenste na, die alleen aan de binnen zijde van het pakket kunnen worden beschreven Fig. 2. Schijvenpakket. De gegevens worden op de schijven geschre ven volgens sporen, dit zijn concentrische cir kels. Tussen de schijven bevinden zich lees- schrijfkoppen, die de schijven kunnen lezen en en beschrijven. Het lezen en dus ook het schrij ven van informatie op een magneetschijf gaat snel, omdat de leeskop slechts naar het be treffende spoor gedirigeerd hoeft te worden, al waar hij moet wachten tot de van belang zijnde informatie langs komt. En dit gaat snel, als men 440

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1979 | | pagina 4