Fig. 7. Een interactief grafisch werkstation. reren. In het eerste geval is de tekentafel aan de centrale processor gekoppeld, in het tweede geval beschikt de tekentafel over een eigen stuurcomputer, die gevoed wordt door een met behulp van de centrale processor vervaardigde ponsband of magneetband. Overige l/O-apparatuur Vaak treft men in de nabijheid van de centrale processor nog een printer, kaartlezer, pons- bandlezer of ponser aan, waarop hier niet nader zal worden ingegaan. Wat kan men er mee doen? Ik heb u nu voornamelijk iets vertelt over de apparatuur, maar wat kan men er mee doen? Dit laatste is natuurlijk afhankelijk van de beschik bare programmatuur. Dikwijls worden appara tuur en programmatuur als een geheel aange boden, zodat men bij aankoop gelijk beschikt over een operationeel systeem. Men spreekt ook wel overzgn. turn-key systemen". Met de programmatuur kan men in principe het volgende: De inhoud van het bestand kan ge heel of gedeeltelijk op de beeldbuis worden af gebeeld. Niet alleen een gedeelte van het totaal bestreken gebied, maar ook bepaalde elemen ten uit het bestand, bijvoorbeeld alleen huizen of alleen de kadastrale grenzen. Het zal natuur lijk duidelijk zijn, dat dit afhankelijk is van een door de gebruiker aangebrachte classificatie. Het beeld kan vergroot c.q. verkleind worden en, als het systeem daar de mogelijkheden voor heeft, kan een in perspectief getekend beeld van een driedimensionaal object verkregen wor den, zoals het door een waarnemer wordt ge zien vanuit een bepaalde plaats. 443

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1979 | | pagina 7