rol. Wanneer b.v. een natie uit verschillende etnische
groeperingen bestaat, die ieder op hun eigen grond
gebied naar hun eigen gewoonterecht leven, is het
zinvol het systeem onder te brengen bij die instantie
die verantwoordelijk is voor de desbetreffende groe
pering (b.v. een district-chief). De wettelijke regeling
wordt aan het karakter van de groep aangepast.
Bestaat er voorshands slechts behoefte aan landregi-
stratie in stedelijke gebieden, dan is onderbrenging bij
het stadsbestuur wel vanzelfsprekend. Betreft het een
voor de gehele staat uniform vastgestelde registratie,
dan is deze bij de centrale overheid ondergebracht.
De uitvoering geschiedt dan gedeconcentreerd. Het
feit dat de zorg aan de centrale overheid wordt toe
gewezen, brengt vaak een felle strijd tussen diverse
organen van deze overheid met zich mee, welke ge
richt is op het bemachtigen van de zeggenschap over
deze registratie. Het functioneren van de landregistra-
tie vraagt om een optimale samenwerking of een
samenvoeging van instituten die de gegevens verwer
ken en verstrekken, welke gegevens samen het sys
teem vormen. Het gaat hier om instituten die de zorg
hebben voor de administratieve werkzaamheden en
die welke de technisch landmeetkundige werkzaam
heden uitvoeren.
De eerste inrichting van het systeem
Bij de opzet van een landregistratiesysteem wordt
vooral aandacht geschonken aan het feit voor wie en
voor wat dit nu wordt ingevoerd. Veelal ziet men dat
in eerste instantie informatie moet worden verkregen
voor het openbaar bestuur, ten einde de economie
van het land te bevorderen en te stimuleren. Het indi
vidueel belang komt in eerste instantie meestal op de
tweede plaats. Hiermee wil ik niet zeggen dat in ont
wikkelingslanden het belang van het individu van
secundair belang is. Wat men doet is zuiver een af
weging van kosten en baten. Men wil met de schaar
ste aan deskundig personeel en middelen in een korte
tijd een zo bruikbaar mogelijk systeem tot stand bren
gen. In de eerste plaats voor het nut van het land in
haar geheel en in de tweede plaats voor het nut van
de burger.
Een systeem, dat waarschijnlijk in eerste instantie
slechts voor één doel moet worden opgezet, dient
en daar moet men steeds op bedacht zijn zodanig
ingericht te worden dat het ook voor andere doelein
den kan worden gebruikt, indien dit nodig en het geld
aanwezig is. Het moet de grondslag in zich houden
om uiteindelijk een meerdoelen-kadaster tot stand te
brengen. Iedere fase zal een nuttig bouwstuk moeten
zijn voor de uitbouw en uiteindelijke inrichting van het
systeem in haar geheel. Men zal, gezien het tekort aan
deskundig personeel en middelen, na moeten pluizen
welke gegevens men wil verzamelen en wat men op
de kaart wil afbeelden. Men zal moeten nagaan of het
in de eerste fase slechts nodig is te werken met ge-
bruikseenheden van de grond danwel met eigen
domspercelen. Hiermee hangen samen de omvang en
intensiteit van de veldwerkzaamheden die moeten
worden verricht en die zeer kostbaar zijn. Ik doel hier
op het rechten- en grenzenonderzoek bij het registre
ren van eigendomspercelen.
Gaat in eerste instantie de voorkeur uit naar de eigen
domseenheid, dan dient nagegaan te worden of het
noodzakelijk is hier een hoge nauwkeurigheid van de
grenzen te eisen of te werken met z.g. „general
GEODESIA 80
boundaries". Deze uitdrukking vindt haar wortel in
een Engelse wet van 1875. Het begrip houdt in dat het
niet noodzakelijk is de grenzen exact te bepalen, als
deze worden gevormd door topografische elementen
zoals heggen, muren, hekken, sloten enz. Hierbij
wordt in het midden gelaten of het midden dan wel de
kant van deze fysieke afscheiding de exacte grens is.
De luchtfotografie vormt in de onderhavige landen,
hét opnamemiddel om zo vlug en goedkoop mogelijk
te komen tot het figuratief gedeelte van het systeem.
Meestal wordt gewerkt met ontschrankte foto's,
waarop indien nodig via veldonderzoek niet zichtbare
grenzen worden ingebracht.
Omdat het bij een landregistratie gaat om belangen
van de burgers dient een waarborg te worden gescha
pen voor de bescherming van hun belangen; men
moet bezwaar kunnen maken. Er moet een orgaan
zijn dat die bezwaren behandelt en de uiteindelijke be
slissing neemt. In vele ontwikkelingslanden worden
voor dit landregistratiegebeuren speciale commissies
ingesteld, waarin mensen van eigen gebied en eigen
stam plaatsnemen, bijgestaan door deskundigen (ju
risten, geodeten). Zij behandelen de bezwaren en
doen ook uitspraak in geschillen omtrent recht en
grens. De voordelen van een dergelijke „lekenrecht-
spraak" mogen bekend worden verondersteld.
De bijhouding
Het is een eerste vereiste om bij het opzetten van een
meer of minder uitgebreid systeem aandacht te beste
den aan de bijhouding. Een niet-bijhouden van het
systeem en dat komt men nog wel eens tegen
doet de waarde hiervan zodanig dalen dat de hoge
investeringen niet renderend zijn, hetgeen niet de be
doeling is.
In ontwikkelingslanden dient alles te worden gedaan
om de medewerking van de burgers te krijgen om b.v.
wijzigingen in de rechtstoestand zo snel mogelijk ken
baar te maken. Zo worden soms rijdende „registratie
kantoren" ingezet om het verstrekken van de gege
vens te bevorderen. Ingeval van transacties worden
soms eenvoudige formulieren gebezigd, waarin de
wijzigingen in de rechtstoestand worden opgenomen.
Gerechtelijke instanties, het notariaat en overheids
instellingen dienen op het nut van een spoedige bij
werking te worden gewezen, met het doel dat zij alle
medewerking verlenen.
De bijhouding mag niet geremd worden door de kos
ten die door belanghebbende, veelal arme burgers
moeten worden vergoed. Deze zullen moeten druk
ken op de algemene middelen van een staat.
De invloed van het politieke stelsel
Het gegeven, dat de registratie van de zakelijke rech
ten op de grond veelal verbonden is aan een politiek
stelsel dat de private eigendom erkent, wettigt niet de
conclusie dat een dergelijk systeem in landen met een
collectivistische politiek overbodig zou zijn.
Ook in landen die worden beïnvloed door de commu
nistische ideologie, i.e. de staatseigendom, is een
systematisch, methodisch en overzichtelijk ingerichte
inventarisatie van gegevens van de grond noodzake
lijk ten behoeve van landhervorming, land- en stads-
inrichting, alsmede ten dienste van economische
planning vooral op het gebied van de landbouw.
13